zaterdag 30 juni 2018

Boek in juni


Op tafel ligt een kaart van Nordfriesland Schleswig. Hij is bedoeld voor een tocht die dag later begint. De week ervoor las ik To the lighthouse van Virginia Woolf. Een boek waarin weinig meer gebeurd dan wat geschilder, een maaltijd en een tocht naar de vuurtoren voor de kust.

Het speelt in het huis van de de weinig fijngevoelige mijnheer Ramsay – om niet te zeggen een naarling (al zijn er ook genuanceerder gedachten over hem) –, zijn beeldschone vrouw en hun acht kinderen. Mijnheer zuigt de energie uit zijn vrouw voor zelfbevestiging, hij ontzegt zijn zoon een tocht naar de vuurtoren en geeft nooit complimenten.

Het boek gaat vooral over het verstrijken van de tijd. Dat gaat net te snel om vast te leggen op het schildersdoek. In die tijd is er hier en daar een herinnering te vinden die zich soms even uit laat pakken en op het netvlies verschijnt. Verder zijn we alleen en verdwijnen weer. In dat dat leven kunnen we niet zeggen wat we denken als dit ongepast zou kunnen zijn.

De vuurtoren is de bestemming die de vader met twee kinderen toch nog zal bereiken. Te laat om het goed te maken en nog steeds volledig onder zijn voorwaarden, op zijn manier, om zijn positie als vader te onderstrepen. Een houding die zijn familie en vrouw ongelukkig heeft gemaakt. Het leest als een waarschuwing.


Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken.

woensdag 27 juni 2018

De bonen



Niet somberen. De zon schijnt. Ik had het al voorspeld: over twee uur komt hij door de wolken. Ik fiets naar de golven en die overspoelen wisjes en wasjes en rijd dan wel terug naar de sojabonen in de week.

Op een smalle dijk uit de eerste helft van de 13e eeuw (er is wel wat aan verhapstukt sindsdien) een praatje over een kameraad, politiek, fietsen en gezondheid. Het maakte me vrolijk. “We spreken af,” bij het afscheid en een berichtje bij thuiskomst.

De wind is land afwaarts en de zee daardoor vlak. Lekker om te zwemmen. Ik ga te ver. Als ik terugkom ligt mij fietstas in de uitlopers van de golven. Twee voorbijganger leggen hem hogerop. Ik steek een duim omhoog. Ook de bonen zijn lekker.


Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier.


vrijdag 22 juni 2018

Ronde IJsselmeer


Om op te scheppen en om naar te kijken: twee foto's aan het Ketelstrand. Ze zijn gemaakt na 200 km trappen rond het IJssel- en Markermeer op 22 juni 2018 met een stevige noordwester. Die zou me de komende 80 km nog flink dwars zitten. Ieder jaar opnieuw doe ik het en ieder jaar is het toch weer anders.

Hier nog wat van die rondes






woensdag 20 juni 2018

Wasmand aan Zee


De neiging is sterk een verhaal te schrijven bij deze oranje wasmand aan zee. Wat doet hij daar? Wie is hem vergeten? Heeft de kleur wat te maken met het feit dat Nederland niet meedoet aan het WK-voetbal? Is het weer Neptunes die de belangrijke rol op de achtergrond speelt? Zijn het de mensen van het iets verderop gelegen strandtent Parnassia die zijn was doen?

Of moet ik schrijven over de vindplaats: een kist met daarop de tekst 'Verlos de Zee' en hoe het me opviel dat er de afgelopen weken weinig plastic troep aan het strand ligt?

Ideeën zat, maar geen tekst dit keer. Ik laat het maar aan de verbeelding van de toevallige voorbijganger op dit blog over,


Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier.


donderdag 14 juni 2018

Dag 9 Kostverloren – thuis: Rijks Hoogere Burgerschool


Het is toch wel een enorme luxe dat een man zonder veel betaald werk zo'n trip kan maken. Het hoeft ook niet veel te kosten. Water uit de kraan. Eten uit de super en een camping is ook meestal niet zo duur. Bestedingen ver onder een minimum inkomen. Verder maar een keer vlees en geen auto of vliegtuig en toch avontuur. Het kan!

In Groningen zal ik de trein nemen. Onderweg kom ik langs de Blauwe Stad, een project dat ik alleen maar ken door VPRO's Argos uitzendingen uit 2010. Ook passeer ik de portretkop van Aletta Jacobs voor de voormalige Rijks Hoogere Burgerschool van Sappermeer. Het is waar haar roldoorbrekende medische carrière begon. Het pand staat nu te koop. Welke feministische organisatie wil zich buiten de randstad vestigen en van daaruit feministisch leven inblazen. Het zou niet de eerste beweging zijn die zijn adem kreeg uit het hoge noorden.

En zo ben ik na ruim 1.000km fietsen rond en neem ik de trein terug, waar weinig gebeurd. In de krant een dokter in Oost-Duitsland belaagd door extreem rechts, vluchtelingen, nog sneller smeltende poolkappen, de Italiaanse schulden en de belangrijkste bijzaak (die soms wel hoofdzaak lijkt) in het leven: voetbal. We zijn weer thuis.


Dag 1 Trein – Borkum: Zeeman
Dag 2 Borkum – Norddeich: Trekkers
Dag 3 Norddeich – Dangast: Alles er op en er aan
Dag 4 Dangast – Bremen: Pompstation
Dag 5 Bremen – Hodorf: Vijver
Dag 6 Hodorf – Hochdonn: Gondel
Dag 7 Hochdonn – Grossensiel: Er zit niets anders op
Dag 8 Grossensiel – Kostverloren: Griesmeel

woensdag 13 juni 2018

Dag 8 Grossensiel – Kostverloren: Griesmeel

Bij zonnig weer kan de kreukelroos zo lekker ruiken.
Eindelijk een bankje: uitzicht op een glooiende weide, alsof er weinig veranderd is; daarachter windmolens, maar die vallen – ik scheef er al eerder over – vooral op als ze er niet zijn. Achter me raast het verkeer, personenauto's en vrachtwagens in soorten en maten.

Aan de kant staat een moeder met een behelmde kleuter op een fietsje te wachten totdat ze over kan steken. “Wanneer zou ik haar alleen naar school kunnen laten gaan,” vraagt ze zich
vermoedelijk regelmatig en met recht af. Als het zover is houdt ze haar hart nog maanden vast, maar dat verdwijnt om door een voorval
hier-of-daar weer de kop op te steken.

We zijn uit ons jasje gegroeid. Maar ik kijk naar het glooiende veld en eet een bakje met griesmeel en een broodje. De vluchtelingen blijven voor mij tijdens deze tocht grotendeels verborgen. Een enkeling. Ik passeer een actieve zwerver met twee herdershonden in een bushokje.

Vorig jaar mistte ik de brug over de Severn in Wales. Nu kwam ik te zuidelijk uit voor het
pontje tussen Petkum en Ditzum (je zou er een Bommel van kunnen maken). Slordige planning opweg naar mijn laatste overnachting.

Het wordt de achtste: een in een bed, twee strandcampings (aan het waddenslijk) met veel naar lawaai tot diep in de nacht, twee gewone goede campings, drie waar ik het echt naar mijn zin had: de eerste op Borkum, als topper die in Hodorf en nu in Kostverloren (eenvoudig maar prima), aan de LF10.



Dag 1 Trein – Borkum: Zeeman
Dag 2 Borkum – Norddeich: Trekkers
Dag 3 Norddeich – Dangast: Alles er op en er aan
Dag 4 Dangast – Bremen: Pompstation
Dag 5 Bremen – Hodorf: Vijver
Dag 6 Hodorf – Hochdonn: Gondel
Dag 7 Hochdonn – Grossensiel: Er zit niets anders op
Dag 9 Kostverloren – thuis: Rijks Hoogere Burgerschool

dinsdag 12 juni 2018

Dag 7 Hochdonn – Grossensiel: er zit niets anders op






Op tijd op pad voor het veer van Bunsbüttel naar Cuxhaven (stroomafwaarts tegen de wind in). Het gaat volgens de website van de reder iedere drie uur 8, 11, 14 en 17 uur. Niet eens te duur. Thuis had ik het zorgvuldig uitgezocht; je weet het maar nooit met ponten. Ik koos 11 uur. Maar nergens in Bunsbüttel vind ik een steiger. Als ik het de veerman over het kanaal vraag, zegt hij: “Mijnheer het veer is kapot en we hebben geen geld om het te laten repareren. In Glückstadt hebben ze wel een veer.” Ik stap aan boord en ga
maar trappen er zit niets anders op.

(Als ik het later thuis opzoek vind ik meteen dat de reder geen steun krijgt en de dienst uit de vaart is genomen.)

Glücksstadt ligt 26 km stroomopwaarts. Een stuk kan buitendijks, zo rijd ik zelfs over de afwatering van de kerncentrale van Brokdorf, waar in 1981 nog 100.000 mensen tegen demonstreerden. In Duitsland was er een Fukushima voor nodig om de kernindustrie een duw in de goede richting te geven. Eind 2017 is na allerlei mankementen de aanvraag ingediend om de centrale stil te leggen. Met dezelfde pont
die ik al eerder had ga ik de Elbe weer over.

Misschien is dit wel precies waar ik het voor doe. Het is 50 km om, de wind tegen voor de boeg en dan weer de moed vinden om te trappen; ook als het even niet meer harder lijkt te gaan dan 15km p/u en het pad zo zanderig is dat je maximaal slippend verder komt. Mijn navigatie leidt me veelal langs kleine landwegen en onverharde paden. Met dat doorbijten zie je ook de mooiste landschappen.

Wel vraag ik me af waarom in grote stukken geen windmolen staan. Een sticker, bij een bushalte waar ik een hand kersen eet, geeft een mogelijke verklaring. Burgers van nu weten de windenergie effectief tegen te houden. Energie what is it good for? Vertel het ze. Toevallig had zich in dit gebied ook een actiegroep voor het aan banden leggen van de wolf verenigd. Wilde dieren, dat doen ze maar in Afrika. Süper!

Aan het eind van de dag kom ik op een typische strandcamping. Er is een midgetgolf en een strandje aangelegd met strandattributen. Aan de waterkant staat gras in het slik. Waar je hier moet zwemmen (dezelfde vraag stelde ik me al bij de eerdere strandcampings)?


Dag 1 Trein – Borkum: Zeeman
Dag 2 Borkum – Norddeich: Trekkers
Dag 3 Norddeich – Dangast: Alles er op en er aan
Dag 4 Dangast – Bremen: Pompstation
Dag 5 Bremen – Hodorf: Vijver
Dag 6 Hodorf – Hochdonn: Gondel
Dag 8 Grossensiel – Kostverloren: Griesmeel
Dag 9 Kostverloren – thuis: Rijks Hoogere Burgerschool

maandag 11 juni 2018

Dag 6 Hodorf – Hochdonn: Gondel




Weg van die mooie, vriendelijke camping. Ik ben er mijn zeep vergeten. Ach water wast ook. Thuis ligt er nog een korte broek te wachten. Het zweet in de broek die ik nu al bijna een week draag, verdrijft alle frisse geuren. Mijn trainingsvest laat ik achterop mijn volgepakte fiets uitwaaien. En verder ben ik ook al niet zo'n gangbaar type. Toen ik ergens ging zitten om een hap te eten, kwam iemand gelijk zijn portemonnee van zijn fiets halen.

Ook mijn tweede Schwebefäre deed het niet. Op 8 januari 2016 kwam de Evert Prahm in aanvaring met de brug. De schade loopt in de miljoenen, maar de brug wordt weer gemaakt en zal mogelijk in 2018 weer gebruikt kunnen worden. De mistroostige opmerking van de man bij de zweefbrug in Newport was dus onterecht. Nu zijn er noodmaatregelen om de 1.700 personen en 350 kleine voertuigen die er dagelijks gebruik van maakten naar de overkant te krijgen. Er is nu nog een werkende zweefbrug over die ik niet heb bezocht, die in Buenos Aires. Dat betekent geen gondel meer naar de overkant. Ik moet iets anders bedenken.

Nu wordt het een pont verderop, een van de vele over het Nord Ostsee Kanal (ik tel er op de kaart twaalf – de meeste heb ik gezien en twee genomen – en zes bruggen). Pontjes een andere liefhebberij van me, maar om nu met nr. 1 van de noord naar zuidzijde te varen en met 2 visa versa, en dat twaalf keer gaat me te ver, het heeft iets kinderachtig jammers.  

Het valt me op hoe weinig last ik heb van de auto's. Er zijn goed bewegwijzerde fietspaden, die langs de weg lopen of los ervan door bossen
en langs akkers. Wel lopen de autowegen als litteken door het landschap. Misschien eens kijken hoe het is gesteld met de dodelijke verkeersongevallen met fietsers in Duitsland. Vorig jaar schreef ik:
Wat betreft verkeersveiligheid behoren zowel Nederland als het Verenigd Koninkrijk (scoort net wat beter) tot de top, maar Nederland steekt er wel met kop en schouders boven uit (32% van het totaal) als het gaat om het deel fietsers onder de verkeersdoden. (Alleen Kiribati kent met één fietsdode van de drie verkeersdoden net boven Nederland uit, dat is nl. 33%, maar statistisch natuurlijk niet interessant.) Dat Nederland zo hoog scoort heeft vooral te maken met de populariteit van het fietsen.
Dat onderzoek is nog steeds het meest recente. In Duitsland is 11% van de 3.339 verkeersslachtoffers fietser. In Nederland werden 570 doden in het verkeer geteld. Dat is 182 fietsers. In Duitsland in absolute cijfers dus 2 x zoveel.

Dag 1 Trein – Borkum: Zeeman
Dag 2 Borkum – Norddeich: Trekkers
Dag 3 Norddeich – Dangast: Alles er op en er aan
Dag 4 Dangast – Bremen: Pompstation
Dag 5 Bremen – Hodorf: Vijver
Dag 6 Hodorf – Hochdonn: Gondel
Dag 8 Grossensiel – Kostverloren: Griesmeel
Dag 9 Kostverloren – thuis: Rijks Hoogere Burgerschool




zondag 10 juni 2018

Dag 5 Bremen – Hodorf: vijver


Het is een soort bedevaart die ik maak. Nu al het vierde jaar op rij bezoek ik nog werkende transportbruggen (Duits: Schwebefähre). De weg die ik in Osten naar beneden volg blijkt de goede. Aan de kant panelen met alle andere transportbruggen in de wereld. Het lijkt een beetje op een kruisweg statie.

De brug in Osten is ondanks deze praal kapot. Onder andere de EU springt bij om hem weer aan de praat te krijgen. Weer eens wat anders:
een werkende zweefbrug die niet werkt. Aan de overkant is een museum om te vertellen hoe het was en weer wordt.

De dag eindigde op een camping naast het riviertje de Stör. Een camping om blij van te worden, met stopcontacten onder een afdak, stoelen & tafels, een boomhut zonder trap of touw, katten maar geen andere gasten, een
verzorgd WC en douche gebouwtje, en een vijver om in te zwemmen tussen waterlelies en kikkers. De koeien huppelden achter de camping langs naar de stal. Wil je weten waar Hodorf ligt zoek maar op.

Dag 1 Trein – Borkum: Zeeman
Dag 2 Borkum – Norddeich: Trekkers
Dag 3 Norddeich – Dangast: Alles er op en er aan
Dag 4 Dangast – Bremen: Pompstation
Dag 6 Hodorf – Hochdonn: Gondel
Dag 7 Hochdonn – Grossensiel: Er zit niets anders op
Dag 8 Grossensiel – Kostverloren: Griesmeel
Dag 9 Kostverloren – thuis: Rijks Hoogere Burgerschool











zaterdag 9 juni 2018

Dag 4 Dangast – Bremen: pompstation

Moe maar met plezier vertrok ik van de AFP-camping waar drie mannen (minimaal) tot drie uur in de nacht rechtse teksten en hard gelach over de camping bralden. Niemand zei er wat van. Er liep alleen een vrouw langs mijn tentje die zich huilend afvroeg of dit was wat de Duitse cultuur had opgeleverd. En dat midden in de nacht! Zou het dezelfde zijn geweest die vond dat er caravans op het terrein stonden die nogal aanstellerig groot waren?

De tocht ging door een soort Twents landschap. Daarna door een voor 97 procent ontgonnen en tot grootschalige akkers omgebouwde veengebieden. In een klein stadje zijn de winkels gesloten om niet meer open te gaan. Bij het pompstation koop ik een ijsje. Daarna langs de Wezer om in Bremen een vriendin te bezoeken. Haar dochter uit Berlijn is er ook. Het was leuk ze beide weer te zien.

Dag 1 Trein – Borkum: Zeeman
Dag 2 Borkum – Norddeich: Trekkers
Dag 3 Norddeich – Dangast: Alles er op en er aan
Dag 5 Bremen – Hodorf: Vijver
Dag 6 Hodorf – Hochdonn: Gondel
Dag 7 Hochdonn – Grossensiel: Er zit niets anders op
Dag 8 Grossensiel – Kostverloren: Griesmeel
Dag 9 Kostverloren – thuis: Rijks Hoogere Burgerschool
Ford (doorwaadbare plaats) voor de fiets.

vrijdag 8 juni 2018

Dag 3 Norddeich – Dangast: Alles er op en er aan


Een dag eerder dacht ik het al te zien: hoogbouw op Norderney. Vanmorgen fietste ik er langs. Maar wat het is? Bovendien één eiland is geen eiland. Verder heb ik in die hele tocht tot aan het laatste Wangerooge geen hoogbouw meer opgemerkt, maar ach Google biedt uitkomst voor wie juist wel of juist niet hoog bivakkeert op een eiland.

Het is een echte Waddentocht aan het worden. Nog nooit zoveel Wad gezien. Ook de volgende
camping ligt pal aan het slijk. Het Dangast aan
de Jadeboezem (net zo iets als de Eems Dollard). Zou je hier ooit kunnen zwemmen?

Voor Wilhelmshaven staken de pieren ver uit de kust, om schepen de mogelijkheid te geven aan te meren. Petrochemie en energiecentrale. Zou het daaraan liggen of zijn er andere redenen dat ik zo weinig vogels hoor? Ik zag een paar bergeenden en maar een enkele scholekster. Maar het voedselaanbod is diverser dan 80 jaar eerder bleek uit een onderzoek.

In Wilhelmshaven reed ik over de marinehaven. Ik moest denken aan het artikel dat ik schreef voor het Vredesmagzine en inleverde vlak voor vertrek met alle radar uit Hengelo die ik zag. Nederlanders die ik er tegenkwam, wisten me te melden dat Van Oort een nieuwe haven aan het aanleggen is.

De buren op de camping klagen over wat een vluchteling allemaal krijgt. Ze zeggen naast hun caravan – met alles er op en er aan – dat Duitsland, Duitsland niet meer is. Gelukkig gaan ze uit eten en wordt het rustiger. 

Dag 1 Trein – Borkum: Zeeman
Dag 2 Borkum – Norddeich: Trekkers
Dag 4 Dangast – Bremen: Pompstation
Dag 5 Bremen – Hodorf: Vijver
Dag 6 Hodorf – Hochdonn: Gondel
Dag 7 Hochdonn – Grossensiel: Er zit niets anders op
Dag 8 Grossensiel – Kostverloren: Griesmeel
Dag 9 Kostverloren – thuis: Rijks Hoogere Burgerschool
 

donderdag 7 juni 2018

Dag 2 Borkum – Norddeich: Trekkers


Op dag één in de trein (van Almere tot Groningen) naast twee Duitse academici, verbonden aan de UvA. Je zit er dan een paar uur naast. In Groningen hadden ze een conferentie. Ze doceerden genderstudies en bespraken de omgangsvormen op de universiteit en de werkstukken van studenten. Het thema voor die papers leek me te zijn hoe gendergelijkheid te bereiken. Af-en-toe zaten er een paar woorden Engels tussen, maar grotendeels spraken ze het serieuze Duits.

Dag twee vertrek ik al weer van Borkum. Voordat de Ostfriesland afmeert, staat er een al een groep geelgroene trekkers klaar. Inderdaad die van John Deere. Een Amerikaans merk. Hebben ze geen eigen Duitse trekkers, vraag ik me geheel volgens de tijdsgeest af. Met de Lagere Landbouw School gingen wij op bezoek in bij International Harvester in Neuss am Rein (met het nu al veertig jaar indrukwekkende gesmolten staal). Het was een dag bussen vanuit en naar Steenbergen. Maar ook IH was een van origine Amerikaans merk. In Mannheim staat nu


een fabriek waar de trekkers met het gele hertje worden gemaakt. Je weet niet wat van waar er in zo'n trekker zit. De wereld is ingewikkelder dan je wel eens opgedrongen wordt.

Wie het was of waren weet ik niet meer, maar ze praatten me aan dat de Duitse Wadden vol hoogbouw staan en verprutst zijn. De toerist ziet nu met eigen ogen dat dit niet klopt. Het klopte zeker niet voor Borkum. Ja er zijn daar twee kerken, twee windmolens, twee vuurtorens, maar het is grotendeels groen en vol grassen en bloemen. Het is lawaaierig door de weide-, wad- en strandvogels.

Het was een hete dag. Een dag om flink te drinken. Ik dronk water, de twee achter het bosje op de camping vooral alcohol. Om een uur of tien 's avonds gaan ze agressief schreeuwend een ruzie aan die nog tot een uur of twee zal duren. Het gaat om geld en de man heeft het altijd over 'Ich'-praat. Ik voel me niet veilig in mijn tentje.
 
Dag 1 Trein – Borkum: Zeeman 
Dag 3 Norddeich – Dangast: Alles er op en er aan
Dag 4 Dangast – Bremen: Pompstation
Dag 5 Bremen – Hodorf: Vijver
Dag 6 Hodorf – Hochdonn: Gondel
Dag 7 Hochdonn – Grossensiel: Er zit niets anders op
Dag 8 Grossensiel – Kostverloren: Griesmeel
Dag 9 Kostverloren – thuis: Rijks Hoogere Burgerschool

woensdag 6 juni 2018

Dag 1 Trein – Borkum: Zeeman

Iemand had een verse Volkskrant in de trein laten liggen, alleen de makkelijke Sudoku was al aangevreten. Zo las ik bij het begin van mijn vakantie over vluchtelingen, economie e.d. Ik pikte twee citaten:

Immanuel Kant: “Hij die geen doelen heeft, moet in zijn lot berusten; hij die wel een doelstelling heeft, kan zijn lot in handen nemen;” en
Haemin Sungin: “Alleen door relaxed te zijn in het nu, kun je je ware zelf zien.” De Koreaanse Boeddhistische monnik bepleit ook een pauze van twitter en apps.

Beide klinken gepast zo aan het begin van een vakantie. Twitteren, facebooken en e-mailen zal ik niet (bellen wel, naar huis om te laten weten dat het goed met me gaat. Oppervlakkig om me heen kijken blijf ik wel, zoals een toerist dat doet.) Relaxed ben ik aan het begin van de reis niet. Eigenlijk heb ik het gevoel dat ik dat rusteloze zelf ben. Ik streef allerlei kleine en grote doelen na en soms valt me dat zwaar. Of ik slechts laid-back zou kunnen beschouwen? Doe mij maar Kant.
 

In Baflo stap ik uit de trein en fiets via Usquert naar de Eemshaven. De reis is begonnen. Het is een luxe traktatie: een nieuw Waddeneiland, en twee vaartochten. De veerboot Munsterland kan de haven niet uit omdat de Lucky Sunday er met vracht aankomt. Geduld, maar de motoren ronken al. En ik bedenk me dat ik zeeman had moeten worden. Altijd een doel, de volgende haven. Eventjes maar, welt die wens met terugwerkende kracht op.
 
Dag 2 Borkum – Norddeich: Trekkers

Dag 3 Norddeich – Dangast: Alles er op en er aan

Dag 4 Dangast – Bremen: Pompstation

Dag 5 Bremen – Hodorf: Vijver

Dag 6 Hodorf – Hochdonn: Gondel

Dag 7 Hochdonn – Grossensiel: Er zit niets anders op

Dag 8 Grossensiel – Kostverloren: Griesmeel

Dag 9 Kostverloren – thuis: Rijks Hoogere Burgerschool