zaterdag 25 oktober 2025

Martins hobby

Sinds Martin op Curaçao is, heeft hij er een hobby bijgekregen: het snorkelen. Zijn maten waar hij 's avond mee gaat stappen, noemen hem een zoetig kereltje, maar daar trekt hij zich weinig van aan. Hij is juist zo blij dat hij niet meer iedere dag aan boord bij de tap hoeft te zitten. Nee 's avonds is hij wel van de partij, als hij zich lekker gedoucht en flink wat gegeten heeft, want van dat snorkelen krijg je wel honger.

Martins maten snappen er niets van. Hij is nog steeds gezellig, maar dat snorkelen is toch meer iets voor doetjes en de lui die zo flink doen met hun duikset aan boord.
     Ze willen toch ook wel eens kijken, wat dat snorkelen dan eigenlijk wel inhoud. Ze weten zelf geen plekjes, maar ze durven ook niet zo goed naar Martin toe te stappen, om te vragen of ze mee mogen, maar ze hebben weinig keus. Martin is meteen enthousiast over hun verzoek en zo zitten ze de volgende dag in Martins oude, versleten en hobbelende kevertje, waarvan een portier niet meer werkt, en de voorruit eruit ligt, zodat ze constant stof zitten te happen en blij zijn dat ze op Boca St. Michiel aangekomen eindelijk wat kunnen drinken.
     Rob en Erwin liggen nog niet in het water of ze hebben het al moeilijk. Ze krijgen meer water dan lucht door hun pijpje naar binnen. Maar na een paar kleine aanwijzingen van Martin – die deze problemen zelf ook gehad heeft – is ook dat verholpen. De jongens zwemmen nog wat rond voor de stijger, maar daar is niet zoveel te zien, op wat lichtgeel gestreepte vissen na. Ze gaan meer naar het rotsige gedeelte van de baai, er is daar zoveel te zien tussen kersen, waaier en vele andere soorten koraal. Martin vindt de weg door alle geulen tussen de koralen als in zijn broekzak en zo zien ze lip-, trompet-, papegaai- en vele andere andere soorten vis. Het is eigenlijk teveel om op te noemen. Wat veel indruk op de jongens maakt is een school inktvissen die op een meter of vijf voorbij komt (zetten) zwemmen als een escadrille kleine straaljagers. Na een poosje prikt Martin een zeeappel kapot, zodat de vissen zich te goed kunnen doen aan het witte vlees, een heel leuk gezicht die voornamelijk gele vissen tussen de in het rond zwevende naalden.
     Opeens ziet Rob een paar zeeschildpadden zwemmen, welke de jongens proberen te bereiken door ze de pas af te snijden, wat op
een paar meter na lukt. Maar als ze er bijna zijn verdwijnen de beesten over de blauwe rand de diepte in. Alleen Erwin duikt ze nog achterna. Dat is natuurlijk verspilde moeite . Toch blijft hij vrij lang onderwater en als hij bovenkomt zien Rob en Martin ondanks zijn duikbril aan zijn gezicht dat hi iets bijzonders gezien heeft. Hij vertelt Rob en Martin dan ook een ongeloofwaardig verhaal over zwart koraal dat in grote hoeveelheden, en van behoorlijke dikte – hij schat wel drie cm – op een meter of zeven te vinden zou zijn. Rob en Martin willen zichzelf ook overtuigen en gaan achter Erwin aan de diepte in. En ja op de ongeveer zeven meter. Ze konden hun ogen niet geloven. Als ze het af zouden plukken, dan zou de hele bemanning erover spreken en zouden ze de duikers die het op 35 á 40 meter gaan halen een hak zetten. Ze gingen eerst naar boven om lucht te scheppen en te overleggen. Martin die weet dat zwart koraal maar heel langzaam groeit, twijfelt eigenlijk waar hij nu voorrang aan moet geven: zijn naam aan boord of de natuur in de vorm van beschermd zwart koraal van enkele eeuwen oud. Nadat Martin dit aan de anderen had voorgelegd, is het Erwin die de knoop doorhakt. Hij zegt: “Als we dit plukken allleen voor onze naam en om anderen een hak te zetten dan zijn wij nog minder dan die duikers die het weghalen alleen voor de heb.”
     Hopelijk staat het er nu een jaar later nog.

Opm: Ik weet niet of het bezwaarlijk is, maar het is niet mogelijk dat zwart koraal op minder dan een meter of 25 groeit.

----

Dit schreef ik in mei 1984. Als matroos bij de marine volgde ik een cursus HAVO-Nederlands bij de Leidse Onderwijsinstellingen, LOI. Dit stuurde ik in als opstel. Voor stijl kreeg ik er een 8 voor en voor taal een 7 en er stond onder “U schrijf goed Gaat u zo door”. En achter mijn vragende opmerking aan het eind stond “nee”.
Met Rob en Erwin trok ik destijds veel op of ik ook met hen ging snorkelen? Met twee anderen ben ik gaan duiken en ooit zag ik een schildpad verdwijnen over de blauwe rand. Feit en fictie lopen hier vreemd door elkaar, als is het maar omdat ik geen rijbewijs heb, laat staan een auto gehad. 

Er zijn drie opstellen bewaard gebleven. Ik herinner me dat er ook een vierde was over seksisme binnen de marine. Maar dat kan ik niet meer vinden.

Martins hobby, Mei 1984
Geen woorden, maar daden, Jul 1984
Morgen zal de lucht nog smeriger zijn! Okt 1984


Geen opmerkingen:

Een reactie posten