Rondom het Markermeer. Het lag onder een grijze deken waaruit af en toe stuifsneeuw kwam. Het leverde vooral foto's van vogels op, maar ook van de eikenhouten restanten van een vrachtschip. Bij Lelystad stap ik eens af om naar het schip te kijken dat naast Batavia Stad onder een afdakje ligt. Het is een Groninger tjalk, de Dolfijn (of Fiducie). Het schip is er met een lading 77.000 stenen tijdens een reis naar Amsterdam in 1888 vergaan. Het was 10 jaar oud en was gebouwd door de vader van de schippersvrouw, naar verluidt als bruidsschat. Willem Venema en Annegien Koerts trouwden in 1878. Met het schip deden ze binnen- en buitenlandse havens aan en er werden drie kinderen geboren. Pa Koerts zou werfeigenaar in Kiel Windeweer zijn geweest. Maar dat heeft nog niemand terug kunnen vinden. Opvallend want Kiel Windeweer is niet zo groot en ligt aan een smalle vaargang, Het Kieldiep. Zou het niet zo kunnen zijn geweest dat vader voor eigen rekening op de werf, waar hij werkte, een schip voor zijn dochter bouwde en zo een beetje als werfeigenaar kon worden gezien? Het is inmiddels ruim 140 jaar geleden. Dus wie zal het zeggen. De familie overleefde de ramp. Ze gingen in de sloep van boord en zouden worden gered door Kamper vissers. Die deden de schipper wel een rechtszaak aan, omdat die het tientje reddingsgeld niet kon betalen; het gezin was net alles kwijt geraakt. De rechter zou de vissers een schrobbering geven, vanwege hun vrekkigheid, maar vast staat ook dit niet. Het gezin ging naar Amsterdam, waar Willem stoker werd bij de Wester Suikerraffinaderij. Er zouden in Amsterdam nog vijf kinderen geboren worden. Er is een onderzoeksdossier met veel gegevens. |
zaterdag 16 januari 2021
Dolfijn
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
7 opmerkingen:
Mooi, hoe ze vroeger eerst de mensen redden en achteraf pas over de kosten begonnen na te denken.
Ja vriendelijke jongens die Kamper vissers, maar is dat niet nog steeds zo (los van de vluchtelingen die niet altijd gered worden)?
In het VK hebben ze het probleem dat mensen meer de natuur intrekken door het leven met Covid en dan onvoorbereid overvallen worden door het weer. De redders maken overuren en vragen mensen beter op te letten.
Strandwachten in Nederland zien veel mensen die teveel risco in zee nemen. OOk zij waarschuwen en redden. Over kosten voor de drenkelingen heb ik nog niemand gehoord.
In het begin van mijn werkzaam leventje had ik weekend wacht op Vliegkamp de Kooy daar stond altijd een helikopter klaar om te redden en een zogenaamde matroos OSRD (iemand met de dood in de ogen, zo keken wij daar naar), die mensen uit zee, van booreilanden en schepen in nood haalde. Het was een soort ziekenwagen voor het zilte Nederland. Dat kwam voor kosten van ons allen, de destijds 14 miljoen belastingbetalers.
Die vissers waren toch op de Zuiderzee en zes mensen (waarvan drie kinderen) overnemen uit een sloep en ze 30 km verderop aan wal brengen voor twee weeklonen zou goed geboerd zijn. In ieder geval was het harteloos. Ik merk dat ik me identificeer met die schipper, die voortaan in de stank van melasse aan het vuur zou staan en zijn kinderen roggebrood zonder boter of vet moest laten eten.
Ja, je hebt gelijk Martin. Ik had met mijn reaktie de vluchtelingen in gedachten. De weigering te redden komt in dat geval nog meestal van bepaalde stuurlui die aan wal staan. Soms slaat mijn wijzer wat naar de negatieve kant door. Dat is niet goed.
Ron mensen die alleen maar positief zijn, daar krijg je toch ook wel eens de kriebels van. Soms is het wel eens goed negatief te zijn. Bramen wegvijlen kan alleen als je ze ook wilt voelen.
Apart, dat mijn gedicht uit Kamperland jou aan dit deed denken, terwijl het mij dan weer deed terugdenken aan een heel ander verhaal uit Kamperland (de plaats van mijn jeugd trouwens), waarbij ik in de stroming van de Oosterschelde terecht was gekomen, vlak bij de waterkering (laten we zeggen, niet helemaal onbedoeld, ik zat toen in een hele zwarte periode in mijn leven ...). Toen de eigenaar van de camping daar, waar mijn ouders verbleven, aan mijn vader vroeg (ze stonden er beiden op te kijken) of hij een reddingshelikopter moest bellen vroeg mijn vader hem hoeveel dat zou kosten. Dat zou zo'n 1.000 gulden kosten antwoordde hij, waarop mijn vader zei: 'Doe maar niet, hij moet er zelf maar uit zien te komen!'. Dat verhaal hoorde ik NB van mijn toenmalige partner, die er ook bij stond en ook dat geld niet wilde ophoesten. Nu ja, ik ben er uiteindelijk dus zelf uit geraakt na een heel gevecht en wist vanaf dan ook hoeveel ik waard was en gek genoeg kan ik er na al die jaren nog steeds om lachen al leidde het toen wel tot een paar wrangere gedichten zoals o.a. ‘Post Scriptum’ (Apart, dat mijn gedicht uit Kamperland jou aan dit deed denken, terwijl het mij dan weer deed terugdenken aan een heel ander verhaal uit Kamperland (de plaats van mijn jeugd trouwens), waarbij ik in de stroming van de Oosterschelde terecht was gekomen, vlak bij de waterkering (laten we zeggen, niet helemaal onbedoeld, ik zat toen in een hele zwarte periode in mijn leven ...). Toen de eigenaar van de camping daar, waar mijn ouders verbleven, aan mijn vader vroeg (ze stonden er beiden op te kijken) of hij een reddingshelikopter moest bellen vroeg mijn vader hem hoeveel dat zou kosten. Dat zou zo'n 1.000 gulden kosten antwoordde hij, waarop mijn vader zei: 'Doe maar niet, hij moet er zelf maar uit zien te komen!'. Dat verhaal hoorde ik NB van mijn toenmalige partner, die er ook bij stond en ook dat geld niet wilde ophoesten. Nu ja, ik ben er uiteindelijk dus zelf uit geraakt na een heel gevecht en wist vanaf dan ook hoeveel ik waard was en gek genoeg kan ik er na al die jaren nog steeds om lachen al leidde het toen wel tot een paar wrangere gedichten zoals o.a. ‘Post Scriptum’ (https://bertdeben.blogspot.com/2013/03/post-scriptum.html)
Knellende banden en hypocrisie van het strenge calvisme (deel van mijn achtergrond) en de genoemde locatie die ik graag aandoe maakte dat dit kwam bovendrijven.
Zo wrang dat ik het bewonderenswaardig vind dat je er om kan lachen (tja wat moet je ander ook).
Indrukwekkend gedicht, zeker met deze achtergrond. Zie dat ik het in 2013 al las, en het gedicht anders scherp noemde dan je andere scherpe gedichten.
Hier actieve link naar gedicht.
dank voor de actieve link (dat lukt mij nooit, digibeet als ik ben denk ik dan ...)
en ja dat lachen met - het zal wel een verdedigingsmechanisme zijn, ze noemen 'ons' niet voor niks 'gay' (vrolijk, opgewekt, het klinkt soms zo ironisch ... schreef ik ooit in een gedicht)
zelf heb ik amper een religieuze achtergrond (doop, communie, huwelijk en begrafenis en verder kwamen we geen kerk in), maar de oorlog heeft destijds mijn vader zwaar gebroken en gehard en later kon ik die hardheid ook wel een plaats geven ...
Een reactie posten