donderdag 30 september 2021

Boeken in september


 Laatst gelezen boek boven.

Het lukt me niet om een bespreking te schrijven over Oil money; Middle East petrodollars and the transformation of US empire, 1967-1988 door David M. Wight. Er gaat vrijwel geen dag voorbij of ik word herinnerd aan het boek dat ik al in augustus uitlas. Het zit vol met bekende en minder bekende verhalen uit de wereld van olie, Midden-Oosten en Amerikaanse politiek, met feiten en gedachten. Mijn versie staat inmiddels vol strepen en opmerkingen in de kantlijn. Maar hoe de bespreking in een afgebakende hoeveelheid tijd vorm te geven?

Een samenvatting kan zeer beknopt. Olie is de smeerolie voor de wereldeconomie, veel wordt gewonnen in het Midden-Oosten en wereldwijd verkocht. Dat begon al snel grote bedragen op te leveren en daarmee groeiende invloed van de producerende landen. Het was van belang die macht te beperken, om de olie te laten stromen, de prijs laag te houden en de winsten terug te sluizen naar de Verenigde Staten om het Amerikaanse begrotingstekort (grote militaire uitgaven) te financieren. Dit werd gedaan door producten te leveren, zoals wapens; direct of indirect (Saoedi-Arabië financierde bijvoorbeeld de Egyptische aankopen in de Verenigde Staten). Caïro had gemerkt dat Amerikaanse wapens een doorslaggevende rol speelden tijdens oorlogen met Israël.

Die wapenaankopen leidden vervolgens tot grotere Amerikaanse invloed in de regio, waaronder een politiek om Israël uit de wind te houden, het versterken van het neoliberalisme en om
“de wereldwijde macht van de VS te bewaren en uit te breiden.” Het boek levert context bij de dagelijkse nieuwsfeiten en is gebaseerd op uitgebreid bronnenonderzoek.

Als het niet lukt om een bespreking te schrijven dan moet het wel mogelijk zijn wat opmerkingen te noteren.

1) In het voorwoord wordt een notie
behandeld uit 1974 van de dit jaar gestorven neoconservatief Donald Rumsfeld, destijds de chef staf van het Witte Huis  (onder president Nixon). Hij adviseerde om petrodollars terug te laten vloeien naar de Verenigde Staten door met de Arabische landen een ruimtevaartprogramma op te zetten, waarbij Amerikaanse bedrijven de technologie zouden leveren. Het moest de miljarden terug laten vloeien, relaties versterken en Amerikaanse invloed vergroten. Dit specifieke idee kwam eer niet van, maar volgens dergelijke lijnen werd wel verder gedacht en gehandeld.

2) Iran is het schoolvoorbeeld van een buitenlandse politiek die faalde. De wapenstromen naar de Sjah gingen door tot kort voordat hij viel. Overigens miste Nederland destijds letterlijk de boot bij een van de grootste wapenleveranties die ooit voorbereid werd in Den Haag. (Vreemd genoeg een weinig bekend verhaal.) Het geeft aan hoe kortzichtig wapenexport politiek kan zijn, vrienden van vandaag zijn de vijanden van morgen. (Heel actueel in de kwestie Afghanistan.)

3) Iran is in dit verband ook van belang omdat het deel was van de Iran Contra Schandaal. Wight beweert dat het beter zou zijn om van Saoedi Contra schandaal te spreken, omdat Riyad $ 32 miljoen van $ 40 miljoen voor de wapens bijdroeg (p. 260).

4) De cynische relaties tussen Washington en Teheran en Riyad zouden niet door alle burgers van die landen op prijs worden gesteld. Het zou koren zijn op de molen van de Ayatollah's, maar ook van Osama bin Laden die er een deel van zijn anti-Amerikaanse strijd op baseerde.

5) In de conclusie komt de recente geschiedenis aan de orde, waarin zowel de regering van president Obama als die van president Trump wapens leveren aan Saoedi-Arabië dat oorlog voert tegen Jemen, waar opstandelingen de door Riyad gesteunde dictator hebben verdreven. De leveringen gingen door na de moord op de Saoedische dissident Kashoggi, die in de Saoedische ambassade in Ankara vermoord werd en in stukken gezaagd afgevoerd.

6) Het boek heeft als boodschap dat financiële middelen van de rijke olie-exporterende landen gedurende de jaren zeventig de relaties tussen het wereldwijde imperium van de Verenigde Staten en de landen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika structureel veranderde. De schrijver gebruikt het woord imperium aangezien dit laat zien dat in het proces van globalisering niet het gevolg is van technocratie, maar van machtspolitiek.

7) Als een belangrijk deel van de Amerikaanse wapenleveranties aan de regio het kopen van invloed was om de olieprijzen laag te houden dan heeft deze politiek geleid tot het voortgaan van de fossiele brandstof economie die enorm bijdraagt aan de klimaatcrisis, bedenk ik me. Door die lage prijs kregen alternatieven immers minder kans. De gevolgen van klimaatverandering zijn de grootste bedreiging voor het leven van velen wereldwijd. Nu al verdwijnen eilanden onder de zeespiegel, en nemen branden, overstromingen, droogte en extreme weerpatronen toe. Nu al blijkt de kosten enorm veel groter zijn dan die aan de pomp worden verrekend. Er is sprake van een kwalijke driehoek met actuele gevolgen.

Het is niet uitgesloten dat ik hier later nog tekst aan toe zal voegen. Het boek is het waard om te fileren en in moten op te dienen. Ik laat dan nog wel weten waar het uiteindelijke resultaat komt te staan.

Volgende boek onder foto


Een zachte dood (op de cover ook de Franse titel Une mort tres douce) van Simone de Beauvoir is een verslag van het overlijden van de moeder van de schrijfster, een bespiegeling van haar leven en wie ze was in het leven van de schrijfster zelf.

Françoise de Beauvoir valt in haar appartement en ligt uren op de grond voordat ze geholpen wordt en overgebracht naar een kliniek. Ze kwakkelde al langer, maar volgens de dokter was het niets ernstigs. In de kliniek blijkt al snel dat ze aggressieve kanker heeft.

De dochters onthouden hun moeder deze diagnose en die gaat er daardoor vanuit dat ze aan een buikvliesontsteking geopereerd is en op zal knappen, dat geeft haar een goed gevoel. De illusie gedijdt bij de versufte toestand waarin ze leeft door de morfine die ze krijgt tegen de pijn. Een reusachtige leugen om bestwil dus.

Het boek beschrijft het ontluisterende aftakelingsproces en ook hoe een patiënt materiaal is in de handen van de artsen, waarvan sommige ronduit arrogant zijn en trots op hun kunstgrepen om het leven te verlengen om het verlengen zelf. Voor de verpleegsters is het sterven een gewone zaak en ook zij zijn niet daardoor niet altijd even attent of meevoelend. Toch kunnen ze op heel wat meer sympathie rekenen dan de witte jassen, op een gegeven moment ook van moeder. Er is zelfs sprake van een zekere solidariteit met het verplegend personeel dat het veel te druk heeft (hoe actueel, nog steeds). Toch zijn er ook artsen zijn die zich sympathiek opstellen, zoals dokter P. die zegt dat er sprake zal zijn van een zachte dood, geen lijden.

Het blijft een worsteling iemand te zien sterven die strijd in eenzaamheid. Er zal zelfs geen beloning voor zijn. De dochters kennen deze afloop wel. Het geduld en de moed waren daarom een vorm van bedrog. Haar leven was al zo vol dubbelzinnigheden geweest, geprezen omdat ze zich zo weg wist te cijferen.

De schrijfster is aangedaan door het proces. Dat had ze niet verwacht want zo innig was de band met haar moeder niet. Sterker nog ze had tegelijkertijd een beminde als gehate afhankelijkheidsrelatie met haar. Ze is getroffen door haar moeder die na een leven lang een goede burgerlijke Française te zijn geweest aan het eind het gewenste gedrag laat varen en voor zich zelf gaat leven: “Ze ontdeed zich van de fraaie clichés die hadden verhuld wat zij aan boeiends in zich had.” Tijdens haar sterven liet ze zien hoe oneindig waardevol elke minuut nog kan zijn, maar ook dat de dood een ongehoorde daad van geweld is die niet komt omdat je tijd gekomen is, je gaat aan iets dood, omdat die kwaal, dat ongeval komt.

Wat ik als lezer me afvraag is waarom ik het boek zo mooi vind. Je wordt een ontluisterende situatie ingezogen en toch leest het aangenaam. Het boek gaat er vanuit dat het leven niet eindeloos gerekt moet worden, omdat het kan. Dat is een visie waar ik de mijne in herken. Het voegt er aan toe, dat het leven dat er nog is een hand moet krijgen. Van een afstand volg je een integere beschrijving van het proces waarin het leven uit een lichaam verdwijnt. Het boek geeft daarmee inzicht in een belangrijk aspect van het leven, het sterven van dierbaren. Het is een fijnzinnig boek.Ruim een halve eeuw oud, maar nog steeds relevant.

Volgende boek onder foto



Wolven huilen van Erik Vlaminck heb ik tussen vrouwen en mannen WK-wegwedstrijd uitgelezen. Het is deel van een zesdelige familiekroniek. Het boek beschrijft de zoektocht naar een onbekende halfbroer van de oma van de verteller. Deze stuit op veel stilzwijgen. “In sommige Vlaamse dorpen blijven aspecten van de oorlog taboe,” merkt hij dan ook op.

Halfbroer Alfons Huybrechts is samen met Lisa Schrijvers naar Canada vertrokken of beter, gevlucht. Alfons was een woekeraar en uit lafheid verraadde hij in Duitse gevangenschap onderduikers en verzetsmensen; als eierboer kende hij ze allemaal. Lisa dochter van een cafébaas, waar Alfons zelf onderdook, werd gezien als moffenhoer. Er is geen plaats meer voor hen in het België van de afrekeningen. Dat de werkelijkheid net iets ingewikkelder lag en wit zwarte randjes kan hebben en zwart wel eens grijs - of zelfs ook zwart - kan zijn, is een belangrijk thema van het boek. Een boek met een zich spannend ontrafelende plot.

Wolven huilen werd later tot toneelstuk bewerkt. In een recensie daarvan haal Anneriek de Jong twee andere thema's boven. Dat van de echte mannen:

“Na vijftig jaar hebben de twee nog niks van hun eigen fouten geleerd en ze beseffen nog steeds niet wat zij anderen aandoen. Medelijden is iets voor de zwakken, vinden zij, een echte vent daarentegen moet genadeloos zijn. Tegenover vreemden en familie, tegenover vrouwen, dieren en kinderen. En tegenover zichzelf.”
Het tweede is dat ook slachtoffers een uitweg kunnen zoeken, door de koffers te pakken en het leven elders voort te zetten. In het geval van Lisa is het 't ontsnappen uit een een leven dat op een gevangenis lijkt, waar ze zonder eigen schuld in terecht is gekomen.

Erik Vlaminck tekent een verhaal in grijstinten waarin zelfs medeleven met fazanten, honden en wolven wordt betoond. Het verhaal van Vlaamse collaboratie is geen verhaal dat stilgezwegen wordt, zoals veelvuldig wordt beweerd, alsof bijvoorbeeld het Verdriet van België nooit geschreven is. Het is wel een verhaal dat nog steeds niet óveral verteld mag worden in Vlaanderen. Ook op dit vlak gaat de schrijver voor de nuance.

De koers komt overigens ook in dit boek aan de orde als nostalgisch element.

Volgende boek onder foto




Mijn kleine oorlog
van Louis Paul Boon, ik kocht het voor een paar euro in een kerk in Enkhuizen. Het was een Salamander uit 1967, een uitgave van een boek dat voor 't eerst verscheen in 1946. Het kende een geschiedenis van schrappen en toevoegen en ook de eerste uitgave kwam er niet zonder hindernissen. Achterop die Salamander staat een een aanbeveling van Marnix Gijsens en een andere van Elsschot. Elschot kreeg de tekst in handen als ingezonden werk voor een literaire wedstrijd.

Het was dikker dan het andere ingezonden werk voor de wedstrijd en hij had het tot het laatste laten liggen en overwoog zelfs om het helemaal maar terzijde te schuiven, maar begon er toch aan, met frisse tegenzin. Zijn vrouw riep hem om half drie naar bed. Hij was verdwaald in de kleine geschiedenis. Hij schreef dit in een voorwoord op het boek, waarin hij het de hemel in prees en allen aanbeval die aan de grootste collectieve gruwel een eind wilden maken om zich onder Boon's vaandel te scharen “want zijn Kleine oorlog is niets anders dan de oorlog aan de oorlog.” Wat kan ik daar nog aan toevoegen 75 jaar later?

Het is inderdaad een boek dat met passie geschreven is. Een boek vol woede. Een boek dat verslag doet van de Tweede Wereldoorlog, met zijn slachtoffers, hoerenlopers, weglopende generaals, collaborateurs, klaplopers, straffelozen, concentratiekampgevangenen, profiteurs, bitterheid, en optimisme. Met kinderen die dansen op het luchtalarm, angstige vrouwen en kortzichtige mannen. Met Staf Spies wiens wereld niet groter was dan de rij huizen in Kortrijk waar hij woonde. Als die huizen aan de oorlog zijn ontkomen dan is in Spies' beleving de wereld gespaard. Met een café dat in de Eerste Wereldoorlog voor de helft afbrandde en in de Tweede voor de andere helft gebombardeerd werd. Een boek met overlevers en verdwenenen. Een piano of drie in huis kan niet verbergen dat je een hypocriete, inhalige schurk bent.

Een boek over oorlog. Niet de oorlog van de heroïek, maar de oorlog waar de ellende van de een de winst van de ander is, en met een van de bekendere zinnen uit de Nederlandse literatuur: “Schop de mensen tot ze een geweten krijgen.” Er zijn “boeken die mensen in slaap wiegen maar het is juist hen wakker maken wat men in een boek moet doen,” beweert Boon.

Een schrijver mag
“wel de ogen openhouden maar toch niets schrijven zoals hij het gezien heeft, want dat is geen kunst zeggen de letterkundigen,” zo worden juist die laatsten op hun plaats gezet.

De kleine geschiedenis laat zien dat ook industriëlen wel bevrijdt willen worden, maar hun hek gesloten houden, “zodat het werkvolk dat van de fabrieken of het station wil wegvluchten, niet langs hun tuin zou vluchten en het gras vertrappen.” De fragmenten, waaruit het boek is opgebouwd, laten de mens zien van alle luister ontdaan.


"O geliefde Boswell Sisters die mij meer waard zijn dan Bach of Beethoven." p. 103.

Het is inderdaad een boek dat door Boon geschreven
“is als vreesde hij dood te gaan vóór dat hij zijn gal heeft uitgespuwd,” zoals Elschot in zijn voorwoord schreef. Mooier dan Boon kunnen we de oorlog niet maken, wie dat wel doet houdt de boel voor de gek. Het is een indringend en waardevol boek. Nog niet gelezen? Doen.

Volgende boek onder foto


The Circle van Dave Eggers is een boek over een technologie reus, waarbij Google, Amazon en Facebook verbleken. Het boek stamt uit 2013 en dat lees je. Ontwikkelingen op het gebied van de penetratie van de samenleving door digitale diensten leverende bedrijven gaat bijna sneller dan een mens kan denken. Soms wordt in het boek techniek genoemd die nu al heel geaccepteerd is. Centraal staat dat alle ontwikkelingen bijdragen aan het verdwijnen van kwalijke zaken en tot ieders tevredenheid: net alsof the Circle geen bedrijf is maar een soort wereldwijde private nutsvoorziening. Slechts een enkele keer wordt verwezen naar het inkomen dat hoort bij een toppositie in een dergelijk bedrijf, een paar keer wordt gewezen op de dure verzamelingen die toppers in het bedrijf aanleggen.

Vanmorgen zag ik dat de bezoeken op mijn twitteraccount naar een bedenkelijk niveau waren gezakt. Ze zijn op te krikken door er actief aan te werken, liefst op dagelijkse basis, dat houdt de gang er in en met direct en confronterend taalgebruik. Een degelijke aanpak ligt voor de hand en dan zit je achter de PC voor een beter cijfer. Dat soort cijfertjes spelen ook een grote rol in de disciplinering van de medewerkers van The Circle; alles om de verkoop verder op te schroeven. Aan de andere kant heeft de gigant ook een goed personeelsbeleid. Aan alles wordt gedacht om de medewerkers in de watten te leggen, tot het verzorgen van ouders aan toe (als die naast de nodige medische hulp grijpen), zodat je daar geen zorgen over hoeft te hebben. Het levert wel de gezondheidszorg van naasten uit aan de baas.

De kernwaarden van het bedrijf worden in drie slogans samengevat:

– Privacy is diefstal
– Delen is zorgen
– Geheimen zijn leugens

Het is Mae het hoofdpersonage van het boek die ze zich in laat fluisteren en ze vervolgens verwoord. Als je alles, zonder grenzen, post wat je weet, meemaakt, ziet of voelt dan hebben anderen daar ook iets aan, zo leert ze binnen het bedrijf. De jonge vrouw vindt het eerst nog vervelend dat algoritmes meer over haar kunnen vertellen dan zij zelf (zeker als dat openbaar wordt), maar stap voor stap valt deze twijfel weg. Mae is door haar vriendin Annie, uit de bedrijfstop, de Circle binnengehaald. De drie waarden geven meteen aan waar de grootste zorgen van Eggers liggen. Technologie reuzen krijgen steeds meer vat op gegevens uit ons leven. Het kan ons tot was maken in hun (commerciële) belangen en digitale werkelijkheid kan ons los weken van echte contacten. Mae is een schoolvoorbeeld van openheid, en het vervolgens stuklopen van menselijke contacten.

De Circle meet, vist en weet. Om kinderen te beschermen zouden ze van een interne chip moeten worden voorzien, om ze altijd terug te kunnen vinden. Deze ingebrachte controle technologie wordt als volgende stap mogelijk niet verwijderd bij volwassenheid. Overal zijn kleine goedkope camera's opgehangen, voor iedereen zichtbaar. Wie loopt er door een buurt en wie hoort er niet en wat doet zo iemand dan? Is het een voormalige – met een stigma voor altijd – crimineel? De misdaad verminderd sterk door dit soort maatregelen. Een enorm goed verkoopverhaal. Zou het ook niet handiger zijn als de verkiezingen door The Circle worden georganiseerd? Het bespaart de overheid van de Verenigde Staten alleen al voor de presidentsverkiezingen twee miljard dollar. Het betekent ook dat wie nog niet aangesloten is op de diensten van het bedrijf dat moet doen om te kunnen stemmen. Win-win. Het zijn voorbeelden die een paar stappen het haalbare in de werkelijkheid inhalen. De Jeff Boziase's, Mark Zuckerberg's en Sundar Pichai's van deze wereld pakken het net een heel klein tikje subtieler aan met eenzelfde resultaat, een berg invloed en inkomsten en onmisbaarheid voor de maatschappij.

The circle is geen boek met een vrolijke boodschap. Het is een boek dat laat zien dat de virtuele realiteit wel eens het echte leven en de echte mensen aan de kant kan werken in het groot en in het klein. De grote hoeveelheid privé gegevens die online komen en in handen van private bedrijven belanden, kunnen leiden tot een ongezonde greep van die reuzen op het leven van de burger. Zeker als de politiek er ook gebruik gaat maken om zichzelf er mee in het zonnetje te zetten. De schrijfster wist toen nog niet van het Cambridge Analytica schandaal, de Russische beïnvloeding van de verkiezingen of hoe het Brexit referendum beïnvloed zou worden door de inzet van sociale netwerken. De scheiding tussen Staat en Privaat is wat Eggers bepleit door dit een nerd en grondlegger van het bedrijf te laten schrijven. Op individueel vlak stelt deze onder andere dat niet alle menselijke activiteiten gemeten kunnen worden in getallen en mensen recht hebben op anonimiteit. Om zijn boodschap kracht bij te zetten vergelijkt deze nerd het moment om te kiezen voor het inperken van de macht of het opdelen van het bedrijf, met het moment van het aan de macht komen van Hitler of Stalin.

Het omvangrijke boek leest alsof het is ingesmeerd met glijmiddel. Het wekt dan ook geen verbazing dat het al verfilmd is en tot serie gemaakt. Je merkt dat er veel denkwerk inzit en het zet je als lezer aan het denken. Door het sterk uitvergroten van de gevaren van de informatie positie van The Circle kan het zicht op de werkelijke ontwikkelingen wel uit het oog verdwijnen. Maar de positie van techreuzen is zeer zeker een belangrijk romanonderwerp en past ook goed in deze onderzoekende vorm (al eerder besprak ik Klont, Ik, Robot en Wat wij zagen). Of het boek ook goed geschreven is? Er waren voor mij nauwelijks struikelblokken en recensenten zijn lovend voor het heldere, elegante en vloeiend geschreven werk. Compacter had het zeker gekund.

Volgende boek onder foto

De uitgave van het werk van Venedikt Jerofejef* door G.A. van Oorschot Bestaat uit drie teksten. Het verhaal uit 1973 'Door de ogen van een zonderling', begint met de fantastische zin: “Ik pakte drie pistolen mee en ging het huis uit, een pistool stak ik tussen mijn jas, het tweede ook en van het derde weet ik het niet meer.” Als hij ze alle tegelijk op zichzelf afvuurt mist hij toch. Kan het dramatischer en tragischer? In dat eerste verhaal gaat de schrijver vervolgens opzoek naar middelen om zelfmoord te plegen bij zijn vriend de apotheker, huismus en bibliofiel. Hij krijgt drie boeken mee geschreven door de reactionaire filosoof Vasil Rozanov. Deze zette hem op het pad waar smart mooi wordt gemaakt en de zucht je dichter bij God brengt. Het ophemelen van deze verknipte denker is het hoofdthema van het veerhaal. Dat leest als een uitgesponnen waan, die de zonderling blijkbaar goed doet en weer richting geeft.

In het tweede verhaal
'Mijn kleine Leniniade' uit 1988, dat eigenlijk geen verhaal is maar een pagina's lange opsomming van weetjes over Lenin en dan vooral zijn harde methoden om tegenstanders te lijf te gaan: “U dient alles in het werk te stellen, onmiddellijk een massaterreur te ontketenen en honderden prostituées, die de soldaten dronken voeren en ex-officieren e.d. te executeren en af te voeren … U mag geen minuut meer talmen” zo schrijft Lenin aan kameraad Fjodorov, de voorzitter van het provinciale Uitvoerende Comité in Novgorod. Jerofejef vraagt zich af wat er nu precies staat. Wie moeten een kopje kleiner gemaakt worden en wat betekent “e.d.”? Door dit soort overpeinzingen wordt een lange lijst opmerkingen meer dan een opsomming.

Als fietsliefhebber viel me een opmerking op dat Lenin met zijn vrouw Nadja Kroepskaja ging fietsen in Bretagne (1909), maar dat ging niet altijd goed: “
Laatst kwam ik uit Jusify, werd mijn fiets door een autombiel gemangeld (ik kon er nog net op tijd afspringen).” Hij noteerde het nummer en startte een proces tegen de bestuurder. Dat is het luchtiger deel van het opstel. De uitspraak uit 1912: “Ik geloof niet dat er oorlog komt,” is door Jerofejef vast met veel plezier opgeschreven.

De tekst staat vol verwijzingen naar bekende en onbekende personen in de Russische geschiedenis
“natuurlijke dood gestorven” en “niet weggezuiverd” zijn uitzonderlijke toevoegingen. Dat 'Wat te doen,' niet alleen een bekend pamflet van Lenin was (hier onvermeld gelaten), maar ook een 19e eeuwse roman door Nicolai Tsjernysjevski over een asceet die zich volledig inzet voor de revolutie is een van de weetjes die uit het uitgebreide notenapparaat kunnen worden gehaald.

Walpurgisnacht is een toneelstuk, afgerond in 1985, en veruit de langste tekst in het boek. Het toneel is een psychiatrische inrichting tijdens de nacht van 30 april naar 1 mei. In de inrichting worden mensen behandeld tegen afwijkende meningen. Gruwel, eruditie, roes en humor strijden hier op de voorrang terwijl injecties met sulfa pijnen veroorzaken en een douchebeurt sporen achterlaat. De patiënten bestraffen elkaar of eten de schaakstukken op, terwijl het personeel zich op hen uitleeft.

De verpleging bestaat uit sadisten, verleidsters, ongevoelige prikkengeefsters. De verleidende verpleegster Nathalie vraagt aan het hooofdpersonage Goerjevitsj:
“Hoe zit dat toch, dat je zoveel drinkt en toch alles weet?” Het is een vraag die je de omgevallen boekenkast en drankzuchtige Jerofejev zelf zou kunnen vragen. Ook in deze tekst vloeit de drank en de verhalen erover rijkelijk, zoals wanneer namen worden bedacht voor wodka, zoals Ontvlambaar maagdenhart, Zweversverdriet e.d.

In het vijfde bedrijf gaan de gedwongen 'patiënten' los op methyl, terwijl de verpleging zich op de achtergrond alvast wijdt aan het feest van de Dag van de Arbeid. Zo vieren beide hun eigen Walpurgisnacht. Al met al een macaber tijdsbeeld.

* Eerder las ik zijn andere werk:
Moskou op sterk water

Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken.


woensdag 29 september 2021

Kracht

Ja ik weet heus wel dat taal, maar zeker ook schrijven de ontwikkeling van de mens collectief en individueel verder heeft geholpen. Vorige week liep ik tegen een onderwerp aan dat ik in mijn hoofd niet uitgedacht kreeg, te complex voor het kleine koppie. Deze week heb ik het op papier gezet en dan ontstaat inderdaad veel meer inzicht en kan je grotere hoeveelheden informatie behappen. Er een artikel van maken was een laatste stap en nu doorzie ik weer een structuur binnen de rapportage van de Nederlandse wapenexporten. Zo loop je in de praktijk tegen de kracht van taal op papier aan. Het artikel aan twee partijen gestuurd. Beide willen er gebruik van maken. Eén liefst het eerst, maar pas in november.

***
Een wielerwedstrijd duurt uren en de commentatoren moeten daar sjeu aan geven. Zo hoorde ik gisteren, de een aan de ander vragen: “Ben jij zo iemand die iets vraagt in de hoop de vraag terug te krijgen?” Het is een gespreksmechanisme dat je zo in een roman kan verwerken. Hoe het wel en niet werkt. Hoe ….etc. Je zou er mee kunnen laten zien dat veel mensen voorspelbaar zijn, maar niet allemaal.

***

Het fietsen ging niet door. Het was te koud en te nat - als ik naar buiten kijk klopt dat - en de rug begaf het 't afgelopen weekeinde, wat gepaard ging met hevige pijn. Beter even binnenblijven. Kijken of ik toch nog wat kiekjes kan schieten voor dit blogje.

***

Eergisteren zag ik haar in een documentaire over Afrikaanse muziek, Rokia Traoré. Van alle Traorés degene die ik het liefste hoor. Kijken of ik kan vinden wat ik heel mooi vindt. 



Ja gevonden. De schreeuw kwam me jaren geleden voor als een ijselijke. Het moet zijn geweest rond het bezoek aan haar concert in het Amsterdamse Westerpark, 16 maart 2016. Inmiddels heb ik veel langere, pijnlijker schreeuwen gehoord, die zonder terughoudendheid persoonlijke of collectieve pijn de muziek binnen brengen.
























Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Steeds vaker schrijf ik mijn tekst (gedeeltelijk) al voor die tocht en voeg er achteraf nog wat zinnen en/of gedachten aan toe.



zaterdag 25 september 2021

Ronde

Met de fiets als witkwast voor muizenissen en andere ongemakken. Een tiende van de tocht gaat langs de Oostvaardersplassen. Als je de geluiden van auto's en vliegtuigen kan wegfilteren dan kijk je over een rustige ruimte met slik, riet en water, met gekraai, gezang, slobberende eenden en roofvogels in de toppen van de sporadische bomen. Een vogelaar zit met uitrusting op de dijk.






Al tijden kom ik langs gekalkte aansporingen aan RATN die nog een heel stuk moet. Wie is hij of zij, vroeg ik me af. Het is geen (bij)naam, maar een afkorting voor Race around the Netherlands, 1900 km fietsen langs de buitengrenzen.



 
De bus bij de Afsluitdijk vertrekt net voor mijn neus. Zo hard mogelijk tegen de wind in ben ik ruim op tijd, maar blijkbaar toch niet, want de dienstregeling is juist vandaag anders. Er is een van de twee bussen in reparatie, vertelt de tweede chauffeur die de volgende rit naar Den Oever zal rijden. Als ik bij sta te komen van de frustratie komt hij met de opmerking dat het voor de schildpad en luipaard net zo snel zes uur is. Met andere woorden wat baadt opschieten, doe maar rustig de tijd verstrijkt toch wel. Leuk zo'n onverwacht filosofisch getinte opmerking om mij mild te stemmen.




Als de luipaard op zijn boomtak al een boekje heeft uitgelezen is de schildpad nog zwetend onderweg, reageer ik. Het kan ook zijn dat hij zich verveelt en de schildpad juist geniet van alles wat hij op zijn trage gang ziet. Aan het water eet ik een sinaasappel en een bakje Skyr en wacht rustig op de volgende bus. Mijn Tour around the Lakes duurt een uurtje langer.

P.S. De ronde van 20 augustus staat niet op dit blog. Blijkbaar alleen op Facebook.



woensdag 22 september 2021

Uniform

Als ze maar met de bus of de trein komen (ook en vooral die toeristen)!

Als ik als Kamerlid naar de troonrede zou gaan, dan zou ik geen hoedje opzetten,” zegt iemand tegen me.
“Zou je sowieso wel gaan,” was mijn wedervraag. Je hoeft immers niet. De jaarlijkse hoedenparade geeft altijd stof tot kletspraat.
En ik bedenk me dat ik wel zou gaan: “Met zo'n zwarte golvende wijde hoed, met struisvogelveren en een kantje er langs en daaronder een kanariegeel pak, met oranje stropdas.” Ik zie mezelf de Ridderzaal binnenlopen.
“Ze zouden vinden dat je het Koningshuis niet serieus nam,” is de repliek en dat klopt dan ook precies, of ik zoals Julien Lahaut zou roepen 'Leve de republiek!' dat weet ik niet, maar van mij mag Willie de AOW in.



De fall out van de miljardennota kwam bij me binnen in de vorm van een stroom berichten allen met de klacht: Er is wel meer geld voor de Krijgsmacht en Politie, maar veiligheid is nog steeds geen prioriteit.

Rechts heeft dat woord geclaimd, en vergeet dat veiligheid ook is dat je een eigen dak boven je hoofd hebt, geld voor noodzakelijke spulletjes, activiteiten en het betalen van de tandartsrekening en dat ook mensen in het Zuiden gevaccineerd worden. Dat is een visie op veiligheid die de houwdegens in hun belangenbehartiging van het Wapen vergeten. (Eerst schreef ik 'uniform', maar ook dat komt er bekaaid af, steeds minder militairen en steeds duurdere wapens.)

***

In de lucht vliegtuigen, op de paden groepen jonge toeristen pierewaaiend op de fiets. Corona is weer verdwenen, zo lijkt het. Dansen op de rand van de vulkaan, het klonk zo romantisch. Ik zie nu steeds vaker dat het stompzinnig is.

In de duinen zie ik de oude man die ook al jaren op zijn fiets zonder ondersteuning naar het strand trapt. “Drie versnellingen,” zegt hij, “als het niet gaat stap ik af.” De oude boswachter uit Bloemendaal heb ik dit jaar nog niet gezien. Jammer ik mis het praatje over de duinen van toen en nu. De man van 91 kent zijn leeftijdgenoot niet.

Onderweg geen boerenzwaluwen gezien. Als ik thuiskom stapt de buurvrouw uit haar auto met een witte hoed. “Naar de troonrede geweest,” vraag ik. “Nee,” zegt ze even kauwend op het idee, “ze doen toch niets voor de burger.” Op het balkon maak ik nog een foto van het zaaddoosje van het zegekruid.



***
Deze week veel muziek die mijn zoon aanbeval. Veel was net een beetje te kalm, te chill, ambiant, lounge ik weet niet welke term er op moet. Maar er zat te weinig in. Muziek als een boom zonder takken, stam, zaden of noten, alleen zachte behaarde bladeren. Muziek als een meer met een zachte rimpeling, maar zonder duikende vogels, springende vissen, waterlelies en lissen aan de kant. Maar goed dit vond ik wel heel leuk. Een prettig soort humor in muziek en woord:
























Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Steeds vaker schrijf ik mijn tekst (gedeeltelijk) al voor die tocht en voeg er achteraf nog wat zinnen en/of gedachten aan toe.


maandag 20 september 2021

Afstand




De avond voor vertrek maakte ik een kiekje van het miezerige van de mens omlijst door het spel van zon, licht en water. Later bij het slapen gaan een andere van de bol op 150.000 kilometer afstand. Details zijn niet de spinnen op de muur, maar de inslagen van meteorieten op het maanoppervlak.

De volgende dag trap ik naar de buurt van een verjaardag en lees 's avonds op de poot van de bril die ik al ruim drie jaar draag een citaat uit Pride and prejudice dat 'Elke wilde kan dansen'. Zo dicht bij en nooit die hippe noot gezien. 







De volgende dag slapen mijn ogen nog voor 't ontbijt als ik ze al in moet spannen, omdat ik gewezen word op een vos die al lekker zit te smikkelen voor de trekkershut waar ik sliep. Ben benieuwd of er de volgende keer nog konijntjes lopen.




Na de verjaardag terug naar huis. Het geplande pontje blijkt, op deze zomerdag in de herfst, er net mee gestopt en ik moet naar de Heinenoordtunnel. Mijn vader scheurde vroeger met de Diane met een vaartje naar beneden om weer boven te komen. Ik paste nu dezelfde methode toe op de 6,5% sterke helling waar je desondanks als fietser maar 15 km p/u mocht en haal die max op het kleine blad naar boven nog net.




Een groot deel via Gouwe, Aar en stukje Amstel (laatste met Doordrijver aan de wal), gewoon het water volgen terug naar huis. Het land lijkt zowel groter als kleiner op de fiets. Drie jaar terug in de tijd stonden er nog 11 populieren in het water van de Crezéepolder, zie ik thuis op maps.