De reclame spotjesmaakster Ruth komt dronken en in slip zonder kruis van de WC van haar ex de kamer weer ingestapt, net als zijn huidige vriendin Inge binnenstapt. Alsof het nog niet vet genoeg in de tjet staat is Ruth de belangrijkste opdrachtgeefster voor Ben. Ben is componist van popliedjes en reclame deuntjes. Hij maakt muziek bij haar clips. Aan de telefoon hangt ook nog eens de 77 jarige Fred Bachman, de vriend van zijn moeder, die praat zonder ophouden. En dit alles op 2½ pagina tussen twee keer een opmerking over het lenen van een pak koffie in. De klucht is vervolgens weer even snel opgelost als hij kwam.
Het verhaal draait om het verdwijnen van Anneke Weiss-IJsman, de moeder van Ben. Zonder dat ze het weet loopt ze met kanker in haar buik rond, het gezwel omringt de gal en de leverafvoer. De prognoses zijn vreselijk. Benjamin besluit tijdens haar operatie de aard van de kwaal voor haar verborgen te houden om haar leven er niet mee te bezwaren. Als de internist annex chirurg hem het slechte nieuws komt vertellen dan bedenkt hij: het is “een jongen van mijn eigen leeftijd die mijn moeders buik had opengesneden en daar het gezicht van de dood had gezien.” Is dit mooischrijverij die eigenlijk lelijk is, bedacht aan een bureau? Het boekje gaat me tegenstaan.
Als Ben vanuit Hilversum naar Amsterdam rijdt, ziet hij de zeil- en speedboten op het Naardermeer. De plek waar dat moet zijn, zie ik voor me, maar dat water heet Gooimeer (het is het meest Westelijke randmeer bij de Flevopolder). Het Gooimeer ligt aan de noordkant van de A1, het Naardermeer aan de zuidkant. De trein rijdt tussen die plassen door. De verkeerde naam, een detail? Ja, maar wel een van betekenis. Het Naardermeer zijn een paar ondiepe plassen die nauw verbonden zijn aan de naam Jac. P. Thijsse. Die zei: “‘t allermooist en allerrijkst is ons Naardermeer.” Thijsse was samen met Eli Heimans de grondlegger van Natuurmonumenten, dat begon daar, en dat zorgde ervoor dat het nu nog steeds natuur is. De plassen zijn niet bedoeld voor die boten en daarvoor ook te ondiep. Kijk even op de kaart als je schrijft en raffel zo'n stukje niet af.
In het tweede deel rollen de
ontwikkeling met vaart van de pagina's. Het is relevant, geforceerd,
serieus, triest en hilarisch. Een belangrijke stuk geschiedenis van
eind twintigste eeuw – en onvermijdelijk dat stuk halverwege –
hangt over de pagina's. Is het een dramatische komedie? Misschien een
beetje. Het verhaal blijft verlopen als een populaire speelfilm van
Nederlandse makelij met veel gevoel voor vaart, wat seks, absurdisme
en met intrigerende vriend Fred, waar we weinig van weten, maar
waarvan we wel weten dat er veel over te weten is.
Duitse vertaling. |
Wat een zin als “Net als moorden was dichten blijkbaar een Balkanhartstocht,” daar dan weer bij doet? Herinner me dat ik en mijn collega's onder meer zochten naar plekken waar mensen besloten wel samen te blijven leven ongeacht of ze Serven, Kroaten, Bosnische Serviërs of Bosniërs moslims waren. Maar om serieus genomen te worden moet je blijkbaar ook cynisch zijn, zo schijnt de schrijver te denken.
Als moeder dood is, besluit Ben echte muziek te gaan maken om de bandieten met pen en piano te bestrijden, zodat die niet zegevieren; geen instant riedeltjes meer, maar Serenade no. 1. Het is net als de inzet van moeder Anneke een begin. Bij haar aan het eind van haar leven. Hij lijkt nog tijd te hebben er wat meer van te maken. Wat het boek ook leven geeft is dat De Winter het opdraagt aan zijn moeder die leefde van 1930 tot 1994.