Ivan Toergenjev is een veelzijdig schrijver, zowel qua vorm als onderwerp: van revolutionairen tot verveelde rijke landeigenaren. Hij schreef over beiden. Een maand buiten is een voorbeeld van de laatste situatie. Een toneelstuk in vijf bedrijven laat zien hoe wat mooi leek een lege huls bleek. Huiselijk geluk was niet opgewassen tegen een kleine en energieke invloed van buiten.
Toneelstukken lezen kan plezierig zijn. Er zijn opmerkingen over het handelen of de omgeving, maar verder vooral dialogen tussen de acteurs. Zo leer je ze snel kennen. Dat voorin een een lijst staat met personen (in totaal 13) met leeftijden, rollen en namen maakt het lezen makkelijker. Wie is Arkadi Sergeitsj Islajev, Michaljo Aleksandrowitsj Rakitin of Lizaweta Bogdanowna. Geen namen die meteen blijven hangen. Zeker aangezien het de ene keer over Arkadi gaat en de andere keer over Islajev of de naam volledig wordt gebruikt.
Als je als lezer voor het Tweede Bedrijf aanschuift op een bankje in de tuin van het landhuis dan staat Alesksej Nikolajewitsj Beljajew, de opvoeder van de zoon des huizes, opeens op en zegt dat hij zijn geweer gaat halen. Hij heeft een wachtelkoning gehoord. Het is een halve, vertaling van kwartelkoning (wachtelkönig in het Duits) die om het ingewikkeld te maken geen kwartel is maar een lid van de familie van de rallen (zoals ook het waterhoen). Hij wordt ook wel Spriet genoemd. Voor mij is het opzoeken een fluitje van een cent, maar Karel van het Reve had kennelijk geen vogelnamengids. Ach, het is bijna een onbetekenend detail.
Maar niet helemaal. De
vrouw van de landeigenaar, Natalja Petrowna, roept: “Nee,
nee, niet schieten in de tuin alstublieft... Laat dat arme vogeltje
nog een beetje leven...”
Ja ook toen al bestond de sentimentele dierenliefde.
Een bekendere stem in Nederland is de schrijfster Kristien Hemmerechts. Ook zij prees het boek: “Oorlogskoorts is een boek waarvan je zou willen dat het vol leugens staat, maar waarvan je vreest dat het de ontluisterende waarheid vertelt. (…) Voor wie vreest zijn laatste illusies te verliezen, volgt aan het slot een hoopvolle noot.” Naast deze lof is ook de cover aantrekkelijk en schrikbarend tegelijk met de getekende bommen die op gestileerde huizen vallen. De mensen moet je er bij denken. Het is een boek om op te pakken.
Christophe Callewaert en Ludo De
Brabander zelf stellen dat Oorlogskoorts gelezen moet worden als een
aanklacht tegen oorlog, als een klein monument voor de slachtoffers
én als een protest tegen potentaten als Poetin die denken dat de
wereld een bord Stratego is en tegen allen die denken dat een klein
beetje oorlog soms beter zou kunnen zijn. Tijdens het lezen bekruipt
me na een paar hoofdstukken toch het gevoel dat dit niet helemaal
gelukt is.
Explosion door Georg Grosz (besproken in boek).
|
Het boek begint met verhalen die zijn opgepikt rond wereld en allemaal een persoon beschrijven die te kampen heeft met de gevolgen van de oorlog. Daarmee is de toon gezet. De oorlog in Oekraïne is geen lokaal fenomeen, maar geweld met gevolgen: voor mensen in Oekraïne – het eerste verhaal gaat over een slachtoffer wiens dromen werden platgewalst door de Russische oorlogsmachine die over zijn land rolde –; voor de vluchtelingen in de regio, waarbij mensen van kleur het moeilijker hebben dan de van origine Europese vluchtelingen; voor een journalist in Siberië; voor een boer in Kenia; voor de bakkers in Egypte met onbetaalbaar meel; voor de mensen aan de onderkant van de inkomenspiramide in West-Europa; of voor een inheemse in de Verenigde Staten die gekweld wordt door de zucht naar niet-Russische olie en aldaar milieuschade oplevert. Het is als de chaostheorie, waarbij de vleugelslag van een vlinder overal op de wereld gevolgen heeft. Als de lezer nog niet somber genoeg is na de voorbeelden, wordt erop gewezen dat de bevolking van India en Pakistan moet kampen met de ingrediënten van een dodelijk mengsel van oorlog en klimaatcrisis.
Voor hele bespreking zie Broekstukken of GlobalInfo.
Het huis is verlaten en voor de familie beheert door Heintje Limbo. Die vervolgens weer loyaal met de zoon van zijn oude baas gaat meewerken alsof het een natuurwet is die zegt dat dit moet. Behalve een wekelijkse bootdienst door de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij ligt het van de buitenwereld afgesloten. De bewoners zijn voor noodzakelijke voorzieningen op zichzelf aangewezen. Het maakt de zwangere Vuyk angstig er is immers geen arts aanwezig en naar Ambon is het zelfs met de KPM nog een hele reis.
Er leven inheemse volken met eigen gebruiken op Boeroe (vader De Willigen onderhield er banden mee en die moeten door de zoon worden hernieuwd). En er wordt kajoepoetiholie gewonnen, een medicinale olie die uit de eucalyptusboom gewonnen wordt. Het is een bezigheid waarop ook het naar het eiland teruggekeerde gezin zich op gaat richten. De concessie ervoor staat nog steeds op naam van de familie. Er is daarbij wel een hele lading aan hindernissen te overwinnen: de landrechten, afspraken met arbeiders, hun onbekommerde levenswijze (werken als het moet, consumeren als het kan), de hele beloningsstructuur die doet denken aan winkelnering, verbetering van productieprocessen, en daarbij de aanwezigheid van krokodillen en pythons. Het is de bedoeling van de onderneming om een volk te leren arbeiden in eerlijker verhoudingen. Maar het stuit op gewoontjes die sterker blijken te zijn dan de rechtvaardige nieuwlichterij.
De roman is een bewerking van voorjaar 1937 tot maart 1938 geschreven verhalen voor het Haarlems Dagblad. De verantwoording van de opgenomen boeken en verhalen in het verzameld werk is zeer summier. Het Haarlems Dagblad wordt zonder jaartallen nog net genoemd. Dat er ook brieven voor het tijdschrift De huisvrouw in Indië zijn opgenomen ontbreekt.
Vuyk beschrijft hoe een nieuweling uit Nederland bij aankomst in Indië meteen aan het hoofd komt te staan, daarmee Inlandse hoofden opzij zet en dat al 300 jaar lang. De militair, ondernemer of functionaris is bij het verlaten van Europa Europeaan geworden met een hogere status, zo observeert de schrijfster.
Het boek is een beschrijving van een
kleine onderneming gedreven door een man en een vrouw, zonder veel
franje; een 'chronologische kroniek' volgens een
uitgebreide bespreking. Waarom leest het dan toch zo prettig.
Misschien omdat er een oprecht verlangen is naar avontuur. “Burgers
zullen het geluk en de charme van dit bestaan nooit begrijpen. Zij
missen het comfort van steden, de ijsfabrieken, het elektrische
licht, scholen, doktoren en de bioscoop, waar men de romantiek van
een verlaten eiland vanuit een diepe fauteuil en voor één avond
aangenaam kan genieten. Met avonturiers valt te praten, zij begrijpen
het genot van een tocht in een lekke prauw, de opwinding van een
onverwacht schot (…),” schrijft Vuyk die haar eerste kippen uit de boom moest schieten, omdat ze zich niet lieten vangen.
Misschien omdat het
beeldend geschreven is in een prettige stijl door
iemand met ogen en oren en de wens te begrijpen. De lezer profiteert
daarvan. Het geeft een indruk van het leven aan het einde van
de wereld door mensen die hun beste beentje voor wilden zetten met
oog en oor voor anderen. Ze worden daarbij vermalen tussen
bestuursmolens, lokale gebruiken en internationale economie.
*
Het eiland Buru is later bekend geworden als plek waar politieke
gevangen van Suharto werden opgesloten. De schrijver Pramoedya
Ananta Toer zat er 14 jaar gevangen.
Volgende bespreking onder foto.
Het gaat om (semi)-autonome wapens, van gericht afluisteren tot de inzet van killer robots. In deze militaire toepassingen wordt veelal kunstmatige intelligentie (AI) gebruikt. De voorstanders zullen er op wijzen dat militaire technologie met AI ook ingezet kunnen worden om onderzeese kabels te beschermen of om mijnen te ruimen na een conflict. Maar anderzijds inzet (op afstand) tegen geradicaliseerde minderheden in landen zoals Pakistan, Jemen, Somalië, Afghanistan, Irak en anderen vergroot de kloof tussen overheid en die groepen. Ook daar wordt AI gebruikt om doelen te bepalen. Het verminderd het geweld niet maar verdiept het. Het maakt de wereld dus onveiliger. Het ingaan op lokale grieven, het versterken van lokaal bestuur en cultuur zou beter werken dan die inzet, zo haalt de schrijver professor internationale relaties en veelzijdig en invloedrijk schrijver Akbar Ahmed aan.
Misschien is het verminderen van conflicten niet de reden dat er al zoveel miljarden in de ontwikkeling is gestoken, maar gaat het vooral om het achter de horizon opdoemende – en schijnbaar niet te vermijden – conflict met China. Als dit zo is dan veranderd ook de inzet van de technologie in het politieke debat. Dan wordt het eten of gegeten worden; als eerste toeslaan of te laat komen. Von Clauzewitz noemde als het tweede principe van strategische planning 'snelheid van handelen', en daarbij niet dralen zo stelde hij. (On War, boek acht, hoofdstuk 9) In die zin alleen al is AI een geschenk voor militairen van de groot- en supermachten in de voorbereiding op een oorlog. We zien die ontwikkeling al. Recentelijk werd de productie voor de Oekraïne van killer drones opgevoerd. De Switchblade 600, brengen moderne techniek en AI samen, de drones zijn in staat automatisch doelen te herkennen. De andere kant gebruikt ze ook, uit Iran. De ontwikkeling is geen toekomst model, maar het begin is al gemaakt. Voor de hele recensie en Tweede Kamervideo zie op Broekstukken.
Laatst gelezen boek boven.
“Het wezen van de tabak; giftige effecten van de tabak; waarom niet alle rokers sterven aan tabaksvergiftiging; effecten van de tabak op het bloed; tabak predisponeert,” ja de schrijver heeft een voorliefde voor moeilijke en ongebruikelijke woorden, en vervolgt “voor ziekten: de rauwe keel van de roker; tabak en tering; tabak oorzaak van hartziekten; tabak en dyspepsie [maagklachten],” en vervolgens zelfs “tabak oorzaak van kanker (...)” Voor wie denkt goed gezien, O'Brien trekt meteen door en neemt ook het drinken van thee op de korrel.
Het is een boek waar een koe kan klagen dat de schrijver van een boek
in het boek haar niet voldoende melkt, wat tot groot ongemak en
intense pijn leidt. Er is een mallotig personage, een fee die er in
stoffelijke status niet is, maar wel bestaat. Een fee die bovendien
praat en kaart als een sterveling.
Het is een boek dat begint
met de opmerking dat een roman heel goed drie heel verschillende
beginnen kan hebben. Het is een boek waarin de hoofdpersoon de straat
bevuilt terwijl hij zich beweegt tussen kroeg, zijn bed en de
universiteit en die laatste zo min mogelijk.
Er staan honderd
zinnige, absurde, grappige en weerzinwekkende ideeën in. Het gaat
over het omdraaien van het idee dat je slaapt om uitgerust aan de
slag te gaan in het leven. Terwijl het leven er juist niet op gericht
moet zijn zoveel mogelijk te doen, maar zoveel mogelijk te slapen.
Van een andere orde: de Ier wordt tot in China bewonderd om zijn
springkunst.
Het is een vreemd boek, met een samenhang als
legosteentjes zonder hechtprofiel. Mij heeft het nauwelijks gegrepen.
Mooi vond ik wel de opduikende vragen of opmerkingen bij een tekst.
Bijvoorbeeld: 'Aard van zijn toon = Zonder belangstelling,
vermoeid formeel.' Het zijn de gedachten die je als lezer zelf zou
kunnen hebben.
Op
de achterflap wordt de absurde tekst genoemd als een van de
beroemdste Ierse romans van de twintigste eeuw en gezien als Flann
O'Briens meesterwerk. Niet ieder goed boek is blijkbaar voor iedereen
makkelijk te verteren.
In Het
Parool werd het boek besproken door Jos Bloemkolk, hoewel die
naam staat er niet bij, maar vrijwel dezelfde tekst verscheen een
week eerder in het Eindhovens Dagblad en BN/De Stem wel met zijn
naam. Bloemkolk schrijft: “Het
hele boek is een grap.” In Op
Twee-Vogel Wad zelf staat dat een bevredigende roman een duidelijk
verzinsel moet zijn waarbij de lezer naar eigen goeddunken de graad
van geloofwaardigheid kan bepalen en waar de karakters uitwisselbaar
moeten zijn tussen het ene en andere boek.
De
boekhoekschrijver van de bibliotheek vatte het boek krachtig samen:
“Een luie Ierse student werkt ongeregeld aan een roman
over een schrijver die zijn personages niet meer in de hand heeft.”
Voor de liefhebber.