“Vensters wil ik horen,” zei een jonge vrouw. Het voorstel werd instemmend
begroet. Ik had geen idee waar het over ging. Het bleek een
symfonische plaat te zijn van de Nederlandse fingerstyle
gitarist, Harry Sacksioni. De plaat stamt uit 1976 en was een hit in
het alternatieve circuit, maar niet in het mijne. Mijn circuit had ik
in 1980 ook nog eens ingeruild voor de marine. Ik was net terug van een lange reis
over de Atlantische Oceaan. Een vakantie met het Landelijk
Centrum Gereformeerd Jeugdwerk (LCGJ) was een gok, maar het beviel prima.
Kort na terugkomst van die vakantie, op 10 augustus 1982, kocht ik de plaat. (Zo staat
het in mijn schriftje waarin alle LP-aankopen staan.)
Sacksioni
kwam ik nog wel eens tegen op TV of radio. Onlangs had de vlotte
filosofe Stine
Jensen het over hem als inspiratiebron bij haar gitaarlessen. Voor mij bleef de man van de
Sacksioni-methode voor altijd verbonden met de groepsreis naar Loch
Lomond.
Nu ging ik
met mijn jongste zoon naar een optreden van hem. Het viel hem
ook niets tegen. Hij wil nog wel vaker naar zoiets. Zo die heb ik binnen
dankzij de vingervlugge gitarist. We hoorden vroege en oude muziek:
bij de geboorte van zijn zoon, over lef, een ode aan J.J. Cale en
bewerkingen van popmuziek, zoals twee songs van Stevie Wonder en hij
eindigde met Black Bird van de Beatles. Dat zong ik een tijd als
slaapliedje voor diezelfde zoon.
Het was
een intiem optreden en van de reuma die Jensen op de radio meldde, heb ik
niet veel gemerkt. Laten we hopen dat het meevalt. Het was
melancholie, maar ook plezierig samen en mooi om naar te luisteren.
Sacksioni kondigde een opvolger van het symfonische
Vensters aan. We kregen de overture van een stuk dat misschien
volgend jaar af is als hij 65 wordt, maar dat geen vijfenzestig zal
gaan heten.
2 opmerkingen:
Mooi, deze herinneringen.
Het is apart hoe sommige dingen je hele leven meereizen en andere verdwijnen.
Een reactie posten