De toegang
tot het nieuwbouwblok uit eind jaren zeventig in de straat heeft er
nog nooit zo mooi opgesmukt uitgezien. Ik ben onderweg naar het
zwembad. Als ik stop voor het maken van een foto hoor ik de
mannelijke bruiloftsgasten overleggen.
“Een
witte loper wordt snel vuil,” zegt er een.
“Hij is
ook maar voor een keer en bovendien van plastic,” zegt een ander.
“Het zou
een rode moeten zijn,” zegt Nummer Drie.
“Wat ben
je toch een Turk,” krijgt hij op zijn brood, “dat staat toch
niet.”
“Ik vind
dat niet vloeken, dat gaat best” zegt Nummer Drie weer.
Volgens
mij heeft hij gelijk. Rode lopers zijn voor belangrijke mensen, zoals
filmsterren en regeringsleiders. Witte lopers voor bruid en
bruidegom. Maar bij de roze bloemenpoort passen ze beide evengoed en de bruid zou op een rode mooi uitkomen.
's Avonds
lees ik in de krant dat
een scribent geschokt is. Een Nederlands-Turkse jongen van twaalf gooit een halfvolle beker cola op de grond. Als de schrijver vraagt of hij hem op wil ruimen, antwoordt de jongen dat hij
Turks is en niet doet wat een Nederlander zegt. Let op: jongen van
twaalf én vreemde man. De schrijver past het in zijn verhaal over
'constitutioneel patriotisme.' Zo heeft hij nog wat aan zijn
ergernis.
Deze week
gooide een jongetje – van ik vermoed Antilliaanse afkomst – troep
op de grond (zijn moeder zit tijdens de verkiezingen in het
stemlokaal. Kortom op-en-top Nederlandse en Medelandse). Als ik er
iets van zeg, kijkt hij me zo brutaal mogelijk aan - 't zou zo Ciske de Rat kunnen zijn - en weigert. Ik
dring aan, maar of ik het zonder de hulp van zijn Nederlandse vriend
van Marokkaans-Egyptische komaf had gered?
Het op
straat smijten van snoeppapiertjes is een irritante en breed gedeelde
gewoonte. Maar ook grijze oranje-blanje-bleu bejaarde koppeltjes van een jaar of zestig
laten de omhulsels van hun tussendoortje en leegdronken flesje in
de natuur liggen. Moet je ook niks van durven te zeggen. In dit artikel is het voorbeeld in ieder geval totaal uit de bocht gevlogen.
De schrijver gooit de beker tenslotte zelf weg. Goed van hem! Pluim
op zijn hoed! Als ik terug kom ligt de staat vol confetti, waarmee
het bruidspaar is bestrooid. Ik haal geen bezem. Het zag er
feestelijk uit.