vrijdag 22 april 2022

één bij

 


Ook als je niet tegen wapenleveranties aan de Oekraïne bent is er een groot aantal redenen om voorzichtig te zijn zo bleek uit de artikelen die ik deze week las (zie mijn twitter https://twitter.com/martinbroek). De Jeruzalem Post ging het verst in een regelrechte aanval op leveringen van wapens die in handen van het Azov bataljon vielen.

Mijn wereld stond vandaag in het teken van de fietstocht van 10 km heen en 10 km terug naar de tandarts. Die tocht ging langs een werk van Picasso in het Vondelpark. Bij de dotters zag ik één bij vliegen; ik stopte daarvoor en zag geen tweede stuifmeel verzamelen. Heel veel bloemen, hoewel het klein hoefblad al was uitgebloeid. Daar heb ik dit jaar niet veel van gezien.

De tandarts deed met een vrolijke, vriendelijke en duidelijke instelling haar werk. Ze vond wel dat ik beter moest poetsen. Op de terugweg fietste ik ook nog even langs de kunstetalages. Die komen later nog wel aan bod. Ik bedacht me dat zeker in tijden van oorlog een welkome afleiding is. Zo kwam ik toch weer bij die oorlog terecht. Kon ik die maar als plak wegpoetsen.

En daarna ging ik naar de fysio omdat de pijn weer gegroeid was en het zo niet verder ging. Pijn vermijden en het moet vanzelf genezen. Sindsdien ben ik in de lente nog twee keer buiten geweest. Een keer pillen halen en een keer tandenstokers en bonen kopen.







 

maandag 18 april 2022

Wat zou mier zeggen?

 






Vanmorgen las ik de waarschuwingen van IMF en Verenigde Naties over de gevolgen van de oorlog voor een op de vijf mensen in deze wereld, de armen. De kaartjes van de oorlog laten zien waar de Russen zitten en waar de raketten inslaan. Welke gevolgen de oorlog ver van het front heeft, daar moet je wat meer naar zoeken.

De laatste keer dat ik mezelf uitliet was 18 maart. Gisteren – een maand later – kwam ik voor het eerst weer echt in beweging. Iemand was zo lief mijn fiets van me over te nemen en te parkeren in een rek, zodat ik alleen door het station hoefde te lopen.

Buiten waren mensen, gebouwen die ik nog nooit eerder zag, ballende kinderen, chillende jongeren, jonge ouders, mensen op terras en binnen een oude schrijver van wonderlijk mooie fabels. Mijn knie hield het. En Dylan van Baerle won Parijs Roubaix. Ineos is van saai, attractief geworden.

Goed maar die oorlog blijft door het hoofd spoken. We hebben er geen tijd voor (klimaat weet je wel. Dat is te nijpend). Waar ligt de oplossing? Wat mij betreft komen alle landen die geheel of gedeeltelijk in Europa liggen uiteindelik bij de EU: van Black Rock tot Uelen, maar ik ga er niet over.

Meer wapens, langer vechten, eindelijk eens echt doorpakken bij het aanpakken van rijke Russen, elke Rus die protesteeert of weigert te vechten de hemel inprijzen, sabotage bepleiten, roepen om een wapenstilstand i.p.v. meer wapens van Raytheon en Lockheed Martin. Eén oplossing is er niet, maar vragen, roepen, eisen in de juiste richting dat kan wel. 






'Mier,' vraagt Eekhoorn, 'wat is het verschil tussen een grote ruzie en oorlog?' 
Mier wrijft even zijn poten over zijn voorhoofd waarop een diepe frons is verschenen.
'Oorlog,' zegt Mier na een lange poos, 'is zo groot dat ook mensen die helemaal niets met de ruzie te maken hebben klappen krijgen.'
'Oh, zoals bij een lawine?' Bij Eekhoorn gaat een licht op.
Mier antwoordt niet.
'Mier hoe wordt zo'n oorlog dan gestopt, wanneer houdt hij op?'
'Als de wapens op zijn, de soldaten  dood.' Hij is even stil - in de verte lacht de specht - en voegt toe: 'of als de vechtersbazen gaan praten en afspraken maken. Er kan jaren overheen gaan?'
'Waarom doen ze dat dan niet meteen,' floept er bij Eekhoorn uit.
'Hebberigheid,' prevelt Mier.
'Wat is hebberigheid' reageeert Eekhoorn.
Mier is huilend weggelopen.
(Sorry ik kon het niet laten om mijn eigen Eekhoornverhaaltje te schrijven.)