zaterdag 10 maart 2018

Ze zijn er weer


“Mooi hé mijnheer,” zegt een fotograaf met statief.

Ik reageer wat zuinigjes, “Nou mooi,” en bedenk me pas het volgende moment dat ik had moeten zeggen: “Niet mooi, maar een noodzakelijk kwaad, dit deel van de marine.”


Zoiets heb ik dit jaar al een paar keer ingebracht als iemand het afschaffen van de Nederlandse mijnenjagers verwerkte in een bijdrage om te besparen op Defensie.

Er liggen naar schatting nog tienduizenden mijnen en bommen uit de Tweede Wereldoorlog voor onze kust. “Deze explosieven vormen nog altijd een gevaar voor onder andere vissers,” lees ik in het Noord Hollandsdagblad. Afgelopen maand werd er zelfs een Duitse mijn uit de Tweede Wereldoorlog opgebaggerd in het IJ.

Deze mijn wordt op 4 april (5 april als het weer dit uitwijken noodzakelijk maakt) vervoerd naar het IJsselmeer en daar tot ontploffing gebracht. (Zie ook artikel Defensiekrant.)

Er is altijd een Nederlandse mijnenjager ingedeeld in het permanenten NAVO-mijnbestrijdingsverband Standing NATO Maritime Counter Measures Group. Dat NAVO scheepsverband is het dat in Amsterdam aan de kade ligt. De schepen:

Zr. Ms. Mercuur, torpedowerkschip, (A-900)
HMS Cattistock, mijnenjager, (M-31)
HN0MS Otra, mijnenveger, (M351)
Zr. Ms. Zierikzee, mijnenjager, (M-862)
HMS Pembroke, mijnenjager, (M-1063)

Geen opmerkingen: