Ik reageer wat
zuinigjes, “Nou mooi,” en bedenk me pas het volgende moment dat
ik had moeten zeggen: “Niet mooi, maar een noodzakelijk kwaad, dit
deel van de marine.”
Zoiets heb ik dit jaar
al een paar keer ingebracht als iemand het afschaffen van de
Nederlandse mijnenjagers verwerkte in een bijdrage om te besparen op
Defensie.
Er liggen naar schatting nog tienduizenden mijnen en bommen uit de Tweede Wereldoorlog voor onze kust. “Deze explosieven vormen nog altijd een gevaar voor onder andere vissers,” lees ik in het Noord Hollandsdagblad. Afgelopen maand werd er zelfs een Duitse mijn uit de Tweede Wereldoorlog opgebaggerd in het IJ.
Deze mijn wordt op 4 april (5 april als het weer dit uitwijken noodzakelijk maakt) vervoerd naar het IJsselmeer en daar tot ontploffing gebracht. (Zie ook artikel Defensiekrant.)
Er liggen naar schatting nog tienduizenden mijnen en bommen uit de Tweede Wereldoorlog voor onze kust. “Deze explosieven vormen nog altijd een gevaar voor onder andere vissers,” lees ik in het Noord Hollandsdagblad. Afgelopen maand werd er zelfs een Duitse mijn uit de Tweede Wereldoorlog opgebaggerd in het IJ.
Deze mijn wordt op 4 april (5 april als het weer dit uitwijken noodzakelijk maakt) vervoerd naar het IJsselmeer en daar tot ontploffing gebracht. (Zie ook artikel Defensiekrant.)
Er is altijd een
Nederlandse mijnenjager ingedeeld in het permanenten
NAVO-mijnbestrijdingsverband Standing
NATO Maritime Counter Measures Group. Dat NAVO scheepsverband is
het dat in Amsterdam aan de kade ligt. De schepen:
Zr.
Ms. Mercuur,
torpedowerkschip, (A-900)
HMS
Cattistock,
mijnenjager, (M-31)
HN0MS Otra,
mijnenveger, (M351)
Zr.
Ms. Zierikzee,
mijnenjager, (M-862)
HMS Pembroke,
mijnenjager, (M-1063)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten