Ergens in een land hier ver vandaan werden de
kinderen 's avonds in bed gestopt met een prop in de mond en
vastgezet met een slot. Om half acht in de ochtend werden ze
allemaal wakker gemaakt en dan stonden ze uitgeslapen op. Het
systeem werkte perfect; er was rust en orde.
Op een dag
komt er een reiziger via de poorten binnen. Hij was een goede
prater anders was hem dit niet gelukt. De bewoners van het land
hielden vreemden liever buiten en waren op hun rust gesteld.
Hij
zag straten vol kinderen op skelters en diefje-met-verlos spelen
of – natuurlijk zou het vreemd zijn als dat niet gebeurde –
een spelletje op de computer spelen. 's Avonds werd het rustig op
straat. Om zeven uur gingen de jongsten naar bed en zo ieder uur
een groep, totdat om tien uur alle kinderen op bed lagen. De ouders
gunden zichzelf nog een uur voor eigen bezigheden en gingen dan
ook. Het leven begon de volgende dag stipt om half acht weer.
De
reiziger zag het een paar dagen aan en snapte niet hoe het kwam
dat hij in alle andere landen vaak al voor zessen door een
energiek kind, dat aandacht wilde of leven in de brouwerij, wakker
werd geroepen en dat hier dan nog bij na twee uur de rust van het
kerkhof heerste. Zoals reizigers dat doen om hun omgeving te
begrijpen bedacht hij allerlei redenen.
De kinderen waren
zo actief dat het ze geen moeite kostte tot in de ochtend door te
slapen. Allemaal zonder uitzondering. Dat is onwaarschijnlijk,
vond hij. Zou er ergens iets in het eten zitten? Hijzelf merkte
daar niets van, terwijl hij at wat de hotelier en zijn kinderen
aten.
Na een dag of zes vroeg hij naar de reden. Het
antwoord verbaasde hem: “Is dat wel goed? Stikt er nooit een
kind?” Nee het gaat altijd prima, was het antwoord.
Iedereen is uitgerust. Ook op latere leeftijd zorgde die
aangeleerde regelmaat ervoor dat mensen over het algemeen
uitgerust, productief, vrolijk en opgeruimd bleven. Vreemde
gewoontes tegenkomen zijn het plezier van de reiziger, maar zinnen
niet altijd.
Praten als Brugman tussen hagen dat kon hij
en zo overtuigde hij de eigenaar van het kleine hotel de kinderen
eens zonder prop in de mond naar bed te sturen. Drie werden er
precies om half acht wakker, maar een begon al voor half zes te
roepen dat hij wel zin in een zacht gekookt eitje had. “Ssstttt,”
sliste zijn moeder dwingend, zelf nauwelijks wakker.
De
veranderingen in het hotel waren het verhaal van de dag. De
Commissie Gang van zaken besloot er een gespreksavond aan het
wijden in het gemeenschappelijke Lange Huis. De reiziger mocht er
uitleggen waarom hij het voorstel had gedaan. Hij vertelde dat
mensen verschillend zijn en niet allemaal in hetzelfde keurslijf
passen. De een gedijt bij een vast routine, de ander bij
flexibiliteit, de een is een ochtendmens, de ander een avond- of
zelfs nachtmens. Mensen ontwikkelen zich beter in vrijheid. Je zag
instemming in de zaal, maar ook twijfel en hier en daar onrust op
de gezichten. De reiziger sprak met vuur en overtuigingskracht.
Uiteindelijk werd besloten dat zij die dit wilden de sloten en
proppen konden laten liggen.
Het leven veranderde. 's
Avonds waren de kinderen actief als de zon allang had plaats
gemaakt voor de maan. Moeders zaten bij lamplicht te dammen met
hun zonen en dochters. Jongeren lazen een boek totdat ze zelf naar
bed wilden gaan. Al snel werd het nieuwe het gewone.
Er
waren vaders die het fijn vonden meer contact met hun kinderen te
hebben. Er waren ouders die er vermoeid uit gingen zien. Er waren
kinderen die gedijden bij het nieuwe leven. Andere kinderen zaten
in de klas te knikkebollen. De verandering was een verrijking voor
velen, maar deed anderen geen goed.
De reiziger was goed
uitgerust weer vertrokken naar een nieuwe bestemming.
|
|
|
2 opmerkingen:
Wie weet waarom de reiziger niet wat langer bleef genieten.
Verder, alsmaar verder, dat is het lot van de reiziger, achter de horizon liggen immers nieuwe verhalen.
Een reactie posten