Zelf heb ik meer herinneringen aan de kantine waar we onze rapporten kregen. Die gooide ik gelijk weg, omdat het in het leven niet om cijfers draaide. De andere ruimte om aan terug te denken was het lokaal van Nederlands. Door de lerares werd ons aangeraden na school in het café wat te gaan drinken. Het werd een mooie tijd.
Toch ging ik via dat lokaal weg als querulant. Ik verweet mijn medeleerlingen consumentisme. Waarom? De lerares vroeg ons in het derde jaar een gedicht mee te brengen voor het begin van de les. Eigenlijk waren er maar twee leerlingen die dat deden. Ik en iemand die in dat jaar naar Spanje vertrok om daar als au pair te gaan werken en die ik miste. Ik las Berceuse Nr. 2 voor van Paul van Ostaijen, een gedicht dat ik nog steeds mooi vind.
Slaap als een reus
slaap als een roos
slaap als een reus van een roos
reuzeke
rozeke
zoetekoeksdozeke
doe de deur dicht van de doos
Ik slaap
Of deze zwoele versie:
"Waarom dit gedicht," vroeg de lerares. "Omdat," zo begon ik als een echte gereformeerde van de donderpreken, "mensen die op het volwassenen onderwijs zo weinig eigen initiatief laten zien niets anders waard zijn dan een nonsensgedicht." En verdween vervolgens van school. Zo haalde ik nooit mijn diploma.
De lerares belde me later nog eens op. Ze was zelf gestopt. "Ik ben de reclame ingegaan," zei ze. "Dat zal je wel een verkeerde keuze vinden." Ik zei dat je daar misschien wel meer creativiteit kwijt kon dan op een school. Later kwam ik haar naam tegen als eindredacteur van een allerminst commercieel boek. Gisteren liep ik opeens weer rond in de Amsterdamse Avondschool.
2 opmerkingen:
Fraai verhaal.
Wat een eigenwijze dwarskop, vind je niet?
Het was ook de tijd dat ik een poosje blauw haar had.
Een reactie posten