in de
blauwe oneindige golven
vergeten
wij ons hartewee
en de
wereld, met leed bedolven.
Het zijn
woorden uit Verre Jaren van Paukovski. Ik kreeg het boek van mijn vriendin.
Terloops ga je een stuk Russische geschiedenis door. Je merkt hoe de
slachtpartij in 1905 op de trappen van het Tsjaristische Paleis in
Petersburg doorwerkt in Kiev. Hoe in datzelfde jaar het verlies van
de Japanners door teruggekeerde militairen afgewenteld wordt op de
Joden. Maar ook gaat Tolstoi met veel aandacht en verdriet in de samenleving dood. Schrijvers als
Tsjechov zouden niet moeten sterven, denkt de jonge gymnasiast.
Het is het
tweede boek van Paukovski dat ik deze maand las. Eerder al las ik De
Romantici over avonturen langs de randen van de Zwarte Zee en de
pijnlijke oorlogsverhalen. Met een prachtig nawoord van zijn zoon dat
een inkijk geeft in de boeken van de schrijver:
“Pas later begreep ik dat dit slothoofdstuk juist een waarschuwing vormt voor al diegenen die teveel van het leven houden om het te willen verliezen. Diegenen die nooit oog in oog hebben gestaan met oorlogen en revoluties zien deze misschien vaak als een soort fata morgana, terwijl het gaat om iets dat dood en verderf zaait waardoor je zo niet je leven dan toch jezelf dreigt te verliezen.”
The Age of
Jihad van Patrick Cocburn is een verzameling artikelen en
dagboekaantekeningen samengebracht binnen een band. Van Irak 1990
naar het Kalifaat in 2016. Een kwart eeuw. Het is een reis door
oorlog en verschrikking in Irak, Syrië,
Afghanistan, Jemen en Libië. Maar de eerste woorden die ik
onderstreep zijn: “Other parts of the planet are more peaceful
than 50 years ago (…).” Wat me het meest bijblijft zijn de
redelijke mensen uit Irak die zich bij IS hebben aangesloten. Dat is
wat Cockburn doet je blikveld verbreden en daarmee eenvoudige
waarheden van kritiek dienen.
Het boek
Griekse Mythen van Imme Dros staat al langer in de kast. Het was een kado van mijn
schoonvader aan mijn jongste zoon. Zelf verbaas ik me over de
inzichten in de mens die uit de verhalen spreken. Jaloezie,
opschepperij, mannenmacht en vrouwenverzet,
belofte, berouw, verdriet, passie en schuld. Met plezier
ging ik er doorheen. Nieuw is mijn tot op zekere hoogte meeleven met
Medea, die alles opofferde voor de blaaskaak Jason (waarom
is ooit het blad van de Nederlandse NAVO-jongeren naar die gast genoemd)
en van zijn lief een kreng maakte.
De
geschiedenis van China in een notendop, zo mag je het boekje A short
history of China door Gordon Kerr wel noemen. Ik las als jongen van tien al iets
dergelijks. Dikker, geïllustreerd en op groot formaat van de
bibliotheek. Ook toen ontschoten de namen van Ming, Song, Jin, etc.
dynastiën en hun levensduur me al snel weer. Verhalen van een
boerenjongen die een succesvolle dynastie opzet en het feit dat er
een vrouwelijk keizer was, Wu Zetian (heerste van 690 tot 705),
blijven bij me.
Tenslotte las ik Alle Namen van José Saramago over een schrijver op
het Algemeen Archief van de Burgerlijke Stand. Het archief is een
labyrint vol kaarten waarop alle namen. Die schrijver, mijnheer José, spaart
wetenswaardigheden over beroemdheden en besluit op een dag als een
dief in de nacht de gegevens uit het archief over te nemen voor zijn
verzameling.
Per ongeluk neemt hij ook een kaart mee van een willekeurige vrouw. Dan begint een zoektocht met grote invloed op zijn leven. Van een anonieme klerk wordt hij iemand met een missie: 'n doordachte en obsessieve zoektocht naar een ander anoniem leven. Misschien is dat wat het boek nog het meest maakt: mensen zijn niet alleen wie ze zijn, maar kunnen ook vanuit hun bezigheden of positie iemand anders worden.
Per ongeluk neemt hij ook een kaart mee van een willekeurige vrouw. Dan begint een zoektocht met grote invloed op zijn leven. Van een anonieme klerk wordt hij iemand met een missie: 'n doordachte en obsessieve zoektocht naar een ander anoniem leven. Misschien is dat wat het boek nog het meest maakt: mensen zijn niet alleen wie ze zijn, maar kunnen ook vanuit hun bezigheden of positie iemand anders worden.
Ooit zette ik Saramago op de foto in zijn geboortedorp Azinhaga en op mijn blog Zandkastelen: “Ik reed via de N365 door slaperige Wild West dorpjes, langs wijn- en olijfgaarden, wijnhuizen, verlaten landhuizen en een beeld van José Saramago – de communistische schrijver en Nobelprijs winnaar – in zijn geboorte dorp.” Meer niet.
Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken. Dat valt deze maand samen met ...
... iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Maar ook vandaag haalde ik het strand niet.