maandag 30 april 2018

Boeken in april




Het boek Equator van Miguel Sousa Tavares uit 2003 (vertaling naar het engels 2008) speelt begin 19e eeuw op de kleinste kolonie van Portugal, São Tomé e Príncipe. Het zijn een paar vulkanische eilandjes in de Golf van Guinee, waarvan São Tomé het hoofdeiland is. Begin 19e eeuw wordt de verbouw van cacao geïntroduceerd.

Het leven op de afgelegen eilanden kent zijn eigen mores en de geïmporteerde plantage arbeiders plukken daarvan de bittere vruchten. Ze werken na het afschaffen van de slavernij in 1875 op contractbasis (dat zijn wel contracten waarvan het einde niet duidelijk is), met slecht voedsel en met zware straffen. Het is net wel of net geen slavernij. De Britse fabriek Cadbury dreigt de import vanwege deze omstandigheden te beëindigen. De eilandeconomie zou bij zo'n beslissing instorten is de vrees in het moederland.

De Britten sturen een consul – met een roemruchte geschiedenis in India – om de situatie te bestuderen. De Portugese koning stelt daarom op zijn beurt een Gouverneur aan die bekend staat om zijn moderne ideeën. Het is zijn taak om op de eilanden de situatie te verbeteren tegen de wensen van de plantage eigenaars in. Hij moet ook de Britse consul overtuigen dat van slavernij geen sprake is. De Brit neemt zijn beeldschone vrouw mee. (Overigens zijn alle vrouwen in het boek die er toe doen prachtig, met haute couture jurken die diep zijn uitgesneden.)

Ik moest de eilanden opzoeken op de kaart en je kan er niet rondkijken met Google Maps. Juist daarom is het zo mooi; een stukje wereld en geschiedenis dat ik niet ken. Intrige, liefde, seks, opstand en de verhouding tussen het Portugese moederland en de kolonie zijn de ingrediënten. Het leest bovendien lekker weg. Hoewel lekker, twee erotische scenes kwamen vlak achterelkaar toen ik zat te lezen in een volle wachtkamer van het bevolkingsregisterr van Amsterdam West. Het voelde enigszins gênant.

Begin 1908 eindigt het boek (op een korte epiloog na, die in twee pagina's naar de Portugese machtswisseling van 1910 gaat) en is São Tomé e Príncipe de belangrijkste exporteur van het zoete genot in de wereld. De de pseudoslavenarbeid zorgt dat dit nog jarenlang zo blijft. Republikeinen die in Lissabon de Koning hebben vermoord en kort daarop de macht overnemen kunnen (en willen) daar weinig aan veranderen.

***

Jan Compagnie van Arthur van Schendel, weer een boek dat speelt in een kolonie. Ik las dit jaar al A passage to India, Equator en ook Overde gekte van een vrouw past wel in dat rijtje. Toeval vroeg ik me af. Ja, alle boeken staan hier wel in de kast, maar ze zijn er niet gekomen op grond van dat thema.

In het boek van Van Schendel gaat het om het begin van de Oost Indische Companie. Boeken over avonturen in het Indië van de Gouden Eeuw heb ik nogal wat gelezen. Stuurman Aart van K. Norel bijvoorbeeld wel een keer of vier. Ook dit verhaal is zo'n typisch Indië avonturenboek: kwajongen die uitvaart, in Indië verblijft, terug komt als welgesteld man.

Een beknopte, maar treffende samenvatting staat op de achterkant: “een voorstelling van het leven en bedrijf der Nederlandse pioniers in de troepen.” Toch is dit boek uit ander hout gesneden dan mijn jongensboeken. Het is geschreven zonder tierelantijnen, maar ook kleurrijk door alle volkeren op de afzonderlijke eilanden. Bovendien zijn de situaties waarin de held verzeild raakt anders. Het leidt bovendien niet tot Hollandsche helden.

Hier is is een centrale persoon, lanspasaat Draet, betrokken bij de vierendeling en onthoofding van meer dan 40 dorpshoofden (Van Schendel gebruikt orangkaia) omdat ze zich 'schuldig' maakten aan handel met de Engelsen. In Stuurman Aart wordt om deze reden een dorp platgeschoten alsof het een administratieve daad is. Hier komt Draet er niet meer bovendop en gaat lijden aan wat we nu PTSS zouden noemen. Hij vermoord zijn vrouw, twee van zijn kinderen en zichzelf.

Het boek gaat ook over zelfverrijking. Dat woord geldt niet de lagere standen, die wel moesten om te overleven. “Wat het schuim der natie genoemd werd, uitgevaren om het werk van geweld te doen, lag ginds gesneuveld, in verwaarlozing of onverschilligheid gestorven, en wat er na zoveel tijd nog van leefde vond zijn karig onderhoud van de weldadigheid van Indië, wat rijst, wat vis en warmte om niet. Soldaten keerden niet terug, duizenden lagen er al in de aarde.” (p. 169) Maar de elite van de VOC keerde vaak rijkbeladen huiswaarts.

Van Indonesisch antimilitarist Indro Tjahyono leerde ik dat die VOC-methode, waar men de soldij of gage aan moest vullen, bleef bestaan tot in de tijd van Soeharto en Indonesische militairen nog steeds extra inkomsten zochten. Met als gevolg penarie op kleine en grote schaal. Ook hier waren er generaals die dat niet uit noodzaak deden, maar om in grote luxe te kunnen leven. In het boek komen de Engelsen er beter af dan de Nederlanders. Is dat omdat ze minder grof, bot en gewelddadig waren? Feit blijft dat ook zij volkeren ruim drie eeuwen hun wil op wisten te leggen.

***

'We Are Arrested': November 2015 werd de Turkse journalist Can Dündar gearresteerd, onder meer op beschuldiging van spionage. Hij schreef een indrukwekkend boek over de gevolgen van een baanbrekende publicatie.

door Martin Broek
redactie Alex van Veen (Ravage Webzine)

De 56-jarige Can Dündar was hoofdredacteur van de Turkse nationale krant Cumhuriyet die op 29 mei 2015 op de voorpagina het bericht plaatste dat de Turkse geheime dienst MIT betrokken was geweest bij de smokkel van raketwerpers, granaten, etc. naar Syrië. De wapens werden verborgen achter dozen met medicijnen. De krant kreeg een authentieke video toegespeeld waarop het openen van de truck en de onthulling van de lading op 19 januari 2014 door de politie te zien was.

Na lang wikken en wegen, want een reactie van de Turkse staat was wel te verwachten, besloot de redactie het artikel te plaatsen. De lezers hadden recht op het nieuws. De volgende afweging was aan de hoofdredacteur zelf: moest hij het land verlaten, in Londen blijven als hij daar zijn zoon Ege bezoekt of afwachten wat de regering Erdogan voor hem in petto heeft. 'In een tijd van bedrog, is het vertellen van de waarheid een revolutionaire daad', haalt Dündar in zijn boek We Are Arrested George Orwell aan.

De hele bespreking lees je terug op Broekstukken

***

Eyeless in Gaza van Aldous Huxley. Weer pak ik het uit de kast; de titel intrigeert. Weer lijk ik er niet door te komen. Hoofdstukken uit de eerste vier decennia (1902-1935) van de vorige eeuw lopen kriskras door elkaar. Je moet het verhaal steeds opnieuw te lijf. Ervaringen keren opeens terug. Verbanden blijken veel later pas. Het kost moeite. Maar er ontvlecht zich bij doorlezen een verhaal rond Anthony Beavis en zijn vriendschappen, en liefdes.

Regelmatig staat het dichtbij de situatie een eeuw later. Zoals dit: Je kan alles verkopen, idioot of crimineel, als je daar goed in bent, zoals Hitler en Musolini. (p. 195) Maar misschien is dat wel van alle tijden. Net zoals het voorspellen van een oorlog in 1940 een toevalstreffer kan zijn, gebaseerd op de politieke situatie net voor 1936 als het boek uitkomt. De oorlog komt voor de Britten nog een jaar eerder. Huxley schrijft het treffend op.

Maar wat me vooral treft zijn al die meer of minder gemankeerde mensen met hun maniertjes en afwijkingen. Het is een fijn boek om te lezen. De perfecte personages gaan ook onderuit, een teveel aan moederliefde, een naïef geloof in de mens, alleen de bijna heilige gevluchte Duitse communist, Ekki Giesebrecht, gaat weg van een uit de hand gelopen feestje om nog een paar maal terug te keren. 

De eerste keer voor een schilderij dat Paul
Eén van de vele werken die Cézanne tussen 
1892-1906 ervan shilderde, 1904-06.
Cézanne maakte, de Mont Saint Victoire; zo romantisch geschilderd, omdat hij de arbeiders en technologische vooruitgang wil negeren, beweert Giesebrecht. De volgende keren, omdat hij werd afgevoerd naar Duitsland, waar hij om zou komen. Anthony kan aan de hand van zijn communisme uitleggen dat Ekki staat voor het goede doel waarvoor om het te bereiken de middelen van geweld niet worden geschuwd. 

 
Anthony ontwikkelt zich na een ontmoeting met de quaker, antropoloog, arts en pacifist tot een man die los komt van zijn bourgeois leven en vanaf 1934 gaat ijveren voor pacifisme. Op 3 juni 1934 (in hoofdstuk 23) ontwikkelt hij een visie die verdacht veel lijkt op mindfulness. Hij ziet het als een methode die verder gaat dan het prikken in grote opgeblazen ballonnen.

Het boek is een onderzoek naar hoe de mens in een gespannen tijdperk een betere wereldwijde samenleving kan creëren. “Als het leven geen nonsens is, als er enig belang is, dan kon hij niet langer onverantwoordelijk leven,” bedenkt hij zich en kort daarna: “Vrede door bevrijding, want vrede is verkregen vrijheid.”

Tijdens het lezen vallen de door elkaar geschudde en verbrokkelde stukken leven en de personages die er een rol in spelen steeds meer op zijn plaats. Veel van de personages met hun kunde, rijkdom, kennis, contacten en verwikkelingen staan erbij en kijken ernaar als de bijbelse Samson die eerst zijn haar en daarna zijn ogen verloor tussen de Filistijnen. De ernst van het tijdperk gaat aan hen voorbij of ze zien het aan als toeschouwer. 








Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken.

Geen opmerkingen: