dinsdag 1 oktober 2019

Boeken in augustus en september


Emmedusa is Emmeke, Nefertiti, Medusa, 2017 Marlène Sjerps, Zandvoort
de meeste gedichten van Tom Lanoye is een verzameling poëzie van de immer kleurrijk gebrilde dichter uit België en Zuid-Afrika. Gedichten over: liefde, seks en masturbatie (O krinkelende winklende waterding); het fijne vaderland en de rottige kantjes daaraan; Gent-Wevelgem en het fietszadel op weg naar het niets; en Antwerpen als een stad voor een ieder, maar niet iedereen. Fijne kritisch humanistische of frivole teksten, waarop ik denkend daarover weken in slaap ben gevallen. Niet samen te vatten, omdat ze zelf al samenvattingen zijn.

Een groot deel van de verzamelbundel is niet voor het slapen gaan. Tenminste ik ben er te teerhartig voor. Er zijn vele pagina's met uit het Engels vertaalde en bewerkte gedichten over de Eerste Wereldoorlog, waaronder bekende teksten als Flanders Fields, Dulce et decorum est, en Does it matter. Het eerst couplet van dat laatste gedicht wordt in wat maakt het uit? vertaald naar:

Wat maakt het uit? Je benen verliezen?
De mensen zijn eens zo attent.
En jij moet maar doen alsof het went
Dat zij, voor ze dansen of jagen gaan,
Een omelet met spek achter hun kiezen slaan.

De Volkskrant haalde andere regels van het gedicht aan in een artikel over het Boekenbal, maart 2003, waar de Golfoorlog dreigt: Wat maakt het uit? Het gemis van je zicht?/Wat maakt het uit? Die hang naar het graf?/ Vergeet toch en vreet, zuip je ziek en wees blij. Lanoye schrijft niet in een intellectueel luchtledige, maar binnen de context van maatschappelijke debatten, zoals de betekenis zoeken van gedichten uit de Grote Oorlog om de huidige van repliek te dienen. Er zullen helaas nog wel meer gelegenheden komen om de 123 pagina's met gedichten over WOI op te slaan er er ergens een voor te dragen.

Het is het werk van de dichter die in Analyse, de maatschappij, maar ook zichzelf de maat neemt en relativeert door te schrijven: Ben ik wel dichter / Is wat ik schrijf oprecht datgene wat ik schrijf / Of spreekt het enkel het verlangen / van zijn maker uit, te zijn / wat ik niet ben: symbool / van grootse tijden, een / sterveling die blijft, / een engel met een pen?

***

Klont is geschreven door Maxim Februari, filosoof, columnist, jurist en romancier. Februari is bovendien al jarenlang een denker over maatschappelijke vragen die iedereen aangaan, maar waar je wel je tanden in moet willen zetten om ze te begrijpen. Hij schroomt ook niet om de mond open te doen, waar anderen liever zwijgen.

Klont past in dit straatje, en gaat over op drift geraakte kunstmatige intelligentie (AI) en data in een hoek van de cloud. Het wie, wat, waar en waarom van de technologische ontwikkelingen – die velen boven de pet gaan – wordt in een roman bij de horens gevat. Alsof dat nog niet genoeg is, wordt het probleem van een extra laag voorzien. Zogenaamde deskundigen weten vaak ook niet waar ze het over hebben en construeren voor de media geschikte informatie. De Klont is hiervan een voorbeeld, het is de opgeklopte vinding van de deskundige Alexei Krups.

Probleemstelling

Het boek is een roman vol ideeën, een zoektocht om ontwikkelingen te begrijpen. “Aan de ene kant is het een enorme vooruitgang, zo'n wereld waarin alles bezield is en alle dingen online met elkaar praten. Je Facebook-account met je portemonnee. Je pacemaker met je stembiljet. (…) Maar aan de andere kant woekeren data ongehinderd voort, zonder dat we er zeggenschap over hebben. (…) De verdringing van kennis door data, de opmars van het afzenderloze besluit,” zo verwoord een redacteur het thema waarover hij publicaties wil, maar het is tevens de 'probleemstelling' voor de roman. 

Dataficering

Dataficering is een belangrijk thema in het werk van Februari. Het begrip en de nadelen eervan spelen  ook een centrale rol in dit boek. “Het is de vertaling van de werkelijkheid in data. Je neemt een persoon en vertaalt die in persoonsgegevens. (…) Uiteindelijk reduceer je de hele werkelijkheid tot gegevens over die werkelijkheid.” Wat je overhoudt is beeld dat wezenlijk verschilt van de werkelijke wereld. Krups praat niet graag over dataficering. Het publiek wil het niet horen. Begint hij er wel over dan zou hij zijn lucratieve lezingencircuit verliezen. Zo worden terloops ook de beroeps talkshowgast en conferentie tijgers te grazen genomen, want die zijn er – niet altijd – om met zijn deskundigheid de mensen te boeien en vermaken, daar worden zij en de shows beter van. Als dat ook ter lering is, dan is dat meegenomen, maar niet de hoofdzaak.

Bewustwording

Februari heeft in Klont ook oog voor de robot wapens. Die nieuwe technologie maakt het ook voor Europeanen steeds aantrekkelijk militair in te grijpen: “Ze noemden het contra-terrorisme,” zegt Kirstin Elias, een verstandige minister van Veiligheid. Ze ziet dat haar 'moderne vrienden' snel gewelddadiger worden en gedachteloos drones naar verre landen sturen, maar zelf voorziet dat de slachtoffers ook wel eens verhaal kunnen komen halen. Observaties die worden gevolgd door twee bijtende zinnen die bedenkingen van Elias beeldend weergeven: “Helaas konden de niet-Westerse burgers op de hippe slachtvelden het sterven nog niet uitbesteden aan de techniek. Ze crepeerden nog als vanouds zodra hun ledematen door een drone werden afgerukt en hun hoofd na een inslag uit elkaar knalde.”

Een medewerkster van de Verenigde Naties vraagt tijdens een lezing van Krups of de deskundige wel weet dat zelfstandig opererende wapensystemen steden vernietigen. “Hebt u daar misschien ook een mening over,” stelt ze als vervolg vraag als hij bevestigend antwoord. De spreker antwoord: “Dat is inderdaad zorgelijk. Ik werk hard mee aan de bewustwording ...” Een dergelijke reactie is doorgaans afdoende. Niet in dit boek. “Bewustwording? Dat lijkt me een uiterst minimale vorm van actie. Wat bedoelt u daarmee?” De VN-medewerkster blijft nog ruim een pagina aan het woord en raakt daarbij het hoofdthema van het boek: nonsens over AI blootleggen, zonder de schadelijke aspecten onbenoemd te laten. 

Verhaal

Het verhaal is eenvoudig, nodig om de ideeën een vorm te geven en de lezer mee te nemen. Uiteindelijk loopt het goed af. De man waar het om draait wordt door zijn vrouw weer op zijn benen gezet en de schurk delft het onderspit. De wereld van de technologie draait buiten de roman wél door. Hier wordt een roman gebruikt om valse profeten te ontmaskeren en de lezer gevraagd na te denken en waar personages verschillende posities in het debat innemen. 


Wat mij betreft zouden er lijstjes mogen komen met romans over de gevolgen van, bijdragen aan en ontwikkelingen door technologische veranderingen, zoals AI, IT, bio-, nano- en cybertechnologie. Dit boek mag daar dan zeker op staan.

***

Cyclopedia is een boek met ruim 110 heel bijzondere fietsmodellen uit met name de 20e eeuw gerangschikt naar soort: stads- en racefietsen, vouwfietsen, mountainbikes, kinder- en toerfietsen…

‘Als je je moedeloos voelt, de dag somber lijkt, je werk eentonig wordt en je nauwelijks een lichtpuntje ziet, pak dan je fiets en maak een tocht’, stelde Arthur Conan Doyle (de geestelijk vader van Sherlock Holmes) al eind 19e eeuw in het Scientific American Magazine. Zijn woorden staan boven de introductie van het boek Cyclopedia, een eeuw iconische fietsen.

De woorden van Doyle grijpen de belangrijkste eigenschap van de fiets, het vervoermiddel (meestal) op twee wielen voortgedreven door spierkracht. Het vervoermiddel kan wat een zielenknijper of een handvol pillen lang niet altijd kunnen: plezier en uitzicht bieden. Cyclopedia is een boek met vooral oog voor de schoonheid van de techniek en de fiets zelf, maar de liefde heeft een diepere reden.

Fietsland

Nederland is een fietsland pur sang. Het is grotendeels vlak en afstanden zijn alleen groot als je daarvoor kiest. Om de status van Nederland te onderstrepen, openende Utrecht in het hart van het land een mega-fietsenstalling die zelfs internationaal het nieuws haalde. De fiets is in, meer dan ooit. Het is een snel en schoon vervoermiddel in volle steden en biedt ontspanning aan mensen van middelbare leeftijd en steeds meer twintigers en dertigers. Het boek, een heruitgave van een Engelstalige versie uit 2011, verschijnt dan ook op … Lees hier verder.

***

De titel  De acht bergen van Paolo Cognetti's bestseller verwijst naar een Nepalese verhaal over twee reizen: de reis de berg in het midden van een cirkel op, of een reis naar de acht bergen die staan op de rand van de cirkel ieder aan het eind van een straal die 45° ligt vanaf de vorige. Je zou het moeten tekenen, zoals in het boek twee keer - hoewel met woorden - gebeurt; de eerste keer in Nepal in het zand en de tweede keer in de Italiaanse alpen in hout.

Hiermee zijn niet alleen Himalaya en Alpen met elkaar verbonden, maar ook Pietro en Bruno, om wiens vriendschap en beider hechte band met de bergen het boek draait. De een is gebonden aan de berg waarop hij geboren is, de ander trekt de wereld van de bergen in, met name naar het land dat vooral bekend is door zijn achtduizenders.

Buiten elkaar en vooral buiten de berg of bergen is er weinig ruimte voor andere vriendschappen, maar dit leest niet als een kwalijke beperking; ook niet als deze worteling ten koste gaat van een gezinssituaties en liefdesrelaties of als de oude moeder van Pietro met haar vriendinnen een flard van een leven laat zien dat wel rondom andere mensen cirkelt en daarmee een aantrekkelijk alternatief verbeelt. De romantiek van de bergen en de vriendschap tussen twee mannen overheerst. Dat alles daarbij moet wijken is niet het thema van het boek, er wordt geen beschouwend woord aan gewijd en het wordt zelfs niet gesignaleerd; alsof het gewoon zou zijn. De schrijver maakt zich er zo wel heel gemakkelijk vanaf, naar mijn smaak.

Een passage over het gezin waarin Pietro opgroeide blijft hangen. Hij luisterde als kind naar de verhalen erover tussen vader, moeder en bezoekers. Als kind was hij te klein om het te horen, als tiener en twintiger stopte hij liever zijn vingers in zijn oren dan te luisteren en als hij als dertiger wel luistert dan constateert hij dat hij het verhaal al kent door de gesprekken die hij al hoorde, de foto's die hij al zag. Mooi om over dat fenomeen van door het leven aan elkaar geplakte stukjes persoonlijke geschiedenis te lezen in het bestek van niet dan één pagina. En zo zit er wel meer boeiends in dit boek over gevulde en zeker niet perfecte levens.

***

In De kus van Esau door Meir Shalev speelt de bakkerij een hoofdrol. Het bakkersvak is vele generaties in de familie waarvan het boek de geschiedenis verteld. Er is een vlucht voor nodig om een eigen bakkerij te laten bouwen. Het meel wordt er vermengt met water en gist en het deeg gaat dan rennen. Dat proces is niet te stoppen en moet gevolgd worden bij het bakken van het brood, anders verrijst het en wordt waardeloos. Bijna zoals de routine van het leven: als je weet wat goed is hoef je niet meer te experimenteren, zelfs niet in je dromen, maar moet je uitvoeren wat in de praktijk zijn waarde heeft bewezen.

De ene broer Jakob neemt de bakkerij over en de andere broer trekt weg uit Israël om in de Verenigde Staten mensen te voeden met authentieke, maar niet altijd ware verhalen, over brood.

In de kus van Esau spelen vaders en moeders een hoofdrol. Moeder is de enige tekst op een gevonden grafsteen. Moeder is de breedgeschouderde vrouw die haar ene zoon vervloekt. Moeder is de vrouw die in een conflict in het Palestina van begin vorige eeuw een van haar enorm mooie borsten kwijtraakt in een conflict, maar waarvan de andere borst blijft stromen, zodat haar moedermelk baby's blijft voeden. Moeder is de vrouw die na de dood van haar zoon door de kogel uit een uzi op bed gaat liggen om er niet meer af te komen. Zoals moeder is de dochter van zijn broer waarover hij wil vaderen als zij bij haar teer beminde oom op bezoek komt. Er is ook een vrouw die geen moeder is, maar moeders liefdes advies geeft.

Ook over pijn gaat het boek. Over de pijn van Abraham, de vader van Esau en Jacob, die zijn dichterlijke omschrijvingen van pijn aan zijn arts vertelt. Over de pijn na het verliezen van een vinger. Over de pijn van moeder Lea op haar bed, die geen kinderen meer wil om niet te hoeven zien hoe ze gedood worden. Over de pijn die er niet is bij Michaël – die droomt over engelen – en die door zijn vader wordt beschermd als een slagroomgebakje en wordt overdragen aan de zorgen van de simpele zoon, Simeon, van de moeder die haar borst verloor. Simeon zelfs is kreupel geslagen. Ja inderdaad al die namen lijken een betekenis te hebben. De betekenis van de dochter en fotografe Romi, verheerlijken (zowel wereldlijk als religieus), moet ik opzoeken.

Het is boek vol verhalen. Gruwelijke verhalen, mooie verhalen, verhalen over boeken, over de kracht van beelden, verhalen over een tocht door de woestijn, over visarenden voor de Oostkust van de VS, over treinreizen, over intimiteit, over familieconflicten en vooral over het verstrijken van de tijd die doortikt zonder acht te slaan op wat mensen groots denken te maken, zelf over de laatste woorden van belangrijke mensen heen.

***

Unrestricted warfare is door twee Chinese kolonels geschreven, Qiao Liang en Wang Xiangsui. Het is een van de vreemdste boeken die ik ooit aanschafte. Ik kocht het omdat ik benieuwd was naar het Chinese masterplan om de Verenigde Staten te vernietigen (het werd met de ondertitel China's Master Plan to Destroy America verkocht). Dat het werd vertaald uit Chinese militaire bron was voor mij een aanbeveling. Niet vanwege sensatiezucht of omdat ik dit letterlijk nam, maar ik wilde lezen over de Chinese militaire plannen van binnenuit. Het was relatief recent uitgegeven, nl. november 2015. In een snel veranderende wereld is 'actualiteit' een belangrijk criterium en een kleine vier jaar viel nog net binnen die tijdsspanne.

Propaganda

Als ik het ontvang zie ik nergens de dreigende ondertitel terug. Het heet unrestricted warfare in algemene zin. Wat ik ook al snel zie is dat het voor het eerst is gepubliceerd in 1999. Er is al een eerdere Engelstalige uitgave van geweest door de Pan American Publishing Company op 11 september 2002. Een jaar na de terroristische aanslagen op New York en Washington. Een datum die niet per ongeluk is gekozen. 
De dreigende woorden van de ondertitel prijken hier wel op de voorpagina, evenals een zich in het WTC borend passagiersvliegtuig. Dat laatste is niet helemaal onbegrijpelijk, hoewel met minachting van de inhoud. Al in 1999 schreven de auteurs dat: “The weapons used by them [terroristen] can be airplanes,” en een paar pagina's verder: “Whether it be the intrusions of hackers, a major explosion at the World Trade Center, or a bombing attack by bin Laden, all of these greatly exceed the frequency band widths understood by the American military.” Maar de inhoud is eerder – hoewel kritisch – VS vriendelijk dan vijandig. Volgens zeggen heeft de Marine Academie van de Verenigde Staten de auteurs gevraagd om het boek te mogen gebruiken. Het is al in 1999 vertaald door de Amerikaanse Foreign Broadcast Information Service. Er is zelfs een wiki over het boek en kopen was niet nodig geweest het is te downloaden van de site van een Amerikaans militair tijdschrift.

Miskoop

Een miskoop dan? Lees hier verder.


Romeinse godin Flora, Bram Roth, 1969, Kijkduin.


Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken. Dit keer zijn er twee maanden in het blog verwerkt: augustus en september. Aan veel van de gelezen boeken kwam ik niet eerder toe ze te bespreken en ook nu krijg ik niet alles beschreven.
 


Geen opmerkingen: