“Samen worden Kaito en Kyoko
langzaamaan volwassen, ze ervaren de onderling verweven cycli van
leven, dood en liefde,” zo luidt een erg kaal samenvattende zin bij de film van Naomi Kawase, Still the Water.
Het decor is heel even Tokyo, maar vooral Amami, een klein eiland
boven Okinawa met een mooi golvende weg, die ideaal is om te fietsen.
Kawase vertelt over een ontluikende liefde, over de schakels van de
generaties binnen een familie, over relaties tussen lichaam en geest,
over twee moeders en twee vaders, en over de hectiek van stad
tegenover het kalme (maar niet saaie) leven in de provincie.
Still the water is gevuld met symboliek
en stevige metaforen. De zee leent zich daartoe. Net zoals de tyfoons
dat doen als ze overdonderend langs de Japanse eilanden waaien en de golven
angstwekkend opjagen.
De oude oom Kame die met zijn hengel op
de pier zit, hout verzamelt op het strand en zo nu en dan een geit de
keel afsnijdt, zit vol goede raad. Zo zegt hij tegen jongeren in het
algemeen: “Doe alles wat je wilt doen. Zeg alles wat je te
zeggen hebt. Huil als je wilt huilen. De ouderen zoals ik lijmen de
brokken wel.”
De geit gaf de geest, zoals later de
moeder van Kyoko dat zou doen na een lange en opgewekte sterfscene.
Ze zegt dat mensen in de stad, als ze ziek worden, toch nog zo lang
mogelijk willen blijven leven. Voor haar is het goed zo.
*** Bij
het naar bed gaan gisteren weerkaatste de maan het licht naar binnen.
Vanmorgen werd ik wakker van de wind. In de ochtend zong de merel in
de straat. Niet alleen TV, computer, krant en boeken brengen
gedachten, beelden en geluid van buiten naar binnen.
Op de
golven van het binnengewaaide trapte ik naar het strand, soms hangend
op de wind. Maar een keer waaide ik van het fietspad. Dat
zwemmen geen optie zou zijn wist ik toen al. Dat de zee ver op het
strand zou staan ook.
Als ik uitrust voor de klim over het duin dan
zie ik dat de meeste knoppen van de struiken achter mijn bankje zijn
opgevreten. Damherten - waarschijnlijk - houden kort waar anders de
boswachter de zaag in zou zetten.
En dan de klim en de duik.
Het strand is alleen voor mij, de drieteenstrandlopers en aangespoelde
schelpen, krabben, houtjes en een fles. Het is heerlijk.
*** OPEN DE POORTEN "we hebben het nu nodig - het universum was overspoeld met het ziekelijk statische fineer van antikosmos, van antinatie; de zalen werden leeggemaakt, onze schaduwen echoden en bevlekten de muren van onze verlaten oases - dus stroomden we de woeste straten van 2020 in. De geesten van onze arbeid dansten rond de ziekte terwijl we onze oude manieren van denken en bewegen in brand staken, terwijl we politieauto's in brand staken en de ramen insloegen van onze eigen toenemende onthouding. "Open de poorten!" riepen we, gezegend zij - we hebben het nu nodig!
Hier komen Irreversible Entanglements - Luke Stewart, de hogepriester op bas; Aquiles Navarro, het elektrische universum in menselijke vorm op trompet; Keir Neuringer, de kosmoloog met de sirene op sax; Tcheser Holmes, de griot, de mythemaker op drums; en Camae Ayewa, de Moor moeder met een hemels penspel - op deze nieuwe schijf met hun felle auditieve tektoniek die de aarde verschuift, hun waterige post-pangea als klaagzang, hun punkrockethos en crash en knal polyritmische supersonische geluidssynesthesie in de vorm van OPEN DE POORTEN - hier komt het, mijn Brothas en Sistas, hier komt het."
Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand,
neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later
vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik
hier. Steeds vaker schrijf ik mijn tekst (gedeeltelijk) al voor die tocht en voeg er achteraf nog wat zinnen en/of gedachten aan toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten