Rodaan
Al Galidi
schreef met Holland
een zoektocht. Zoals de
schrijver het formuleert:“Holland is de hoofdpersoon van deze
roman. Dit boek is mijn reis tussen de Nederlanders en in de
Nederlanders. In hun hart, in hun geest, in hun hoofd. En als dat het
niet is, dan is het mijn vergissing, waarvan ik dacht dat het mijn
reis was.” Holland gaat over Nederland en over hoe moeilijk het is
alle eigenaardigheden van de inwoners te begrijpen, zeker als je in een andere wereld bent opgegroeid, en ook als je over goede voelhorens beschikt. Maar het onderzoek is gelukt.
Scheldwoord
Een
hoofdstuk begint met de zin: “Aanpassen
aan een cultuur is makkelijker, als die cultuur niet blaft.” Bij dat blaffen draait het vooral om het officiële Nederland met instituties vol
knellende regels, stroperigheid, bureaucratie, beperkingen en waar uit de behandeling door veel beambten duidelijk wordt dat je niet voor vol wordt aangezien. IND lijkt in deze roman geen
afkorting voor Immigratie- en
Naturalisatiedienst, maar een
scheldwoord.
Nederlanders
Er
zijn ook de Nederlanders buiten het apparaat. Ook niet altijd makkelijk. Ze leren je van alles, ook hoe je door weg te kijken geen
contact kan maken. Doorgaans vallen ze in dit boek erg mee. Vriendelijk en behulpzaam of juist het
tegenovergestelde, het is niet gebonden aan afkomst. Al kan je in de
asociale wijk beter terecht zonder jezelf te verliezen dan op de goudkust of woonachtig in het nette gezinswijkje. Maar je hebt inhalige
mensen die eerder vluchteling waren en je hebt witte VVD-meisjes van
rijke ouders, die uiteindelijk de naarste niet blijken. Simpele schema's worden door Al Galidi afgebroken.
Er
zijn kleine opmerkingen, met een wereld erachter, zoals
'wij hier in Nederland doen het zus of zo'. Het mooist is het als
Semmier Karim het denigrerende niet hoort, niet wil horen, en doet
alsof zijn neus bloed. Dat geeft humor aan de venijnigheid, maar pijnlijk blijft
het. Anderzijds is er een fijn klooster – ook toegankelijk voor een
atheïst – en hulp vinden in Nederland lijkt bijna vanzelf te gaan.
Nou ja vanzelf, veel van de voormalige collega
vluchtelingen zijn niet bereikbaar voor hulp als de hoofdpersoon na ruim negen
jaar de wereld weer in mag. Eentje staat wel klaar. Die heeft onderdak
gevonden bij de familie Van der Weerde in een klein dorp. Hij leeft
er zijn eigen leven en heeft wel plaats. Hij wijdt Semmier vervolgens
in in de Hollandse mores volgens Calvin. Steeds weer zijn mensen behulpzaam.
Stinkende tijd
Het AZC heeft hem begraven in de stinkende tijd als levend lijk,
langdurig gewurgd, en dat negen jaar,
negen maanden, een week en drie dagen lang. Schrijver
Al Galidi heeft zelf negen jaar in een AZC doorgebracht. Net als zijn personage Semmier is hij van opleiding civiel ingenieur. Hij leerde
Nederlands door te schrijven en te dichten. Hij schreef verschillende
boeken, waarvan er een vertaald werd in het Engels. “Essential reading” aldus een recensie in The Guardian. Twee dichtbundels
werden genomineerd voor de VSB-literatuurprijs. Hij won een
literatuurprijs van de Europese Unie. Maar zakte kort daarop voor het
inburgeringsexamen. Het absurde van zo'n examen komt in dit boek kort
terug. Zijn werk en leven zijn beide een appel op een menselijker
vluchtelingenbeleid, sterker nog op menselijkheid in het algemeen. Het op en neer schrijven in de roman tussen vooral Nederland en het land van herkomst, Irak, geeft hier
extra betekenis aan. In een bespreking lees ik dat het goed zou zijn
als het boek de leeslijsten en/of lesmethodes op de middelbare
scholen zou bereiken. Inderdaad als je de noodzaak en ernst van goed
vluchtelingenbeleid door dit opgewekte en indringend geschreven werk
nog niet snapt, dan moet je eens een dagje gaan nadenken over jezelf.
Niet dat je perse aan een psychische kwaal lijdt, maar er kan wel wat
anders, ergens iets verbeteren. “Rodaan en zijn alter ego Semmier
kennen ons inmiddels beter dan wij onszelf kennen,” voegt de
schrijver van die bespreking hier nog aan toe.
Onderzoek
Maar goed het is toch vooral een
onderzoek naar de Hollander. Wat doet die anders? Volgens Semmier
diagnosticeren Nederlanders bij vluchtelingen die een ellendig verhaal vertellen
– zoals bij een in de rivier verdronken vriendje – al snel de aanwezigheid van een trauma, terwijl het voor hen deel van het leven thuis geweest is.
Een broer van Semmier werd omgebracht door IS. De soldaten waren een
donkere wolk als ze naar het dorp kwamen. Als “je
na je studie niet vluchtte, ging je het leger in”
met een grote kans op sneuvelen. Zo'n leven. Daarbij: Godsdienst was in Irak bloedige
strijd. Reden genoeg inderdaad om getraumatiseerd te worden, maar dat is geen wetmatigheid, vluchten
eruit – als dat kan – leidt tot meer mogelijkheden.
Maar de ellende is in
Nederland niet perse over. Een moeder wil haar dochters geen vrijheid
geven, omdat ze bang is dat haar broer die in Duitsland woont overkomt en een einde zal
maken aan het leven zonder hoofddoek. In Nederland kan een vrouw gaan
zitten bakken in de tuin, terwijl iets verderop mannen werken. Een
verhollandste Iraakse vluchteling vindt niettemin dat vrouwen zich
moeten bedekken om zichzelf te beschermen. Maar deze Irakees is een stereotype, waaraan zelfs zijn zoon (de echtgenoot van de zonnende vrouw) al niet meer voldoet.
Bespreking
Geen idee hoe ik dit
boek moet bespreken. Het is helder geschreven en aangenaam om te lezen
(al gaat het leven in het studenten huis na enige tijd vervelen, maar
dan dwingt een bezoeker Semmier al weer tot verhuizen). Vanuit dat huis maakten we wel een uitstapje naar de overburen met een
schuur vol handige spullen en een huiskamer vol koude kilte. Hier
komt een door het hele boek aanwezige hang naar fotoboeken om de hoek
kijken. Wie toverde bij wie de lach van het gezicht; fotoboeken
verraden meer dan je vermoedt, ze geven veel informatie over waarom het
heden is zoals het is. Wie lachte op oude foto's wel en deed dat steeds
minder? Bij Van der Weerde ziet Semmier dat de dochter waar hij
meteen verliefd op werd iedere generatie in de familiefotoboeken
opnieuw voor hem staat. Hoe is het om te schuiven met de foto's zodat
overleden mensen de eeuwige
vastgelegde seconde glimlach aan een ander geven (en daarmee het leven) en zo de omgeving mooier maken? Het
onderzoek naar de Nederlander gaat ook via die weggegooide of bij de
Kringloop belandde boeken de diepte in. Lekker ouderwets in tijden van Facebook
en genealogie-sites. Maar zelfs een hondenriem en balletje werken ook heel
aardig in de zoektocht.
Maar een bespreking? Zelf ben ik boek het gaan lezen door deze tekst en ik heb er geen moment spijt van gehad. Dat is eigenlijk wat ik met mijn woorden wil zeggen: lees het ook. Als dit overtuigender is: het boek is ook door anderen veel lof toegezwaaid.
Pont
Al eerder las ik werk van Rodaan Al Galidi, maar het
meest bleef me bij zijn optreden in de film 'Water
wieg me'
(vafaf 4:18 en 43:38) met de Nederlandstalige literair georiënteerde
punkfanfareband De Kift.
De schrijver zit bij een
pontje in Zwolle en heeft een vriendelijke uitstraling. Hij leverde
voor de film een gedicht over de overeenkomsten tussen een fles
trillende vla in de koelkast en een vluchteling in de krochten van de
IND (zie illustratie voor de tekst en besluister onderstaande youtube voor de muziek). Bij het lezen over de wereld van Semmier zie
ik steeds zijn gezicht voor me. Maar dit boek gaat niet over de
schrijver zelf. Het gaat over een fictieve persoon met een
verblijfsstatus die door de lange peridode in het AZC van huis en
haard is losgeslagen en nergens lang kan blijven. Maar er zijn ook
opmerkingen in de film die in het boek te lezen zijn. Beide werden
dan ook niet lang na elkaar gemaakt. En de beelden laten ook
Nederlanders (zowel pontjesbaas als band) en een Iraki zien die niet
voldoen aan de standaard burger. Holland is dan ook een blik van de buitenstaander in
twee opzichten. Semmier komt erachter dat hij geen Nederlandse burger
wil worden. Het grapje is misschien flauw, maar zegt wel veel: Het
kalf gaat de McDonald binnen om er als burger uit te komen. Semmier
gaat als asielzoeker de inburgeringscursus in om er als asielzoeker
uit te komen. Hij leert zichzelf op de Inburgeringscursus juist hoe
hij zoveel mogelijk afstand van de Nederlandse burger kan houden. Hij
wilde geen kanari zijn die papegaait wordt, en ook geen papegaai die als kip de gevraagde eieren kan
leggen.
Tekst gaat door onder clip!
Koplanowich
Als
een van zijn oude AZC-contacten afscheid van hem komt nemen draagt Semmier
twee regels uit een langer gedicht voor:
Holland lijkt soms ook te gaan over de aanwezigheid van afwezigen: zoals de vertrokken liefde die er nog altijd is; de bewoonster van huis dat onderverhuurd wordt (ze leeft bij haar man); de overleden Irakees die nog leeft voor de Nederlandse instanties, zodat anderen in zijn flat kunnen wonen; en de hond die er niet is, maar die zelfs mooi gevonden wordt door passanten. Ook de altijd mee reizende fotoboeken spelen met deze aan- en afwezigheid.
2 opmerkingen:
Ja…ik zie het van dichtbij
Mijn moeder woont in zo’n sociale “asociale “ wijk.
Mijn dochter is bevriend met veel vluchtelingkinderen.
Ben op die hoogte van alle trauma’s…maar die lijken oppervlakkig gezien minder mee te spelen dan de ziekmakende frustraties die - vooral hoogopgeleiden - meeworstelen sinds ze het hollandse moeras in zijn gelopen.
Semmier kreeg zonder gezeik koffie (toen opviel dat hij zijn bier niet opdronk) in die wijk en kocht er kanaries die zongen op het balkon van het huis waar hij toen woonde met nog vele anderen.
Een reactie posten