In de Verenigde Staten houdt hij toespraken die door anderen voor hem geschreven zijn. Hij doet het zo monotoon mogelijk, in de hoop dat de toehoorders merken dat hij het er niet mee eens is. Op vragen antwoord hij wat gewenst wordt. Zelfs de uit Rusland vertrokken Stravinsky krijgt zo een verbale trap. Hij verraadt daarmee wat hij de beste componist van de 20e eeuw vindt. Shostakovich werd later na zoveel mogelijk dralen voorzitter van de Bond van Componisten. Hij zet zonder de stukken te lezen zijn handtekening onder wat zogenaamd wel van zijn hand in de Pravda verscheen. Lezen en het aanbrengen van een kleine correcties deed hij niet; dan was het minder erg. Dacht hij. Zo verschijnen artikelen tegen Solzjenitsyn en tegen Sacharov en nog wat meer kerven op zijn stok. Ironie is zijn wapen, maar je kan niet ironisch zijn over iemand die martelt, of die gemarteld wordt, zo bedenkt hij zich toch.
Waar begon het verkeerd te gaan? Zo verkeerd dat 's nachts de gedachten de baas werden over de persoon, ze de leiding namen. Niet de gewenste gedachten, maar juist de zwarte. Zoiets begint niet ergens. “Het begint op veel plaatsen, en op verschillende momenten, zelfs voordat je geboren werd, in het buitenland en in de geesten van anderen.” Yaroslav, de naam die zijn ouders hem wilden geven, werd door de priester al afgeraden. En schrikkeljaren, die geven de laatste negatieve zet en bij voorkeur met een tussenpoos van twaalf jaar. Je gaat blijkbaar de raarste dingen denken als je doorleeft, niet echt meedoet en ook heel gezond de confrontatie vermijdt; doet wat moet en niet meer. Je kan je dan voelen als een papegaai die met zijn kop naar beneden van de trap af wordt gesleept; exact die pijnlijke ervaring en ook in die woorden komt vaker terug in de roman. Ironie is er als het slotdeel van de vijfde symfonie gaat lijken op een geschilderde clownsglimlach op een lijk. Dimitri Shostakovich werd geholpen door de ironie. Die ironie verandert wel in sarcasme als de ziel uit de licht spotttende woorden verdwijnt. (Het is juist die vijfde die mij kracht gaf door te lopen toen dat even moeilijk ging. Ik neuriede als jonge Broek de muziek op de Forth brug in Schotland en toen drong pas echt tot me door hoe mooi ik ze vond, ziel zat en zit er zeker in.)
In 1936, inderdaad
een schrikkeljaar, besluit Stalin naar de opera te gaan. Stalin kon
Shostakovich daarvoor al een tijd niet zo goed leien. Toen werd ook Lady
MacBeth van Mtensk nog eens zo hard opgevoerd dat de grote leider de zaal vroegtijdig verliet. Bovendien verwachtte de roerganger geen
gekunstelde, individualistische, formalistische en cosmolitische
muziek, maar meteen goed in het gehoor liggende klanken. Shostakovich
had al laten zien dat hij die kon componeren. Hij begon met een
Begrafenismars voor de Slachtoffers van de Revolutie en zijn Song of
the counterplan lag zo goed in het gehoor dat mensen het decennia
later nog floten. Misschien dat hij daarom ook wel onder de
bescherming van Stalin leek te vallen of zelfs stond. Om hem heen vielen mensen weg.
Hij bleef overeind. Maar eigenlijk had hij altijd dergelijke muziek
moeten blijven maken. Zich moeten aanpassen aan de wil van het volk, zoals dat heette.
De Pravda plaatste op pagina drie, de speciale bladzijde in de krant
voor het afbranden van musici, een recensie over de opera. Die bood aldus
het dagblad geen muziek maar rommel.
De bespreking voelde op
zijn minst voortaan als prikkeldraad bij het maken van muziek: tot hier en
niet verder. Hij was ook een vonnis. Het liep niet zo'n vaart, maar de
angst was er. Dimitri wachtte nadien voor de lift van het Grote
Gebouw op verhoor. Waarom ging dat niet door? Was de verhoorder zelf
verbannen, gedood, verdwenen of had hij nooit bestaan? Bij een later
verzoek de opera toch op te voeren, werd hij weer verboden. Pas veel
later kwam hij onder Chroesjtsjov toch nog op de planken, maar wel onder
een andere titel: Katerina Izmailova. De Pravada schreef toen dat de
opera eerder ten onrechte was afgekeurd. Shostakovich had eieren voor
zijn geld gekozen en verleende door voorzitter te worden van de Bond
voor Componisten geloofwaardigheid aan de de Sovjet Unie en
werd daarvoor beloond.
De video van een van de eerste Sovjet films met muziek: "Counterplan". De premiere was op 11 juli 1932. De titelsong was The Song of the Counterplan. Deze was gecomponeerd door Dimitri Shostakovich en de teksten waren geschreven door dichter Boris Kornilov. Het werd wereldberoemd en bewerkt tot Au-devant de la vie, een lied uit de socialistiche beweging van de jaren dertig. |
Shostakovich
bewondende hen die opstonden tegen de macht. Hij bewonderde hun
dapperheid en hun morele integriteit. En soms was hij jaloers op hen;
maar het was ingewikkeld, omdat een deel van zijn jaloersheid hun
dood was, hun uit de pijn van het leven geduwd worden.” Het
is een citaat dat veel van de beklemming van de totalitaire sovjet
Unie en de reactie erop van de componist in het boek vat. Angst
veel angst. Maar niet alleen dat. We duiken ook in het familie leven
van Dimitri, zijn liefdes, vrouwen en kinderen. Het gaat over de man voor
wie het leven geen wandeling door het park is, om het zwak uit te drukken in woorden die ook al een paar keer in het boek opduiken. Herhaalden zinnen zijn ruim voorhanden, zoals de
beeldende metafoor dat hij zich voelde als een garnaal in de
garnalencocktailsaus.
Hij bleef een leven lang stuiten op
de kreet dat de Kunst er is voor het volk, een uitspraak van Vladimir
Lenin. Echter muziek is er niet voor iemand was de stellige
overtuiging van de componist in de roman: “Geef
de kunst dat wat van de kunst is.” Een visie om het mee eens te zijn. Hoewel er niets tegen is als film, muziek of beeldende kunst gemaakt wordt om sociale politiek te ondersteunen. Toch is de kunst in eerste plaats van de kunst; alleen dat houdt haar overeind.
In de roman verwerkte zinnen uit het het
gedicht Carriere vatten veel van de
weerbarstigheid en de tragiek van het leven en het onhaalbare
van het heldendom samen. De fictieve Shostakovich reciteerde het gedicht uit
1957, de echte verwerkte het in het
vijfde deel van de 13e
symfonie (hier opgenomen als youtube). Dichter Jevtoesjenko was blij
verrast over het bijelkaar passen van vijf van zijn gedichten in de muziek. De dichter
had zelf nooit die samenhang gezien.
In Galileo's day, a fellow scientist
was no more stupid than Galileo.
He was well aware the earth revolved,
but he also had a large family to feed.
But time has a way of demonstrating
the most stubborn are the most intelligent.
I shall therefore pursue my career
by trying not to pursue one.
Jevgeni Jevtoesjenko
(Overgenomen in de veranderde volgorde zoals het is afgedrukt in The noise of time. )
Het is niet alleen
een roma over de benauwenis van leven onder een totalitair systeem.
Het is ook een boek over muziek. Dat kan ook samengaan. De componist zegt tegen violist
Fyodor Druzhinin dat hij het eerste deel van het 15e strijkkwartet zo moest
spelen dat de vliegen dood uit de lucht vielen, want het thema van het
stuk had die lading: wanneer veranderd pessimisme in
verlatenheid.
Het boek laat het leven zien van een kunstenaar die
tenslotte zijn zelfvertrouwen verliest. Hij merkte dat ze hem, door
hem te laten leven, gedood hadden. Dat is keiharde ironie, met alleen een greintje lucht door de paradox. Er was nog
de wens dat De allang verdwenen
chrysanten in de tuin, het
lied dat zijn immer opgewekte vader zong, mensen nog
liet huilen. En eigenlijk is alles wat er toe doet de toon is van
klinkende glazen op een stil perron waar het contact tussen mensen de
nare werkelijkheid laat verdwijnen. Zo eindigt een beklemmend boek toch
met opgewekte toon, omdat de ziel en het samen zijn gewaardeerd moet worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten