Nee
die trappers hebben het niet lang gedaan. Wel hielpen ze me deze
zomer over het Centraal Massief in Frankrijk met een zwaar beladen
fiets. De ene trapper is beter bestand tegen mijn scheve trap dan de
andere. Er zitten al weer nieuwe op met een beetje vet op de
schroefdraad. Dit om ze makkelijker los te krijgen als dat nodig is. Toch
ga ik niet fietsen.
Er is een kwaal in mijn lies. Zo
beeldend als de beste onder de Nederlandse wielerjournalisten, Thijs Zonneveld,
zal ik het niet beschrijven, maar het is een zeer hinderlijke narigheid
en dan hoef ik niet eens beroepsmatig te fietsen, alleen voor het
plezier en ook niet hard. Peter
Winnen was te spreken over het artikel van Zonneveld die het
euvel “Pure goorheid verpakt in een
puist” noemde. Er zijn veel begrippen die er voor gebruikt worden: een
steenpuist, knelbult of derde bal. Het is een ophoping van vocht met
afgestorven cellen in of onder de huid, zoals
Trouw het in 2010 droogjes beschreef. Het uit een sprookje
weggelopen woord karbonkel ontbreekt in die krant nog.
Als je gaat lezen
kom je wielrenners tegen als Zoetemelk, Bram Tankink, Oscar
Freire en nog zo wat. Mijn aandacht wordt getrokken door de
kwaal bij Laurent Fignon. Zijn verlies in de tijdrit van de Tour
van 1989 wordt wel
eens opgehaald door José De Couwer – de aimabele
wielercommentator voor Sporza. De overwinning van Greg Lemond wordt dan beschreven als een overwinning van slimheid en de techniek, hier het gebruik van het
triatlonstuur. Voor het monteren ervan verwierf zijn ploegleider, De Cauwer, toestemming. Dat tegenstander Fignon
een derde bal had, hoorde ik nog niet eerder, maar gezien de
pijn die dat veroorzaakt, heeft een medische reden vast ook invloed op de uitslag
gehad.
De kwaal is een onderwerp dat tot de verbeelding spreekt. Zelfs de flair had er een artikel over.
Of wielrijdsters ook een derde bal kunnen krijgen? Ja zeker wel, maar misschien noemen ze het volgens de weefselleer liever een pseudocyste met centrale fibrinoïde
necrose, omgeven door dicht en stug bindweefsel.
Nu maar eens
kijken hoe ik van die nep cyste afkom.
Weefselleer of wielerheroïek, een lolletje is het niet. Er dagen achtereen mee doortrappen is herstellen van inspanning en pijn in een moeite door. Bijzonder zwaar. Bij mij werd hij zo groot als een ganzenei, net rijp werd hij leeggeschraapt en daarna moest ik een gaatje in mijn lies openhouden om er meer van kwijt te raken. Inderdaad wat een troep.
2 opmerkingen:
,,Het uit een sprookje weggelopen woord karbonkel...'' of hoe een steenpuist tot pure poëzie verheven wordt. Ik wens je een gezwinde verlossing van je derde bal, Martin.
Maandag maar eens contact opnemen met de arts of het 't mes moet worden of dat rust ook kan helpen en hoe lang dan.
Een reactie posten