zaterdag 12 oktober 2024

Twee negerpopjes

Clare Lennart schreef Twee negerpopjes*. Het is een titel waarbij meteen de neiging opkomt te schrijven: dat kon toen nog.** De popjes Andy en Harry waren vrienden van Trizia en Elly en wisten alles van hen en andersom zij alles van hen. Nadat ze gekocht waren in de speelgoedwinkel van Vis in Deventer gingen de korte gazen rokjes en de glinsterende kralenkettingen uit en kregen ze van beide kinderen nieuwe kleren: “Ze zagen allebei onmiddellijk de dwaasheid van dat kostuum.” En ze kregen een levensverhaal dat hen recht deed, prins en prinses uit Indië, meegebracht door een oom die voor ze zorgde nadat hun vader, de vorst, was omgekomen.

Op een dag halen de inmiddels volwassen Trizia en Elly de popjes uit een kist op zolder; het is het begin van de novelle.

Andy en Harry waren in hun kindertijd steun en toeverlaat nadat Trezia en Elly verhuisden van een mooi en groot huis in Oldebroek naar een dorp in Gelderland, dat E. wordt genoemd. Daar gingen de kinderen naar de zogenaamde Franse school en werden er met de nek aangekeken, omdat ze zichtbaar armer waren dan kinderen met ouders uit de middenklasse waarmee ze op school zaten. In E. is men “anti alles, wat nieuw en anders, wat rustverstorend is, wat het vertrouwde van ouds bekende aanrandt.”

Vooral Renske Schraay pest en treitert. Ze is het kind van een Noord-Hollandse boer die is gaan rentenieren in het Gelderse dorp. Niet alleen de kinderen worden uitgesloten, ook de moeder valt buiten de dorpsgemeenschap, behalve als ze piano komt spelen. Maar die moeder is lid van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht en dat is “bijna even schandelijk als aan de drank zijn.” Vader is schilder, maar geld verdient hij daarmee niet, zegt Trezia. “Waarom doet hij dan niet wat anders,” vragen de klasgenoten zeurderig en met de logica van het gewone. De wraak door een gewonnen vechtpartij met handen vol plukken geel haar en een huilende Renske, is voor Trezia zoet. De daarop volgende straf, massa's derdemachtswortels maken, kan de voldoening niet bederven. Andy en Harry snappen dit.

Vader was kunstschilder, moeder speelde piano. Ooms en tantes straalden grandeur uit. Het gezin was dan wel kleiner gaan



wonen, maar het was wel ontwikkeld en kunstzinnig, met gevoel voor schoonheid. Wat dat is? Iets is niet mooi. Je moet je afvragen: vind ik zelf dit of dat mooi, zo leert Trizia. Dan nog kan een aangebouwde serre voor een kind mooi en spannend zijn, maar kan datzelfde kind later als volwassene zien dat het niet past bij het huis.

Het spel met Andy en Harry is onder meer een manier om “een werkelijkheid, die tekort schiet te corrigeren. Je distantieert je niet van het leven door te vluchten achter een glazen wand. Je grijpt actief in en werkt het leven bij met de kleuren van je verbeelding.” Dat spel neemt grootse vormen aan, waarbij vanalles, van sjoelbak tot de lijvigste boeken, wordt ingezet om landschappen te creëren met rovers, een spoorbaan, berghut, tunnels etc. Het oudere buurmeisje Lies gaat mee doen. Lies brengt catastrofes, moord en doodslag in het spel. Narigheid die Trizia met wonderen uit de avonturen weg wil poetsen, maar zegt de mooie Lies “als er aldoor wonderen gebeuren, dan is er niets meer aan.” Trizia moet erkennen dat in de echte wereld nimmer Roodkapjes uit de buik van de wolf komen. Het spel met Lies opent een nieuwe wereld. Van kind naar puber, van open naar bedachtzaam. Lies legt zich uiteindelijk wel altijd bij de wensen neer. Dit legt Trizia later uit als 'de gewetenloosheid van wie alleen maar behagen wil'.

Die stap van het ene leven naar het andere wordt ook gezet in een gesprek met Gerben IJsbrand Kapteijn, een onderwijzer op school. Hij wil dat ze haar onbevangenheid zal bewaren: “Zul je niet te snel groot worden,” vraagt hij haar nadat ze precies goed, maar wel onverwacht, reageerde op een opmerking. Met die IJsbrand trekt ze in haar verbeelding door de wereld. Het is liefde, maar wel liefde op haar manier.

Zo halen de popjes herinneringen op aan kinderspel en kindergedachten en ook aan de al overleden moeder. Dit alles op een gevoelige wijze. Tenslotte gaan Andy en Harry weer terug in de kist. De novelle sluit af met woorden uit een liedtekst van de 19e eeuwse Duitse schrijver Klaus Groth, waar het verlangen naar de kindertijd wordt uitgesproken. Maar dit lied wordt juist geciteerd om op te merken dat dit geen gemeende wens is.


\*/

Indische prins en prinses, het is een exotisch en geromantiseerd beeld van de popjes die in de verbeelding uit Indonesië kwamen. Voor het spel lijken vrienden uit een kraton interessanter dan uit de kampong. Toch kan ik het moeilijk zien als een vorm van oriëntalisme (naar het begrip dat Edward Said in 1976 beschreef). Bovendien is een deel van hun toegedachte achtergrond:

“Hun voorvaderen waren Indische vorsten geweest. De Hollanders hadden hun land veroverd, maar nog altijd voelden ze zich veel voornamer dan hun overweldigers.”


De verhalen zijn ontstaan uit kinderverbeelding en gaan vooral over de vriendschap in de kinderperiode en het zoeken van steun in de vijandige dorpse omgeving en naar hulp (zo wijst Andy bijvoorbeeld bloemen die geplukt kunnen worden) bij dit letterlijk en figuurlijk aangeklede speelgoed. De beelden van Andy en Harry vervagen bij het ouder worden, maar echt vergeten worden ze niet, zo blijkt uit de novelle.
\*/

Wie was Clare Helena Klaver, 't pseudoniem van Clare Lennart? Ze was was zelf dochter van de kunstschilder Luite Klaver (op het internet is nog veel werk van hem te vinden, veel bloemen) en de eveneens artistieke en al vroeg aan tbc overleden moeder Gerarda Doyer. Ook die was opgeleid in tekenen en schilderen, maar verkocht zeer waarschijnlijk nooit werk. Ze groeide samen met broer Bert (pimmel) en zus Elly op in Oldebroek (landgoed Ekelenburg) en later in Epe en ging daar naar de Franse school.

Hoewel het een verhaal is over de kracht van verbeelding zitten in Twee negerpopjes duidelijk autobiografische elementen over 't vroege leven van de schrijfster, die zoals de titel van de biografie over haar, voor 't gewone leven ongeschikt was met en een bewogen (liefdes) leven leidde. Die overlap past goed in een verhaal dat ook gaat over de diffuse grens tussen fictie en werkelijkheid.

\*/

Twee negerpopjes bevat drie tekeningen van Gerard Douwe (zie hierboven). Hij illustreerde ook het uitbundige omslag. Lennart komen we later ook tegen als schrijfster van het geschenk voor 1955, Op schrijversvoeten door Nederland. En eerder schreef ze al voor het boekenweekgeschenk 1937: Het boek in het leven van de huisvrouw. Ze is daarmee een grote leverancier geweest in de geschiedenis van het geschenk.

Noten:
* Twee negerpopjes is te vinden op de website van de Nederlandse Bibliotheek als pdf, txt, epub of als scan.
* Van het woord neger zijn we, als het goed is af, maar in de tijd dat het geschenk geschreven werd, was dit nog een algemeen gangbaar woord. Laat dat gegroeide inzicht als winst gezien worden, niet als kapmes dat werk uit het verleden om wil leggen. Ook het woord Kafferhutten komt voor (p. 40). Het woord kaffer is een denigrerend woord voor zwarte mensen en is afkomstig uit het Arabisch, van kafir. De term is in Zuid-Afrika pas sinds het jaar van de eerste vrije verkiezingen in 1994 formeel strafbaar. In 2018 werd voor het eerst iemand veroordeeld tot gevangenisstraf voor het gebruik ervan. Zie wiki.
Dat de strijd tegen dergelijke woorden een middenklasse strijd is, zoals ik al vaker hoorde, gaat er bij mij niet in. Naast de inzet om inzichten in taal te verwerken, is er inderdaad ook nog een strijd voor positie verbetering van zwarte, gekleurde en ook witte mensen die nu aan de onderkant zitten, maar het een sluit het ander niet uit.


dinsdag 8 oktober 2024

Tepelhoorn

 


Zo'n schelp ligt gewoon op het strand tussen alle andere schelpen. Het weekdier dat er in leefde is er niet meer. Het is een glanzende schaal in mooie vorm. Maar wat ging vooraf?
De vleeseter verorbert tweekleppige schaaldieren, zoals nonnetjes, andere soorten tepelhoorns, zaagjes, strandschelpen en nog veel andere soorten weekdieren. Ze voelen zich zelfs niet te goed voor kannibalisme. Het gaat er grof aan toe. Als een tepelhoren in het zand een prooi gevonden heeft dan wordt die prooi volledig met het onderlijf (de voet) van de slak omvat. Vervolgens wordt met met de rasptong (de radula, bedekt met duizenden tandjes) die heen en weer draaiende bewegingen maakt een gaatje in de schelp van hun slachtoffer geboord. Chemische stoffen zoals zuren komen er niet aan te pas. Snel gaat het niet, maar daar staan slakken ook om bekend, maar gestaag gaat het wel. De boorsnelheid is 0.1 mm per 4 uur. Als het gat af is dan begint de slak zijn slachtoffer op te eten. Dit kan tot 60 uur duren. Dat is pas uitgebreid dineren.
Dit afschuwelijke verhaal las ik vorige week en daarom wilde ik vandaag zo'n moooie schelp op de foto. Achter schone schijn kan bruutheid verborgen zitten.

zaterdag 5 oktober 2024

De ontmoeting

De ontmoeting door Antoon Coolen* is het boekenweekgeschenk voor 1947. Het werk was een keuze uit ingezonden novelles voor een CPNB schrijfwedstrijd. Coolen stuurde zijn werk in onder het motto Ships that pass the night. Het werd anoniem uitgegeven; weer was er een wedstrijd. Ditmaal waren het de lezers die een kaart achter uit het boekje konden inzenden met daarop de vermoede auteur. De naam werd later op de radio bekend gemaakt.**

Dit verhaal speelt tijdens de oorlog. Er is een verzetsgroep. Er zijn geallieerde piloten die in veiligheid moeten worden gebracht. Er zijn nachtelijke arrestaties door de Duitsers. Er is een tribunaal door het verzet. Er zijn ondergrondse schuilplaatsen en onderduikers. Maar er is vooral de ontmoeting tussen een jonge studente medicijnen en een lokale boer. Beide zitten ze in dezelfde verzetsgroep. Hij is onder de indruk van de wereldse vrije vrouw die gewoon met mannen optrekt. Zij kijkt met interesse naar zijn verlegenheid. Zijn echtgenote laat de kinderen bidden om een uitermate nare tegenslag op te lossen. De uitweg die de studente daarvoor koos, is slechts in haar ogen te zien.


De ontmoeting is geschreven zonder veel franje of creatieve vindingen. Het leest als een jongensboek maar ook prettig weg tot het spannende en bloedige einde.

Coolen zat na de oorlog twee jaar in het Bossche tribunaal, gevestigd in Eindhoven. Hij zou er
in 1947 afscheid van nemen, omdat hij zich niet kon vinden in het besluit om 'kleine mensen' te veroordelen slechts op grond van hun NSB-lidmaatschap en industriëlen die economisch collaboreerden buiten vervolging te stellen. De kwestie zou tot debat in de pers leiden. In verband met deze zaak werd het bedrijf DAF genoemd dat volgens de aanklager echter van alle blaam gezuiverd was. Zijn positie in Eindhoven geeft het verzetstribunaal dat hij in de Ontmoeting beschrijft extra gewicht.

In Het Parool werd het werk van Coolen in 1947 met veel waardering besproken. Hij schreef streekromans op niveau, zo zou je de tekst van schrijver, dichter en journalist Max Nord over hem kunnen samenvatten. De schrijver werd in datzelfde jaar vijftig. Het valt op dat in de vele artikelen over hem er vooral lof is voor zijn begrip van de Nederlander, het platteland en voor de kwaliteit van zijn teksten. Maar het is ook niet uit te vlakken dat hij vlak voor het verschijnen van De ontmoeting zijn negenjarig zoontje verloor, dat samen met een vriendje door het ijs zakte.

De
Gazet van Limburg schreef in een zoektocht naar de schrijver van De ontmoeting:

men zou op grond van “de vrij 'knappe vormgeving en van het boeiend eenvoudige deze novelle aan de hand van een vakman geloven. Sober en goed verzorgd is de verteltrant van den schrijver die, al maakt hij nog al eens gebruik van zwevende adjectieven, over het algemeen het juiste woord weet te vinden; een woord overigens dat vaak een diepere klank heeft dan die van het actuele en momentele, en die een groteren geestelijken achtergrond verraadt dan men veelal van debutanten verwachten kan.”
De tekst deed meteen sterk denken aan een novelle uit het geschenk van 1939. Hetzelfde boerenleven; hetzelfde platteland; in een even rechttoe rechtaan tekst. Moeilijk was de wedstrijd om de schrijver te raden dan ook niet.
Duizenden lezers wisten dat Coolen het werk had geschreven. Ruim een derde van de 160.000 inzenders zette zijn naam op de wedstrijdkaart. Het nadeel van de prijsvraag is wel dat veel exemplaren aan de achterkrant geamputeerd zijn. Anderzijds zit er een een mooie ex libris in van architect Sarlemyn uit Amsterdam in mijn exemplaar.

Het werk zelf bevat binnenin de tekening op pagina formaat die klein op de omslag staat.

Noten:
* De hele bundel is te lezen op de website van de Nederlandse Bibliotheek als pdf, txt of epub of als scan. De illustratie zijn van Cuno van den Steene.
**
“Het lezend publiek wordt uitgenodigd den naam van den schrijver te raden en vóór 1 April 1947 bij onze Commissie in te zenden. Na dezen datum zal de naam van de schrijfster of den schrijver worden gepubliceerd. Drie hoofdprijzen van f 100. - elk, waardebonnen voor den aankoop van boeken tot dat bedrag, zomede 50 prijzen in boeken zullen aan de inzenders der juiste oplossing bij loting worden uitgereikt,” zo meldt het ten geleide bij het geschenk. DNBL geeft ook de prijsvraagtekst.
    De radiouitzending wordt gemeld in het Ten geleide bij het volgende geschenk,
Oeroeg,
door Hella S. Haasse.

woensdag 2 oktober 2024

Kledder is ook mooi

 



Een paar keer loop ik door een wolk libellen, waarvan ik vermoed dat het heide libellen zijn. Her en der warmen ze op in de zon. De duinen zijn nog steeds kledder, zelfs natter alweer dan een paar weken geleden. Het doet de vliegende draakjes blijkbaar goed.

Op het strand loop ik met een rubberhamer rond. Hij lag er en ik maakte er wat foto's van, voordat ik hem bij het afval gooide. “Ik loop hier niet altijd mee,” zei ik tegen een twee vrouwen zonder hond, omdat ze zo verbaasd keken.

Op het smalle pad kom ik een man tegen op het paadje dat om het water heen is aangelegd. Volgens hem is het beleid om de duinen natter te maken, om de verzilting tegen te gaan dier is als gevolg van toenemende druk, vanuit zee onder de duinen door. “Het is wel sneller gegaan dan gepland,” aldus de man. “Maar mooi is het ook,” voegt hij toe.

Het was inderdaad weer mooi, zo na ruim twee weken zonder fiets.


Music for Saxophone is een muzikale collage met de kunstzinnige muziek van vrouwen en non-binaire componisten en uitvoerders. De opgenomen composities zijn gekozen vanwege hun historische en artistieke waarde, terwijl ze – op kleine schaal – proberen om in één opname de diversiteit in de muziekcompositiesfeer te laten zien.

Women To Vote Together For Change For Alto Saxophone And Fixed Media van Erin Graham staat erop uitgevoerd door Gail B. Levinsky. Zie voor meer hier.