Het boek Equator
van Miguel Sousa Tavares uit 2003 (vertaling
naar het engels 2008) speelt begin 19e eeuw op de kleinste
kolonie van Portugal, São Tomé e Príncipe. Het zijn een paar
vulkanische eilandjes in de Golf van Guinee, waarvan São Tomé het
hoofdeiland is. Begin 19e eeuw wordt de verbouw van cacao
geïntroduceerd.
Het leven op de
afgelegen eilanden kent zijn eigen mores en de geïmporteerde
plantage arbeiders plukken daarvan de bittere vruchten. Ze werken na
het afschaffen van de slavernij in 1875 op contractbasis (dat zijn
wel contracten waarvan het einde niet duidelijk is), met slecht
voedsel en met zware straffen. Het is net wel of net geen slavernij.
De Britse fabriek Cadbury dreigt de import vanwege deze
omstandigheden te beëindigen. De eilandeconomie zou bij zo'n
beslissing instorten is de vrees in het moederland.
De Britten sturen een
consul – met een roemruchte geschiedenis in India – om de
situatie te bestuderen. De Portugese koning stelt daarom op zijn
beurt een Gouverneur aan die bekend staat om zijn moderne ideeën.
Het is zijn taak om op de eilanden de situatie te verbeteren tegen de
wensen van de plantage eigenaars in. Hij moet ook de Britse consul
overtuigen dat van slavernij geen sprake is. De Brit neemt zijn
beeldschone vrouw mee. (Overigens zijn alle vrouwen in het boek die
er toe doen prachtig, met haute couture jurken die diep zijn
uitgesneden.)
Ik moest de eilanden
opzoeken op de kaart
en je kan er niet rondkijken met Google Maps. Juist daarom is het zo
mooi; een stukje wereld en geschiedenis dat ik niet ken. Intrige,
liefde, seks, opstand en de verhouding tussen het Portugese
moederland en de kolonie zijn de ingrediënten. Het leest bovendien
lekker weg. Hoewel lekker, twee erotische scenes kwamen vlak
achterelkaar toen ik zat te lezen in een volle wachtkamer van het
bevolkingsregisterr van Amsterdam West. Het voelde enigszins
gênant.
Begin 1908 eindigt het
boek (op een korte epiloog na, die in twee pagina's naar de Portugese
machtswisseling van 1910 gaat) en is São Tomé e Príncipe de
belangrijkste
exporteur van het zoete genot in de wereld. De de
pseudoslavenarbeid zorgt dat dit nog jarenlang zo blijft.
Republikeinen die in Lissabon de Koning hebben vermoord en kort
daarop de macht overnemen kunnen (en willen) daar weinig aan
veranderen.
***
Jan
Compagnie van Arthur van Schendel,
weer een boek dat speelt in een kolonie. Ik las dit jaar al A passage to India, Equator en ook Overde gekte van een vrouw past wel in dat rijtje. Toeval vroeg ik me af.
Ja, alle boeken staan hier wel in de kast, maar ze zijn er niet
gekomen op grond van dat thema.
In het boek van Van
Schendel gaat het om het begin van de Oost Indische Companie. Boeken
over avonturen in het Indië van de Gouden Eeuw heb ik nogal wat
gelezen. Stuurman Aart van K. Norel bijvoorbeeld wel een keer of
vier. Ook dit verhaal is zo'n typisch Indië avonturenboek: kwajongen
die uitvaart, in Indië verblijft, terug komt als welgesteld man.
Een beknopte, maar
treffende samenvatting staat op de achterkant: “een voorstelling
van het leven en bedrijf der Nederlandse pioniers in de troepen.”
Toch is dit boek uit ander hout gesneden dan mijn jongensboeken. Het
is geschreven zonder tierelantijnen, maar ook kleurrijk door alle
volkeren op de afzonderlijke eilanden. Bovendien zijn de situaties
waarin de held verzeild raakt anders. Het leidt bovendien niet tot
Hollandsche helden.
Hier is is een centrale
persoon, lanspasaat Draet, betrokken bij de vierendeling en
onthoofding van meer dan 40 dorpshoofden (Van Schendel gebruikt
orangkaia) omdat ze zich 'schuldig' maakten aan handel met de
Engelsen. In Stuurman Aart wordt om deze reden een dorp platgeschoten
alsof het een administratieve daad is. Hier komt Draet er niet meer
bovendop en gaat lijden aan wat we nu PTSS zouden noemen. Hij
vermoord zijn vrouw, twee van zijn kinderen en zichzelf.
Het boek gaat ook over
zelfverrijking. Dat woord geldt niet de lagere standen, die wel
moesten om te overleven. “Wat het schuim der natie genoemd werd,
uitgevaren om het werk van geweld te doen, lag ginds gesneuveld, in
verwaarlozing of onverschilligheid gestorven, en wat er na zoveel
tijd nog van leefde vond zijn karig onderhoud van de weldadigheid van
Indië, wat rijst, wat vis en warmte om niet. Soldaten keerden niet
terug, duizenden lagen er al in de aarde.” (p.
169) Maar de elite van de VOC keerde vaak rijkbeladen huiswaarts.
Van
Indonesisch antimilitarist Indro Tjahyono leerde ik dat die
VOC-methode, waar men de soldij of gage aan moest vullen, bleef
bestaan tot in de tijd van Soeharto en Indonesische militairen nog
steeds extra inkomsten zochten. Met als gevolg penarie op kleine en
grote schaal. Ook hier waren er generaals die dat niet uit noodzaak
deden, maar om in grote luxe te kunnen leven. In het boek komen de
Engelsen er beter af dan de Nederlanders. Is dat omdat ze minder
grof, bot en gewelddadig waren? Feit blijft dat ook zij volkeren ruim
drie eeuwen hun wil op wisten te leggen.
***
'We Are Arrested': November 2015 werd
de Turkse journalist Can Dündar gearresteerd, onder meer op
beschuldiging van spionage. Hij schreef een indrukwekkend boek over
de gevolgen van een baanbrekende publicatie.
door Martin Broek
redactie Alex van
Veen (Ravage Webzine)
De 56-jarige Can Dündar
was hoofdredacteur van de Turkse nationale krant Cumhuriyet
die op 29 mei 2015 op de voorpagina het bericht plaatste dat de
Turkse geheime dienst MIT betrokken was geweest bij de smokkel van
raketwerpers, granaten, etc. naar Syrië. De wapens werden verborgen
achter dozen met medicijnen. De krant kreeg een authentieke video
toegespeeld waarop het openen van de truck en de onthulling van de
lading op 19 januari 2014 door de politie te zien was.
Na lang wikken en
wegen, want een reactie van de Turkse staat was wel te verwachten,
besloot de redactie het artikel te plaatsen. De lezers hadden recht
op het nieuws. De volgende afweging was aan de hoofdredacteur zelf:
moest hij het land verlaten, in Londen blijven als hij daar zijn zoon
Ege bezoekt of afwachten wat de regering Erdogan voor hem in petto
heeft. 'In een tijd van bedrog, is het vertellen van de waarheid een
revolutionaire daad', haalt Dündar in
zijn boek We Are Arrested George Orwell aan.
De
hele bespreking lees je terug op Broekstukken
***
Eyeless
in Gaza van Aldous Huxley. Weer pak ik het uit de kast; de titel
intrigeert. Weer lijk ik er niet door te komen. Hoofdstukken uit de
eerste vier decennia (1902-1935) van de vorige eeuw lopen kriskras
door elkaar. Je moet het verhaal steeds opnieuw te lijf. Ervaringen keren opeens terug. Verbanden blijken veel later pas. Het kost moeite.
Maar er ontvlecht zich bij doorlezen een verhaal rond Anthony Beavis en zijn
vriendschappen, en liefdes.
Regelmatig
staat het dichtbij de situatie een eeuw later. Zoals dit: “Je kan
alles verkopen, idioot of crimineel, als je daar goed in bent, zoals
Hitler en Musolini.” (p. 195) Maar misschien is dat wel van alle
tijden. Net zoals het voorspellen van een oorlog in 1940 een
toevalstreffer kan zijn, gebaseerd op de politieke situatie net voor
1936 als het boek uitkomt. De oorlog komt voor de Britten nog een
jaar eerder. Huxley schrijft het treffend op.
Maar
wat me vooral treft zijn al die meer of minder gemankeerde mensen met
hun maniertjes en afwijkingen. Het is een fijn boek om te lezen. De
perfecte personages gaan ook onderuit, een teveel aan moederliefde,
een naïef geloof in de mens, alleen de bijna heilige gevluchte
Duitse communist, Ekki Giesebrecht, gaat weg van een uit de hand
gelopen feestje om nog een paar maal terug te keren.
De eerste keer voor een schilderij dat Paul
Cézanne maakte, de Mont Saint Victoire;
zo romantisch geschilderd, omdat hij de arbeiders en technologische
vooruitgang wil negeren, beweert Giesebrecht. De volgende keren, omdat
hij werd afgevoerd naar Duitsland, waar hij om zou komen. Anthony kan
aan de hand van zijn communisme uitleggen dat Ekki staat voor het
goede doel waarvoor om het te bereiken de middelen van geweld niet
worden geschuwd.
De eerste keer voor een schilderij dat Paul
Eén van de vele werken die Cézanne tussen 1892-1906 ervan shilderde, 1904-06. |
Anthony
ontwikkelt zich na een ontmoeting met de quaker, antropoloog, arts en
pacifist tot een man die los komt van zijn bourgeois leven en vanaf
1934 gaat ijveren voor pacifisme. Op 3 juni 1934 (in hoofdstuk 23)
ontwikkelt hij een visie die verdacht veel lijkt op mindfulness.
Hij ziet het als een methode die verder gaat dan het prikken in grote
opgeblazen ballonnen.
Het
boek is een onderzoek naar hoe de mens in een gespannen tijdperk een
betere wereldwijde samenleving kan creëren. “Als het leven geen
nonsens is, als er enig belang is, dan kon hij niet langer
onverantwoordelijk leven,” bedenkt
hij zich en kort daarna: “Vrede door bevrijding, want
vrede is verkregen vrijheid.”
Tijdens
het lezen vallen de door elkaar geschudde en verbrokkelde stukken
leven en de personages die er een rol in spelen steeds meer op zijn
plaats. Veel van de personages met hun kunde, rijkdom, kennis,
contacten en verwikkelingen staan erbij en kijken ernaar als de
bijbelse Samson die eerst zijn haar en daarna zijn ogen verloor
tussen de Filistijnen. De ernst van het tijdperk gaat aan hen voorbij
of ze zien het aan als toeschouwer.
Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken.