zaterdag 29 april 2023

De aanwezige vader


Bert Freriks schreef het boek De aanwezige vader. Het is een gelaagde titel. De vader verdween al vroeg uit het leven van de jonge Bert die net op de middelbare school was begonnen. Vader Hans Freriks was later door zijn afwezigheid juist extra aanwezig. Het was een ambitieuze man, een organisator en iemand die zijn zoon levenslessen mee wilde geven. Dat laatste zelfs tot vervelens toe. Toch zijn er veel blijven hangen.

De titel zet aan het denken over de aan- of afwezigheid van vaders. Mijn eigen vader was korte tijd aanwezig toen hij op de wal werkte en ik peuter was. Daarna ging hij varen en ook als hij weer terug thuis was, zat hij vaak nog een een tijd in zijn hoofd aan boord en niet bij zijn gezin; aanwezig en toch afwezig. Hij had als zeeman tijd nodig om weer af te meren. Er is een rijke schakering mogelijk. Sommigen vaders zullen nooit aanwezig zijn. Anderen zijn er altijd. Dit boek zet een vader neer die op 11 jarige leeftijd door een hartverlamming wegviel en toch bleef. Hans Freriks had dat zelf niet meer in de hand. Zijn zoon heeft hier woorden aan gegeven.

Het boek bestrijkt het leven van het gezin Freriks als zijn vader nog leeft, met uitstapjes naar het latere leven, veelal in verband met karaktereigenschappen van de schrijver die kennelijk overgeleverd zijn. Bert ken ik al lang. Eerst als PSP'er die een vergadering voorzat die in de top-5 van vreemdste vergaderingen uit mijn leven staat. Daarna dan weer hier en dan weer daar, met gezamenlijke bekenden, en als buurtgenoot. Daardoor lees je veel herkenbare opmerkingen in de het boek als het over de schrijver zelf gaat. Het roept ook de vraag op hoe particulier een dergelijk boek kan zijn voordat het meer dan een boek een te intiem inkijkje wordt voor bekenden, familie en vrienden. 'Slechts' een boek waarin de schrijver een waardevolle grote zoektocht uit zijn eigen leven neerschrijft om na te laten.

Laat ik dan nog even terugstappen naar mijn eigen vader. Hij ging varen, omdat zijn eigen vader met een sleper vertrok toen hij nog net geen twee jaar oud was. In die twee voorgaande jaren was hij amper thuis geweest. Van die laatste uitvaart zou hij niet meer terugkeren en in 1944 bij Dover omkomen. Mijn vader wilde de vooroorlogse collega's van zijn vader tegenkomen om meer over hem te horen. Die zoektocht zou altijd in zijn hoofd blijven zitten, ook nog toen hij ziek thuis kwam te zitten. Juist toen werd hij een tenslotte toch nog langdurig aanwezige vader. Dit boek beschrijft een vrijwel gelijkaardige variant. Bert gaat vanuit een opmerking over de invloed van de Tweede Wereldoorlog op zijn vader graven. Wat deed hij tijdens die oorlog? Wat maakte hij mee? Was deze ervaring hetgeen zijn gezondheid negatief beïnvloedde zoals een tante stelde?

Inderdaad vader viel weg, maar bleef zoals de rivier in een dorp achter de dijk altijd aanwezig.
Het is een universeel verschijnsel. Het wordt hier uitgediept. Een mooi voorbeeld van het zoeken zijn gesprekken die Freriks had in verband met het schrijven van Twente 1940-1945: tien jaar arbeidersstrijd. In september 1984 sprak hij Wim van Exter. Dit was een vakbondsman die voor de oorlog zijn sporen al verdiende tijdens stakingen in de textiel en een voorstander van de Eenheidsvakcentrale en die ook zijn vader had gekend. Volgens het verhaal had pa Freriks bewondering voor hem. Het is alsof de relatie met zijn vader door de ontmoeting met Van Exter postuum een inhoudelijke verdieping krijgt, merkt hij op. Bert bespreekt de vakbondsproblematiek ook met A. Reuvekamp, de naoorlogse voorzitter van de Hengelose Eenheidsvakbeweging (later Eenheidsvakcentrale). Daarmee duikt hij nog dieper in persoonlijke geschiedenis en activiteiten van zijn vader. Hij schrijft dat zijn vader liet doorschemeren later met hem te willen discussiëren over politieke kwesties. Nu bleef het bij het, ook niet geringe, schrijven van een studie naar arbeidersstrijd en onderzoek naar een vader in een.

De oorlog zorgde dat het schildersbedrijf
van Berts vader zonder verf kwam te zitten. Hij werd fabrieksarbeider en door cursussen te volgen werkte hij zichzelf op. Door die overstap naar de fabriek kwam hij ook in contact met het verzet, de Waarheid en de CPN. Hij zou zelfs even gemeenteraadslid voor de partij zijn in Hengelo. Maar bedankt voor de eer na een interne strijd toen gekozen werd voor het versterken van de partij boven de eenheid in de vakbondsstrijd. De Twentse krant Tubantia besteed er in november 1946 een paar regels aan. Bert beschrijft hoe hij nog een schop na krijgt.

Om verder te komen verhuisde het gezin naar Zwijndrecht. Het ging dus van een stad omringt door boerenland, venen en bossen naar het rivierenland van het Westen. Vader ging bij Tomado werken om er de productieprocessen te stroomlijnen. De bedrijfsnaam Tomado roept als vanzelf het woord 'rekje' op en dat ook de flessenuitdruiper voor vla- en yoghurt ervandaan kwam was me onbekend. Het bedrijf introduceerde technieken om het huishouden te vergemakkelijken en was daarmee een teken van de tijd. Dat het stroomlijnen van de productie een moderne manier van het vergroten van de winstmarges was daar stond men minder bij stil. Aan de carrière zou overigens een einde komen, omdat moeder Freriks heimwee kreeg naar Twente en het gezin terugkeerde.

De onhebbelijke eigenschappen van zijn vader herkent Bert ook bij zichzelf zoals de overgedragen gevoeligheid voor geluiden, de flatneurose. Een woord dat na de oorlog tot in de jaren zeventig veel gebruikt werd voor die prikkelbaarheid en daarna verdween naar het vergeetwoordenboek. Voor die afkeer van geluiden gebruikt Freriks de recenter geïntroduceerde term misofonie.

Opvallend zijn de vele details en dialogen die het boek rijk is. De schrijver moet daarvoor veel bronnen hebben gevonden en een leven lang veel luikjes in zijn hoofd hebben weten te openen. Voor een stukje over de rol van zijn vader bij de opening van een speeltuin in Zwijndrecht gebruikt hij een krantenartikel en citeert uit notulen. De zoektocht die tot zijn eigen verbazing begon kort na een afgebroken relatie lijkt nooit meer opgehouden. Toch stelt hij zelf dat hij het “met een paar schamele jeugdherinneringen moet doen.” Dat anderen zijn vader wel gekend hebben maakt hem jaloers. Genoeg is het schijnbaar nooit.


Het eerste schoolfeest met niet alleen suffe dixieland, maar ook de Nederlandse psychadillische Groep 1850.
“Het was geweldig.” (p. 164)


De woorden over de vijver vind ik een van de mooiste levenslessen. Die vijver is ontworpen op papier, toch blijkt in de praktijk dat er aanpassingen nodig zijn en zelfs dan is succes niet gegarandeerd. De foto van Hans Freriks op de cover is door zus Reiny gemaakt een halfjaar voor de dood van haar vader. Vanaf januari 1961 blijven alleen de gedachten en herinneringen over aan een daardoor toch nog steeds aanwezige vader. Het boek sluit overigens af met de opmerking dat Bert zijn vader als puber vergat omdat erotische gedachten hem voor even verdrongen.

Er zullen vaders zijn die negentig worden en die minder aanwezig zijn geweest. Dat ligt ook aan de zoon die veel registreerde.
De vader aan de rand van zijn vijver kreeg een boek van zijn zoon. Maar het monument op papier verhaalt ook hoe zijn wat timide moeder zich staande hield in het gezin.
Op wat schoonheidsfoutjes na, leest het boek zeer plezierig en ga je aan de hand van de schrijver door het leven in Nederland kort voor, tijdens en een zestiental jaren na de oorlog, de zogenaamde wederopbouw periode en het is ook daardoor meer dan een familieverhaal.

Zie op Facebook voor meer informatie over het boek.




vrijdag 28 april 2023

Rechts of linksaf?


Rechtsaf langs de autoweg? Of linksaf over het smalle fietspad en de dijk met kans op weidevogels. Het werd linksaf en aan het begin van de pad zat al een grutto op de lantarenpaal. Ik zou er de hele middag nog veel horen.

En ja ik weet het het is kunstmatig en het druipt van het gif, maar toch vind ik die kleuren in het landschap mooi, zeker op zo'n grijze dag. Rechtlijnig goed of fout is eerder uitzondering dan regel.

 

woensdag 26 april 2023

Zomaar


Zomaar in de Bretten
Zomaar langs de dijk
Zomaar in de duinen
Zomaar op het strand
Zomaar de zee
En dan nog zon en vogelzang erbij ook.











zaterdag 22 april 2023

De tocht

 

Het was de tocht van bonen in de week om bij terugkeer chili sin carne voorgezet te krijgen.

Het was de tocht van het gewone, maar toch hele mooie, zoals een peinzende koe, een sloot met rietpiepers, een gebouwtje langs een plas, wat bomen achter de regen, een fuut, een knotwilg en een man in een ruitjeskamer of takkehut.

Het was de tocht van de verwondering dat net als alle andere jaren de populieren de lente beginnen met herfstkleuren.

Het was de tocht van voorbeelden van hoe je je hopeloos en veelvuldig kan verdedigen met kul argumenten.

Het was een tocht van twee pontjes over de lek, heen naar een andere route door de Alblasserwaard, terug via de route die alle toeristen kennen.

Het was bovendien de tocht van de opluchting.

 

Deze molen kreeg tien jaar geleden als eens een blog.

donderdag 20 april 2023

Fortunu's kinderen; een trans-Atlantische familiekroniek

 

Annejet van der Zijl kondigde Fortunu's kinderen; een trans-Atlantische familiekroniek, al aan in Leon & Juliette, het boekenweekgeschenk 2020.

Het geschenk ging indertijd over de Nederlandse ondernemer, die een tot slaaf gemaakte jonge vrouw vrijkocht. Juliette loodste hem eerder door een dodelijke ziekte. Hij werd verliefd op haar en leefde met haar samen in Charleston, het centrum van de slavenmaatschappij die het zuiden op dat moment was. Kinderen en Juliette werden naar Nederland gesmokkeld. Het is een prachtig verhaal, vol plezier, dapperheid en over de zwarte kanten van de Verenigde Staten.

Fortuna's kinderen begint met twee stambomen een van de familie Heckenrath, rond Leon en Juliette en een tweede van de familie Fremery, die toont de familie banden van Jacobus Jr. de Fremery. Deze familievriend trouwde met Virginie Heckenrath, de oudste dochter van Leon en Juliette die werd geboren in slavernij.

Het verhaal rond de eerste stamboom werd al beschreven in het boekenweekgeschenk. De tweede stamboom wordt daaraan toegevoegd. Terwijl het eerste deel over de liefde en ontsnapping aan de slavernij ging, gaat dit tweede deel over liefde en ontplooiing. Ko – of James in de Verenigde Staten – de Fremery is al vanaf het begin bij de ontwikkeling van de stad San Francisco betrokken. Hij is er een vooraanstaand bankier en bestuurder. Ook Virginie speelt een actieve rol in de liefdadigheid en het society leven in de stad aan de baai. Ze legde de weg af van tot slaaf gemaakte naar enorm rijke vrouw binnen de bestuurlijke elite.

Verweven met de familiekroniek is een ontwikkeling van de stad in de steeds meer door spoorwegen ook werkelijk Verenigde Staten. Voorspoed met mooie huizen, grootste plannen, branden, aardbevingen en financiële crises wisselen elkaar af. De familie geschiedenis kent veel tragiek, zoals vroeg overleden kinderen. Uiteindelijk zal er van de hele geschiedenis van de
Fremery's en Heckenraths weinig meer overblijven dan een straatnaam, oude boeken, en artikelen in kranten, foto's en een gerestaureerde graftombe in Monster en dit recente boek van Van der Zijl.

De verwikkelingen zijn gegrond op feiten. Hier en daar neemt Van der Zijl de vrijheid een gevoel of voorval zelf in te kleuren, maar meestal met een voorbehoud dat dit mogelijk zou zijn. Het is daarmee geen fictie. Toch leest het boek als een roman. Dat geldt zeker het 'Heckerath deel'. In het deel over de Fremery's heb je toch vaak het idee dat het hoofddoel is informatie te verwerken, de geschiedenis te boekstaven. Het verhaal blijft, maar minder aangenaam lichtvoetig.

Als Virginie overlijdt stort Ko zich op het publiceren over tal van onderwerpen: de Boerenoorlog in Zuid-Afrika, de afschaffing van de slavernij, de kruistochten, de economische ontwikkeling van San Francisco en een bijdrage aan het
Oorkondenboek van Holland en Zeeland. Stukken voor dit laatste konden gekocht worden bij vaak buitenlandse particuliere verzamelaars. Maar een korte appreciatie of weergave van zijn visies mist in Fortuna's kinderen.

Wat was zijn visie op de Boerenoorlog bijvoorbeeld? Hoe zag de man – die met harde hand San Francisco tot orde bracht – de rol van de economie in de samenleving? (Het jaarboek Der Nederlandse Letterkunde
publiceerde in 1901 een overzicht van zijn werk.) Die leemte verbaast niet in een boek waar de afschaffing van de slavernij door het Noorden te makkelijk wordt beschreven als moreel en ethisch juist. Wel is er verbazing over hoe de Zuidelijke slavenhouders het systeem rechtvaardigen. En inderdaad er is geen geldig excuus voor. Het boek laat met enkele feiten de verschrikkingen zien. Maar die morele visie kan ook in een politiek-economische context worden geplaatst, waarbij slavernij in de weg stond van vooruitgang in de productie en organisatie van de maatschappij. Abolitionisten kregen ook daarom de wind mee.

“Ik schrijf nooit een boek om een punt te maken,” luidt de eerste zin in het nawoord. Al schrijvende weg ontstaat een verhaal aan de hand van het onderzoek, aldus Van der Zijl. Die verhalen zijn hier prachtig. Maar je krijgt toch ook het idee dat de ideeën van de persoon De Fremery nauwelijks van de oppervlakte los komen. Hij was serieus, gedreven, ambitieus, avontuurlijk, ondernemend en succesvol. Dat zijn oudste zoon en belangrijkste erfgenaam minder was toegerust met deze eigenschappen (en daarbij ook nog eens het tij tegen had), contrasteert daarmee. Iets meer inhoudelijke schaduwen in het leven van de vader zelf, de man aan het eind van zijn leven geportretteerd met een imposant uiterlijk, zouden het verhaal meer diepte hebben gegeven.

Dat veel nakomelingen het indringende leven van Leon en Juliette, van James en Virginie niet kenden of wilden kennen is met dit boek voorgoed onmogelijk geworden. Het is alleen daarom al een geweldig monument.
Het is nog prettig leesbaar ook (met de al aangestipte beperkingen) en vergroot en beschrijft het begrip van de 19e eeuw, de ontwikkeling van de Verenigde Staten, internationale handel en slavernij.