Wat
een boek. God's
bits of Wood
(1960) door Sembène
Ousmane
laat de magie van het schrijven zien. Al na een paar pagina's beland je op een open ruimte tussen hutten van de Bambara in Bamako. Je
leert de vrouwen er wat kennen. In dat eerste hoofdstuk word je
meteen ook een broeierige vergadering van de vakbond binnen gebracht.
Het vakbondslokaal is gevuld met strijdbaarheid (meer dan overleg) voor de staking die
de andere dag moet beginnen. Om die staking en de betrokkenen
draait het verhaal.
Van Bamako gaan we in het volgende hoofdstuk naar
Thiès.
De stad was destijds (1947/8) een knooppunt voor het spoor en zou het hart van de staking zijn. De
voornaamste spoorlijn van de staking loopt door Frans West-Afrika van
Koulikoro aan de Niger (iets voorbij Bamako) naar Dakar aan de
Atlantische Oceaan. “Bijna
duizend mijl aan staal dat zo'n miljoen vierkante kilometer van het
Afrikaanse continent bij elkaar brengt.”*
Fotocollage over spoorwegstaking door Omar Victor Diop (1980) |
Militairen
Tussen de hutten werd al gewaarschuwd voor de reactie op de staking. Er was ervaring van tien jaar eerder. De ellende van destijds wordt doorgetrokken naar de komende staking. Dat blijkt niet ongegrond. Na de Tweede Wereldoorlog was er nog steeds dezelfde grotendeels blanke elite en sprake van dedain naar de plaatselijke bevolking. Het leger trekt op om de stakers wat aan het schrikken te brengen, verklaart de regionale spoorweg directeur (die zijn positie had verworven op grond van het neerslaan van de staking van 1938 en later de steun aan het Pétain regime), en als les dat je als zwarte niet net zoveel moet willen als de blanke werknemers krijgen. Pensioen voor zwarten, kinderbijslag, lachwekkend in de ogen van de blanke leiding. Onder andere een baby wordt de dupe van het geweld, nog niet eens expres, maar slachtoffer van de chaos door het ingrijpen. Het hoopje mens kroop op de verkeerde tijd naar de verkeerde plaats. Er zouden overigens acht doden vallen tijdens die eerste schermutseling. De spoorweg directeur ontkent ze allemaal.
Vrouwen
Er
zijn soldaten met geweren met bajonetten en er is traangas, er is de menigte, en er is die baby. Jongeren gooiden stenen naar de soldaten en er zijn de
vrouwen die de mannen te hulp komen met knuppels, ijzeren staven en
flessen. Het is niet het enige voorbeeld van de strijdbaarheid van de
vrouwen in het boek. Die inzet wordt versterkt door lege keukens en hongerige kinderen.
Ze gaan zelfs voor 't eerst mee naar de vergaderingen (in Bamako) om zich als slachtoffer van de stakingsbrekers te laten horen,
een optreden waar ze trots aan ontleenden. Ze zijn
onverschrokken, maar de acties lopen wel eens stevig uit de hand.
Maar er is ook een vrouw die een man een klap in zijn gezicht geeft
als hij haar op de billen klopt, een reactie die “tot
dan ongezien was.” De
vrouwen ondernemen zelfs een grote actie, tegen de zin van een aantal
mannen, ze zijn er immers om hun man te ondersteunen, niet om zelf
initiatief te nemen. Maar er is ook support: “Als
de vrouwen hebben beslist, is het aan ons ze te helpen,” zegt
een man. Dat is niet alleen correct, het is hier ook een van de
stappen naar uiteindelijk een positief stakingresultaat. De
inzet zou ook de ruimte van de vrouwen zelf figuurlijk en letterlijk
vergroten. Het is ook een vrouw die het boek alsluit met de gezongen zin uit de Legende van Goumba: "Maar vrolijk is de man die strijdt zonder haat."
Tekst loopt door onder clip
“Rechtop lopend in de verlaten straat begon hij luid te een oude Bambara hymne voor de grondlegger van het Malinese rijk te zingen, de Soundiata.”
Honger als wapen
Het
sluiten van de waterdistributie en het verbod om etenswaren aan de
stakers en hun familie te verkopen, waren een belangrijker
machtsmiddel in handen van de machtshebbers en hun netwerk dan de
inzet van het leger. “Echte
tegenslag is niet slechts een zaak van honger en dorst; het wordt
veroorzaakt doordat er mensen zijn die willen dat je hongerig en
dorstig bent,”
zegt een moeder die samen met haar kinderen, slachtoffer is van
deze aanpak. Het zijn niet alleen de stakers en hongerigen waarmee
compassie is. Er is ook een hoofdstuk lang medeleven met een bewaker
die leeft in zijn herinneringen en wél doorwerkt tot hij van de
honger en eenzaamheid (niemand bezoekt hem meer) niet meer
kan.
Krak
Doordat er geen graan meer is, wordt ook de houten vijzel
gemaakt in de stronk van een omgezaagde boom niet meer gebruikt. Die
bakt in de hete zon en staat verder stil. Je hoort de ruisen van de
wind in de bomen eromheen, maar niet meer het ritme van de stamper.
Wat je ook hoort is zo nu en dan een krak als er weer een barst in
het hout schiet dat niet meer wordt gesmeerd door de olie uit het
graan. Dat is een droge metafoor waar het drama nauwelijks verhuld achter
verborgen ligt.
Visie
Het
boek zit vol terloops uitgesproken strategische overwegingen en
reacties op de actie. Van korte opmerkingen als dat deze staking is
als de strijd van eieren tegen stenen, tot de constatering dat de wat
begon met euforie later stuit op zware afwegingen en tegenslag (al
kan figuurlijk de rug rechthouden ook dan weer energie geven) en dat
visie van de betrokkenen bij de staking veranderd is. Zo komen de
spoorwegarbeiders erachter dat de machines grote invloed hebben op
wie ze zijn. Maar de machine “was
niet van hen, zij waren van de machine. Toen het stopte werd die les
duidelijk.” (Ergens
duikt zelfs de bijna klassieke frase op “eigenaars
van de machines”
die tegenover de stakers staan.) Een terugkerende aanbeveling is dat je aanmerkingen en visies meteen geeft als daar ruimte voor is en dat niet laat om dan later te gaan mopperen op wat fout gegaan is en jij al voorzag.
Op de achtergrond
(ondanks zijn afwezigheid in het overgrote deel van van de roman) is de
persoon Bakayoko constant aanwezig. Als hij dan toch in levende lijve
opduikt, prikt hij de leugens van de spoorwegmaatschappij eenvoudig
door (als blijkt dat er geen kennis is van lokale talen zoals het
Wolof, dan doet hij dat wel in het Frans).
Vreemd?
Huishoudens
liepen door de staking spaak en dat maakte de centrale positie van de
vrouwen erin duidelijk. Bovendien lieten de gekwelde mannen de
vrouwen zien dat ook voor hen verandering op komst was. Dat
persoonlijke activiteiten in het kader van de staking gevolgen konden
hebben voor duizenden mensen gaf daarbij een gevoel van
eigenwaarde. Van een andere orde is de constatering dat uit Europa
stakingsbrekers werden aangevoerd, maar dat anderen daarvandaan, waaronder de Franse vakbond CGT, juist solidariteitsbijdragen
stuurden om de actie door te kunnen zetten: “Is
dat niet vreemd?” vraagt
iemand logischerwijs (temeer aangezien de Senegalese spoorwegvakbond niet bij
die bond was aangesloten).
Gehoorzaamheid
De woede en acties van de bevolking zorgen voor angst bij de witte
bevolking “met de rode oren” (zoals ze werden getypeerd). Maar
luisteren naar de eisen van de stakers gaat hen veel te ver. Pas als
het echt mis dreigt te gaan, wordt een kleine opening geboden rond de
eis van loonsverhoging. Maar je kan die onwetende zwarte kinderen
toch niet alles geven wat ze wensen; dus geen pensioen en geen
kinderbijslag. Op het spoorwegkantoor naar de stakers luisteren gaat
al te ver, want de werkers zijn niet meer dan inferieure onderhorigen
“slechts geschikt voor gehoorzaamheid.” Los van de
materiële eisen is het afkalven van dit racistische principe met de
bijeenkomst op het spoorkantoor in Thiès
al enigszins begonnen. Overigens wordt terloops gemeld dat de reden om
voor een oplossing te gaan ook de komende pindaoogst is. Die aardnoten
moeten vervoerd worden. De handelaren en producenten oefenen daarom druk op
de spoorwegen uit om snel tot een oplossing te komen.
Lof
Er is veel lof over dit bijzondere boek uit te storten. Het is boek
vol betekenis. Er zijn mooie observaties, grappige en droevige
anekdotes, mooie zinnen, nieuwe gedachten, er zijn romances en
roddel, er is een gruwelijke gevangenis, een pleidooi tegen haat,
etc. Het speelt in een andere dan de bekende (Westerse) wereld, en
het laat Frans gewelddadig kolonialisme zien (al krijgen de
communisten de schuld) en de beschrijving van een staking en de
gevolgen ervan geven het boek een extra betekenis. Onderlinge
relaties tussen personages spelen een voorname rol, maar vooral ook
heeft de beschreven samenhang tussen de bevolking als geheel een
functie bij het gaande houden van de actie.
Zelfs de constructie
van de roman is mooi. De hoofdstukken spelen in verschillende
plaatsen langs de spoorlijn, steeds met hun eigen situatie en
personages. Zo verwoorden de afzonderlijke teksten de uitgestrektheid
van het spoor. Goed om die reis te hebben meegemaakt.
Welk recht
Bij het lezen vroeg ik me (tegen beter weten in) regelmatig af met
welk recht de Fransen daar te keer gingen (hadden ze een
inburgeringsdiploma of verblijfsstatus of leden ze aan de misvatting
dat het hun recht was het leven elders te vernielen.) De in de roman
meest uitgesproken redenen die de opstelling rechtvaardigen waren dat
de negers net kinderen zijn, de Fransen het land hebben ontwikkeld en
dat de ondoorgrondelijke wegen van God ook hier een bedoeling hebben.
Die redenen mogen driekwart eeuw later bij het grofvuil. Ook in het
boek zijn er al velen die er geen snars van geloven. Dat geloof werd
ook niet versterkt door de imams en priesters die er alles aan deden
om de staking te ondermijnen.
Het is goed om de reis langs het spoor te hebben meegemaakt, om te zien dat de gezamenlijke actie sterk genoeg was om veel van de eisen binnen te halen, tegen veel te hoge kosten, dat wel. Maar dat kan je de stakers niet kwalijk nemen. Deze reis verschuift het beeld van de verhouding tussen Afrika en Europa en daar zouden velen hun voordeel mee kunnen doen. Dus. Lees.
Noot:
*
Tijdens
een vergadering was er ook een vertegenwoordiger uit Saint-Louis, de
stad in het noorden van Senegal en destijds eindpunt van een andere
spoorlijn. Dat suggereert dat de staking breder was dan de
Daker-Niger lijn. Sterker nog hij
leefde ook
in Ivoorkust, Guinea
en Dahomey (het huidige Benin).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten