zaterdag 19 augustus 2023

Rondom het boek 1935







Rondom het boek, 1935 is het boekenweekgeschenk uit dat jaar. Het is niet alleen in ander Nederlands geschreven. Het is ook heel anders van inhoud dan de huidige geschenken. Niet een novelle, maar tweehonderd pagina's artikelen over de stand in boekenland. Het moet voor de lezer zeer informatief geweest zijn. Ook nu blijf je nog regelmatig hangen met de gedachte 'daar moet ik meer van weten' of 'zou ik dat gaan lezen'.

Bijna aan het eind staat een artikel waarin Jef Last uitlegt hoe hij aan het schrijven is geraakt. Een eerste aanzet waren de opstellen op de middelbare school. Later bleef hij schrijven in het belang van de strijd van zijn makkers uit de arbeidersklasse. Het scheppen van schoonheid alleen was niet genoeg
“in een tijd waarin alle schoonheid door een komende oorlog met ondergang bedreigt wordt,” schrijft hij halverwege de jaren dertig. (Eerder besprak ik een boek over Taiwan/Formossa van hem.)

Als ik daarna braaf naar het begin van het geschenk ga, begint dat met een artikel over psychologieboeken, waarin de woorden opduiken
“in ons land bijna nog geheel onbekend” de Zwitserse psychiater Jung. Die onbekendheid is in de afgelopen negentig jaar verdampt. Het artikel van pedagoog, filosoof en psycholoog Dr. Langeveld eindigt met de wens dat er minder werk vertaald zal worden en meer door Nederlandse deskundigen geschreven. Het is een gedateerde opmerking. Nu komen Nederlandse academici immers zelf vaak in een andere taal aan het woord.

Daarna kom ik terecht in een artikel over Nederlandse poëzie in 1934. Alweer door een gepromoveerde wetenschapper. Ditmaal in de letteren. Er vallen veel namen: zoals Marsman, Henriëtte Roland-Holst, Slauerhof en Elschot, maar ook van voor mij onbekende dichters. Allemaal in een context en eventueel met een andere dichter in verband gebracht. Naast al die namen gaat het artikel vooral om de waarde van mooi verwoorde gedachten die dieper graven dan we gewend zijn. Het is een overzicht van het aanbod, maar ook een visie op wat je met de poëzie kan.

'Luchtvaartliteratuur….?' Heeft een opmerkelijk begin:
Die literatuur bestaat niet.” De luchtvaart wordt gebruikt als onderwerp om andere zaken aan te kaarten en het overgrote deel is oorlogsliteratuur, 't is ál moord en doodslag en sensatie (...)”, aldus vlieger Viruly. Viruly maakt zich vooral druk om het gegeven dat de luchtvaart de positie van de mens heeft veranderd (eerder was hij maanden onderweg per driemaster naar bijvoorbeeld Oost-Azië, in 1935 is dat een paar dagen), maar dat daar niets van terug te lezen is in die zogenaamde literatuur (hij noemt een positieve uitzondering: Vol de nuit van St. Exupéry en dat maakt mij dan weer nieuwsgierig en geeft daarmee ook de functie van dit boek aan; mensen geïnformeerd (meer) aan het lezen krijgen). Overigens vreest ook deze schrijver de bommen in de nabije toekomst.

De schrijver van 'Wegen der Romantiek' gaat door op dat voorschotelen. In 1934 verschenen 294 oorspronkelijke en 360 naar het Nederlands vertaalde romans. De schrijver geeft een uitgebreide opsomming, met Van Schendel, het debuut van Vestdijk, werk van Fabricius, Allen, Corsarie, Doolaard, Schoup, Huxley etc. Ook hij staat stil, in tekst en een voetnoot (hier worden Normann Angel met De ongeziene moordenaars en Beverly Nichols met Alarm! genoemd), bij de oorlog en de “bewapeningskoorts” in “deze dagen”. En gaat vervolgens weer gewoon door met het kort voorschotelen van boeken over liefde, kinderen, lichamelijke en geestelijke erotiek, de toekomst en legenden. Er moeten zeker honderd boeken genoemd zijn in de achttien pagina's. Het wekt wel de leeslust op.

In 'De Radio en de literatuur' stelt P.H. Ritter (werkzaam voor de literaire afdeling van het omroepbedrijf) zich voor hoe de radio meer en betere aandacht aan het boek kan besteden. De AVRO man wil dat de aandacht van amusement (jazz en voetbalverslag) meer naar geestelijk leven verschuift. Praktisch: de aandacht voor het boek moet liever per afzonderlijk boek dan met overzichten bereikt worden, een voorstel gedaan in een boek vol overzichten.ernstig 

'De nieuwe zakelijkheid in de literatuur' is zowel geschreven met een afkeer van een opgelegd systeem van schrijven als een pleidooi voor het afschaffen van “woordmooie” taal en het gebruik van niet treffende woorden. Het pleit voor schrijven als ernstig ambacht.

Antoon Coolen schreef met 'Door het boek tot de levende natuur' een pleidooi voor natuurkennis en tegen natuursnobisme. Neerkijken op de boer vindt hij dom, die heeft immers de natuur op zijn erf, in zijn boomgaard, op zijn velden. Verregend papier tegen een boom is minder erg dan de metalen papiermanden van gevlochten staaldraad in het bos, stelt hij ook. Zijn visie uit 1935 is in 2023 grotendeels niet meer houdbaar. Opvallend is het wel dar kennis der natuur volgens hem ook bescherming van de natuur betekent. Je hoort die visie nog steeds veel. Ik vraag me regelmatig af of dat wel zo is.

Een beperkt onderzoek naar 'Wat lezen onze jongeren' in de vorm van een enquette op Lycea en HBS'en door heel Nederland laat zien welke schrijvers de leerlingen lazen in verschillende categoriën, zowel de meisjes- en jongensboeken als romans en reizen en sport. Cissy van Marxveldt komt bij de eerste categorie bovendrijven, Karl May bij de tweede, Van Schendel bij de derde en Viruly bij de vierde. Gemiddeld werden er vijf boeken gelezen in de maanden voor het onderzoek. Met het nauwelijks lezen valt het wel mee (waarover blijkbaar ook destijds gemopperd werd), oordeelt de schrijver dan ook. Er is ook gevraagd welke rubrieken in de krant het gelezen werden. Sport springt er ruimschoots uit, gevolgd door politiek.

Een artikel over illustraties in boeken begint met een citaat uit 1646 dat men door 
de boecken sulcken schoonen doec voor 't hoofd te binden, datter Goden en Godinnen schijnen te woonen. Maer binnen comende, liever Godt, isser niemandt thuys....” Een vrij streng opstel volgt na dit begin. Fotografie is geen kunst, omdat de camera geen ziel heeft die emotie vastlegt. Verkleinen van houtsnedes is bijna een misdaad. Graficus Poortenaar gebruikt mooie beeldspraak en heeft ook zestien pagina's met illustraties op laten nemen. En sluit luchtig af met het zingende kind dat door het lied alle regels omver blaast.

'De vrouw als huishoudkundige' wil afrekenen met het denkbeeld dat bekwaamheid als huisvrouw en kennis niets met elkaar te maken hebben.
Het is hoogtijd te gaan begrijpen, dat voor het hedendaagse gezin kennis en boeken vertrouwder gidsen zijn, dan instinct en intuïtie,” Het artikel bevat een scala aan onderwerpen van de was tot opvoeding en wordt afgesloten met 47 eindnoten, meer dan alle andere noten in het boek samen.

Het stuk over 'Onze kinderliteratuur' (door Nienke van Hichtum) gaat erover hoe die kinderboeken beter zijn geworden; zonder kinderachtige toon en met meer aandacht voor het echt kinderlijke. Ze noemt in dat verband Nellie van Kol die het kindertijdschrift 'ons Blaadje' had opgericht. Een magneet voor betere Nederlandse verhalen vanuit de hele wereld, van India tot Vlaanderen. Maar Van Hichtum wil nog meer. Ze wil een winkel waar alleen kinderboeken verkocht worden. Soms worden ook de betere wensen eens verhoord.

Het boek sluit af met een artikel over techniek, vooral voor de jongens die hier zo van houden. En we leren dat de toekomst is aan de dieselmotor. Tenminste dat schrijft Ir. Telder. Negentig jaar later zetten beelden op het nieuws dat idee op losse schroeven en anders laten de wetenschappers van het IPCC ons dat wel weten. Verwondering, waarvoor Telder pleitte, wordt vertrapt onder gewoontes van velen, gevestigde belangen en de idee dat de techniek wel met een oplossing zal komen. En zo komen we niet tot de oplossingen die het Klimaatpanel noemt.

Tijdens het lezen wordt telkens duidelijk dat niet alleen het geschenk, maar ook de wereld is veranderd. Het is een boekenweekgeschenk uit de tijd van verzuiling. Ze komen allemaal aan bod inclusief aandacht voor stichtelijke/stichtende (met één zin voor alle niet Christelijke vormen hiervan), katholieke en protestantse literatuur.

Voor de liefhebber doe ik de inhoudsopgave bij dit blog met alle titels en de namen van de schrijvers en kan ik hier en daar wat overslaan. Niet alle van de zestien bijdragen hoeven mij immers zo te boeien dat ik er iets over schrijf. Grotendeels doet het dat wel. De huidige vorm van boekenweekgeschenk zou ik niet willen missen, maar deze vorm is niet minder interessant.

* In januari 2020 besteedde ik aandacht aan Rondom het boek 1936


Geen opmerkingen: