maandag 3 februari 2025

Tien verhalen

Tien verhalen heet het boekenweekgeschenk voor 1953. Er was geen geschikte novelle ingezonden en de samenstellers besloten verhalen te verzamelen van hedendaagse Nederlandse schrijvers en schrijfsters. Voor de 'raad de schrijver' prijsvraag van dat jaar is het de bedoeling bij ieder verhaal de juiste naam in te vullen. Jonkies zitten er niet tussen, want het was de bedoeling “de aandacht te vragen voor over het algemeen niet meer gemakkelijk verkrijgbaar oeuvre.”

Het verhaal de onverzadelijke mandarijn is geschreven door
J.W. Schotman. De schrijver is bekend van werk als Wind in bamboestengels, hij schreef gedichten over China, en toneel, hoorspelen etc. De Mandarijn Yin P'o Pai gaat hier op zoek naar antwoorden op vragen die hij heeft over “zijn toekomstige grootheid.” Hij bezoekt daarvoor een kluizenaar in de bergen, de Oude Man van het Bamboe Ravijn. Deze geeft hem goede vooruitzichten over zijn carrière. Als hij later na een feestmaal en drinkgelag in een herberg in slaap valt, droomt hij over die toekomst en het einde ervan. Zijn succesvolle, machtsbelust en rijke leven komt in die droom gewelddadig aan een einde. De bonze (boeddhistische monnik) die ook in de herberg zit kijkt hem diep in de ogen. Yin gaat door de droom voor een andere loopbaan. Het is een verhaal vol Chinese wijsgeren en wijsheden en met een moraal.

Ook het volgende verhaal
Annie Salomons** verwerkt in Trouw moet blijken is een levensles. Het draait om een jonge koloniaal in Nederlands Indië die een vast en trouw Riksja rijder heeft, Ah Lim. De man staat altijd klaar op zijn erf. Ook als hij terug is van verlof uit Nederland en het tijd is om naar de sociëteit te gaan, staat hij al weer klaar. “De trouw van zijn Chinees gaf hem voor het eerst het gevoel, dat 't niet helemaal zinloos was, dat hij was teruggekomen.” Andere Europeanen zijn niet onder de indruk van de diensten van “de brutale nonchalante kerel.” De schrijfster sluit echter af met met een verzuchting van de koloniaal: “Zijn disreputabele vriendjes niet dikwijls de trouwste...”

Verhalenbundels bespreken is niet gemakkelijk, zeker als er weinig verband tussen de verhalen is.

Op een avond lees ik dat van
R. BlijstraEen post van vertrouwen over een man die in burger in een warenhuis diefstallen moet voorkomen. Het begint aardig en eindigt met een twist en is bij overdenken delicater dan het meteen leek. Je zou hem een vergeten schrijver kunnen noemen. Er is nog wel werk van hem te vinden.

Het volgende verhaal is
Het binnenste der aarde van Albert Helman (pseudoniem van Lodewijk (Lou) Alphonsus Maria Lichtveld een man met een even interessante levensloop als zijn naam lang is). De titel doet me aan een boek van Jules Verne denken. Hier is het binnenste het toneel waar het verhaal grotendeels speelt, maar eigenlijk gaat het vooral over een levensinstelling.***

Henriëtte van Eyk
's Voor de feestdagen koopt nu uw kersteend is een verhaal dat beter blijft hangen. Dit door de visies eromheen, maar vooral ook door de schets van de verkoper van de kersteenden in een achteraf straatje in Volendam.****

B. Stroman schrijft in Twijfel omtrent Hannibal Boontjes dan weer over de structuur van de tijd van vroeger en nu; en hoe herinneringen aan mensen en gebouwen zich in het heden kunnen dringen. Ook hij zit in de boekenweekgeschenkfamilie (kijk er boekwinkeltjes maar op na).

Dat geldt ook de volgende schrijver enigszins.
Teun de Vries heeft weer een bijdrage geschreven. Zijn De auto's vertelt het verhaal van een schilder in de polder. Dat wat hij daar schildert verandert van mooie polder kleuren en lijnen naar lelijkheid door de politiek vervuilde omgeving eromheen. Impressionisme in geverfde woorden. Prachtig.

De volgende dag verder. Nog drie verhalen te gaan.

Het eerste is dan Meneer Albéric, geschreven door de Vlaamse schrijver Maurice Gilliams. Op de sokkel van zijn standbeeld in Antwerpen staat een tekstregel van hem 'De onrust schenkt vleugels aan de verbeelding'. Deze werd het motto van de roman De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld. Het verhaal van Gilliams dat in de bundel is opgenomen gaat over een blinde pianoleraar, zijn onothodoxe en dwingende onderwijsmethoden en de leerlingen die door kamers en kapel, bos en veld, en storm en donder hun weg zoeken.

De dood op de motorfiets is geschreven door een andere Vlaming, Johan Daisne, is met de titel grotendeels verteld. Maar wat kan een rechercheur als deze motorrijder de dood van een passagier veroorzaakt? Daisne “was een van de auteurs die de aanzet gaven tot de stroming van het magisch realisme in de Nederlandse literatuur,” en deed dit samen met de eveneens samen met de Vlaamse schrijver Hubert Lampo (die we later nog tegen zullen komen, Geschenk 1969), aldus wikipedia. B. Stroman liet zich in de bundel ook niet onbetuigd. Dit bijvoorbeeld met de prachtige zin uit de mond van Hannibal Boontjes die over de hinderlijkheid van leeslust spreekt: “Ik lees alleen nog maar talen, die ik niet begrijp; dat is rustiger, dat maakt je evenwichtig.”

Nescio schrijft met Pleziertrein een verhaal over uitbundig en goedkoop vermaak. Voor een gulden kunnen passagiers met de trein mee heen en terug naar Arnhem of Nijmegen. Lol, plezier en drank reizen mee. Ook is er van begin tot einde de koerende duif. Vervolgens roepen de rollende duivenklanken later in het leven de herinnering aan de tocht op. Een natuurklank blijkt zwaarder te wegen dan een hele pleziertrein.

Het werk is met zorg samengesteld. Dat merk je. Maar er blijft weinig hangen. Toch vindt auteur L.M. in de Gazet van Limburg dat de door Anthonie Donker opgediepte verhalen uit ouder oeuvre voor het overgrote deel juweeltjes van proza en beeldend vermogen zijn. Afred Kossmann noemt het in Het Vrije Volk een zeer geslaagd boekje met verhalen. De Telegraaf is negatiever. De redactie stelde dat er
“verhalen van geringer allure,” in staan en “soms vlak ('Een post van vertrouwen'), een enkele maal zelfs onnozel ('Voor de feestdagen, koopt nu uw Kersteend').” Toch sluit ook deze krant af met een positief – wat gezocht oordeel: “Juist de kwaliteitsverschillen kunnen een breed publiek gevoelig maken voor waar het in deze zaken om gaat: de schakering.” De redactie van het Algemeen Handelsblad gaf een onvoldoende aan de verhalenbundel en noemde hem iel en teleurstellend.

Het is al heel wat als je een paar verhalen goed vindt. Bijna had ik geschreven 'de moeite van het lezen waard', maar een kortverhaal dat niet boeit, blijft een kortverhaal en het lezen ervan is geen grote moeite. Bovendien is een oordeel persoonlijk. Het verhaal van 'de kersteend' wordt in verschillende besprekingen bijvoorbeeld negatief besproken, terwijl het mij juist plezierde. Het verhaal van Schotman kan het meest op lof rekenen in de Nederlandse pers.


Noten:
* Tien verhalen is te vinden op de website van de Salomons verbleef van 1924 tot 1927 als pdf, txt, epub of als scan. Het werk werd samengesteld door N.A. Donkersloot (leverde railmatig een bijdrage aan het geschenk onder zijn pseudoniem Anthonie Donker (1932, 1933, en 1934) en publiceerde verschillende keren samen met R. Bijlstra.
**
Salomons woonde met haar echtgenoot, de jurist Henri van Wageningen, tussen 1924 tot 1927 in Medan op Sumatra.
*** De in Suriname geboren auteur in de oorlog
ondergedoken gezeten bij de samenstelleer, Nico Donkersloot.
**** Henriette van Eyk schreef al voor het
geschenk van 1941, waaraan ook Teun (ook Theun met h) de Vries een bijdrage leverde.