zondag 31 juli 2016

10: Slim, Nieuwpoort – Vlissingen –(trein)– Amsterdam , 31 juli 2016



Om acht uur stampende house knetterhard op het jeugdvakantiekamp naast de camping. Ik ging al slapen met een zeer luid walsende Johannes Strauss aan de ene kant en een zanger begeleid door gitaar en drum aan de overkant van de IJzer. Ook dansmuziek maar dan voor 50+ van Rock around the clock tot Tears in heaven. Ik zag de swingende en schuifelende vloer voor me, terwijl ik in mijn tentje in slaap viel.

De IJzer en Nieuwpoort klinken niet meteen naar feest. Voor mij was het teveel, maar beter zo dan
... Hoewel de man achter de balie van de camping me toevertrouwde dat de Derde Wereldoorlog uitgebroken was. Ach misschien is het niet gezond om overal oorlogskruizen om je heen te hebben. “Mijnheer het is erg, maar geen oorlog. In het verkeer vallen dagelijks veel meer doden.” (In 2015 waren dat er in de Unie 26.000.) Geweld gericht op willekeurige omstanders om een politiek doel te bereiken is wat anders dan een fataal ongeluk, maar gezien de verhoudingen is het wel de vraag waar we ons zo enorm druk over maken. Europe is lost zingt
Kate Tempest tijdens mijn vakantie. Ze rapt over Brits nationalisme en vraagt vind je het gek dat jongeren willen sterven voor hun religie. Ze rapt ook dat mensen zich zorgen maken om terroristen terwijl er bedreigingen zijn die hen reëel raken.

De wegen waren vol wielrenners, van hele pelotons tot enkelingen. Onderweg kreeg ik gezelschap van een Engelsman die al 49 jaar in België woonde. Naast ons trokken de appartementenburchten aan zee voorbij. “We
hebben maar zestig kilometer kust,” kwam het geijkte weerwoord bij kritiek op de bebouwing. Ik had alleen maar gevraagd wie er nu eigenlijk rijk van geworden zijn. Dan bedoel ik niet de mensen die er nu een rijkelijk gevulde dis aan hebben, maar de vastgoedmagnaten die er vanaf het begin insprongen. Dat zestig kilometer argument wordt gebruikt om de 15 kunstappartementenplaatsen goed te praten. Nederlanders kunnen makkelijk praten, daar is veel meer kust is de onderliggende boodschap. Maar op de Belgische schaal ken ik alleen
Scheveningen, Noordwijk, en Zandvoort. Verder is het strand leeg. Ruimte van ons allemaal.

We komen langs park met rustieke witte huisjes bij De Haan. “Hier had Herman van Rompuy nog een huisje toen hij al voorzitter van de EU was,” zegt mijn kompaan. Je weet wel die aimabel conservatieve katholiek die niettemin stelde: “Ook al zijn wij de eerste en enige generatie die geen oorlog aan den lijve ondervonden heeft, toch zijn wij angstiger dan alle voorgaande. Het gebrek aan geluk bedreigt
ons. Genoeg is alleen genoeg als het minstens evenveel is als die van hiernaast. Men moet leven in harmonie met zichzelf en in solidariteit met de anderen, (men moet) opnieuw het vermogen vinden om gewoon tevreden te zijn.” Dat laatste kon hij natuurlijk iets makkelijker zeggen dan veel Belgen die de eindjes aan elkaar moeten knopen, maar verder heeft dat 'genoeg', 'geluk' en die 'harmonie' en 'solidariteit' wel iets.

Er zijn verschillende stukken Noordzeefietsroute in Vlaanderen. De ene LF1-route loopt door al die plaatsen heen. Gaat zelfs dwars over de volle boulevards met kleine kinderen en skelterende families. Er is er een die wat verder van de kust loopt en veel mooier is. Er is er zelfs nog een die via Brugge loopt, zag ik op internet.

De reis eindigt in de trein. Tegenover me zit een jonge vrouw. Haar leeftijd kan ik niet schatten. Ze is om de een of andere reden niet ingecheckt, blijkt als de conducteur langs komt. Die man met uniform zegt dat ze op het volgende station de achterdeur wel kan nemen om snel haar pas te activeren. Ze gaat weg en wil haar zware tas meezeulen. “Ik pas er wel op,” bied ik aan. Als ze vertrokken is hoor ik schuin achter me op vooringenomenheid geënt: “Dat lukt toch nooit. Ze zag er ook al niet zo slim uit.” We zijn weer thuis.

zaterdag 30 juli 2016

9: Machtsvertoon, Rye – Nieuwpoort, 30 juli 2016



Mijn derailleur duwt de ketting niet meer op het kleine blad. Op de klif bij Folkesstone richting Dover zet ik hem handmatig over. De hele boel loopt vast. Anders zou ik met gemak zelfs een boot eerder hebben gehaald. De vrees van de vorige dag was voor niets.  

“Wie is de Bulgaarse vrachtwagen chauffeur Zus of Zo?” Bijna briesend stapt een met van alles behangen politieagent het veerbootkantoor binnen. Hij is meteen de baas. Een wat bolle chauffeur kijkt verschrikt op.  

“Je staat in de weg en verspert het verkeer. Een VEILIGHEIDS ISSUE,” gaat de dienaar der wet met veel bombarie verder. Zo ziet overdreven macht er uit. De chauffeur druipt als een geslagen hond af. Ik zie hem terugkomen als ik al ingecheckt ben. (Dat gaat veel onhandiger dan aan de Franse kant.)

Na Mark Haddon wordt het net als vorig jaar weer Tolstoj. Ik begin met de dood van de stervende jurist Ivan Iljitsj. Hij worstelt met zijn omgeving, vrouw, verleden, vrienden en conventies. Dan bijna aan het eind komt er plots een Tolstojaanse preek: Hij had niet gedaan wat nodig en hem soms ingevallen was, maar zich aangepast. Foei.

Het geeft het verhaal een geforceerde moraal, terwijl het eerst veel vrijer tussen de mensen en hun relaties bewoog. Niet zonder kritiek op sociale en maatschappelijke verhoudingen, maar veel terloopser. Overigens verbaas ik me over de nog steeds actuele observaties van die verhoudingen. Het had – naast de colour locale – bijna hier en nu geschreven kunnen zijn.

Op de camping moet ik mijn ID afgeven. Volgens mij mag dat niet. “De houder is verplicht het document zorgvuldig te bewaren.” De ANWB kent het probleem en probeert eerst in Nederland, later breder, een verbod op het innemen te krijgen. Maar nu is de keuze verder fietsen of afgeven.


vrijdag 29 juli 2016

8: Genot, Rye, 29 juli 2016



Zo'n laatste dag vakantie met zijn allen. Je wilt hem goed besteden, maar het vertrek zit al in het hoofd. De energie is ook op. Ik vrees de afstand van de volgende dag en daarmee de boot niet te halen.

Onlangs had ik het met een vriendin over de toegenomen mobiliteitsconsumptie: campers, elektrische fietsen e.d. Over die witte wagens waren we het snel eens, maar “waarom zou consumptie fout zijn,” vroeg zij op een manier die niet tot antwoorden node, maar duidelijk
maakte dat niet alles verkeerd is.

Het bleef hangen en mijn hoofd raakte vol vragen. Wat zit er eigenlijk in zo'n fietsaccu (nikkel, lithium, het zeldzame cadmium etc. In het boek dat ik nu lees (China's Future) staat op basis van US National Intelligence Committee,  Global trends 2030 report: “New technologies appear that will boost productivity and mitigate resource depletion.”)? Is het goed dat steeds meer fietsers, steeds verder kunnen komen? Steeds harder gaan en daarvoor minder inspanning leveren? Wat mij betreft vallen veel antwoorden negatief uit.

Is dat dan een negatieve visie? Lijkt mij niet. Genot zit niet in steeds meer consumptie, maar in voldoende kunnen hebben en de kunst verstaan er tijd voor te maken. En je bovendien te realiseren dat je geniet. De cultuur van het steeds meer sloopt meer dan je lief is. Overmorgen zal blijken dat ik het zelfs met Herman van Rompuy eens (gedeeltelijk) ben.

7: the river flows, Rye, 28 juli 2016



Onderweg naar Battle luistert een passagier naar ons geklets. Als we er bijna uit moeten, vraagt hij welke taal we spreken. Hij herkende niets. Met enig venijn zeg ik dat er vroeger nogal wat uitwisseling van woorden was tussen beide talen, maar dat het nu nogal eenrichtingsverkeer is; wij nemen veel Engelse woorden in onze taal op, andersom is dat niet zo. Dat komt echter niet door de invloed van de Britten, maar het waait ons grotendeels aan van de andere kant van de Atlantische Oceaan, van die vermaledijde Amerikanen.

 's Avonds lees ik mijn boek uit. Het laatste “(...) the river will keep on flowing and there will be dandelions in spring and the buzzard will still be circling above the wasteland.”
verhaal, The Weir, eindigt voorzichtig positief:














woensdag 27 juli 2016

6: Hastings, Rye, 27 juli 2016


“De slag die de Engelse geschiedenis voorgoed zou veranderen,” heet het steeds in folders en op informatie bordjes.
De tocht ging naar de bekendste plaats uit de slag tussen de Normandiërs en Engeland uit oktober 1066.

Nu zegt de jongen achter de kassa van de supermarkt trots dat hij gratis plastic tasjes kan verstrekken. De kranten staan iedere dag vol met economische klappen die vallen. Maar ach wat zou het. Plastic tasjes maken duidelijk dat het Verenigd Koninkrijk los komt van de vreemde Brusselse smetten die ze verbieden.

In de kranten is Brexit nog steeds het hoofdthema. De politieke verwikkelingen binnen de Conservatieve regering en de partijgevechten binnen Labour geven nog meer leven aan de kolommen. Mij viel vooral op de financiers van de sociaal democraten hun invloed letterlijk doen gelden.

Terug naar Hastings, een typische Engelse badplaats met verlopen kermisvertier en een pier die twee keer door brand (de laatste keer in 2010) en een keer door de wind gesloopt werd. Sponsorgelden zorgen ervoor dat hij er nog staat. Een erg levendige indruk maakt het niet daar tegenover het White Rock Theater, waar binnenkort DR Hook komt zingen.







dinsdag 26 juli 2016

5: Onbehoorlijk, Rye, 26 juli 2016





Waar isteren de zee boven de kiezels begon, ligt hij nu een eind verderop aan een zandstrand. Hetzelfde strand is daardoor heel anders. Mannen met karretjes steken er nu pieren.

In The Guardian staat een serie ingezonden stukken waaruit grote verontwaardiging spreekt. Het stuk van Luyendijk is onbehoorlijk, meent een schrijver. De hoofdstelling, laat het VK bloeden, wordt terecht bestreden, maar het dwarsliggen van het VK in Brussel bij maatregelen die een socialer Europa mogelijk moesten maken, wat hij aankaartte wordt genegeerd. Het scherpe betoog 'van de Nederlander' schiet elk doel voorbij.

maandag 25 juli 2016

4: Project Pain, Rye, 25 juli 2016


We fietsen een rondje en gaan naar het strand. Het is minder druk op maandag. De rode vlag wappert. Zou ik daarom de hele tijd Billie Bragg liedjes horen?

In de krant gaat de anti-Corbyn campagne gewoon door. Vorig jaar las ik tijdens de vakantie mijn eerste aflevering van de feuilleton over de duivelse socialist. Hij zit er nog steeds. Maar men heeft er blijkbaar het verder afkalven van de partij voor over om hem te laten vallen.
Joris Luyendijk heeft een column in The Guardian waar hij het afbranden van het Verenigd Koninkrijk voorstelt vanwege de Brexit. Wie daar uiteindelijk het slachtoffer van worden wordt niet besproken in zijn zeker 2.000 woorden tellende bijdrage. Het deert hem niet? Het zal in ieder geval nog meer steun voor de 'afbraak' politiek creëren.

Luyendijk doet aan schadenfreudepolitiek. Zijn droom, onze droom, ligt aan barrels. Het is de keuze van die zelfde EU als plaveier van de neoliberale weg die zich nu wreekt. (Die reactie op die ideologie is niet alleen in Europa te zien.) De succesjournalist roept echter uit rancune hel en verdoemenis over het klootjes volk af als straf tegen de Engelse politieke elite. Ik zit me in het vakantiehuisje kwaad te maken. Maar als je denkt dat ik overdrijf, lees dan Unleash Project Pain zelf maar. De 1% weet de uitweg wel te vinden. De komende problemen bij de veerboot door strenge douane controle valt er door in het niet.

Op het strand spelen kinderen; in de golven staan volwassenen; de rode vlag wappert; en het leven gaat door.

zondag 24 juli 2016

3: Camber Dunes, Rye, 24 juli 2016











Na een warme nacht roepen meeuwen ons wakker. Het is geluid van de zee, maar die is hier nog een eindje verderop. De zilverwitte schreeuwers en eters van alles wat te verteren is, kleuren de dag.

We maken een wandeling over twee begraafplaatsen. Op een daarvan ligt een dode die nog meevocht in de Boerenoorlog onder feestelijke vlaggetjes. Op de andere staat een Yew tree (een inheemse taxus leer ik) en een engel die met gebroken vinger naar de hemel wijst.

Het is een dag voor het strand. De Camber
Dunes halen het nationale nieuws. Drie zwemmers komen in problemen. Twee belanden zonder ernstige kwalen in het ziekenhuis en een derde wordt niet meer gevonden. De zee geeft en neemt, gaat het gezegde in kustplaatsen.

Busladingen strandgangers komen uit Londen. Er is een mêlee aan talen voornamelijk uit Oost-Europa, het Midden-Oosten en Zuid-Azië. De vrouwen zijn omwikkeld met de mooiste stoffen tegen zon, zand en wellustige blikken. Die sarongs en djellaba's zijn mooi om te zien. De mannen zijn overwegend gekleed in shorts (met T-shirt).

Zij kunnen daarmee wel de zee in. Voor vrouwen boven de twaalf moet dat blijkbaar ophouden.



 


zaterdag 23 juli 2016

2: Fire Hose, Duinkerken – Rye, 23 juli 2016



Het blijft wennen: mannen met pistoolmitrailleurs op straat. Zaaien ze angst of zorgen ze voor gerustheid? Ze staan voor ons Parlement, in de straten van Brussel en ook op de grens is een blik legergroen met schiettuig opengetrokken. Met een lach en een grap rijd ik er langs.

In de hal van DFDS hangt een kaart vol lijnen over zee. Het zijn reizen die ik nog kan maken. Onderweg naar de veerboot maak ik een vaag zelfportret met bank en kom met mijn fiets weer in vreemde situaties terecht. Wegen die veranderen in autoweg. Gelukkig is er bijna altijd een vluchtstrook.

Op TV aan boord zie ik in het voorbijlopen dat er weer een gek heeft huisgehouden. Dit keer in München. Dit soort geweld is besmettelijk (of er nu een psyche-somatische, ideologische of politieke reden voor is). Aan dek eet ik mijn brood en snijd met mijn zakmes plakken Ardennerworst. Geen moeite om er een paar te grazen te nemen. Geen mes dan wat loslopende kleine kinderen over de reling gooien. Tegen dat soort ongericht geweld is geen maatregel te nemen. Minder aandacht, meer in perspectief plaatsen, dat zou helpen. Er zijn bijvoorbeeld steeds minder doden door geweld in West-Europa.
Hoe het in mijn boek afloopt met een man die met een geweer met afgezaagde loop een familiekerstdiner binnendringt (The Gun), lees ik misschien voor Dover nog. Maar nee de zon schijnt. Ik doe mijn ogen dicht en geniet van het geknor van de motoren en het geluid van staal dat door de zee snijdt. Verder houdt gebabbel me van het lezen af.
In Rye draag ik mijn fiets de trap op van ons huisje aan de hoofdstraat van dit oude stadje. Wat later komt de rest van het gezin. Ik lees op Telegraaf.nl dat Mollema  zijn stuur niet recht kon houden. Op de mat ploft een weinig zeggende folder die Matt Follett aanprijst voor de Gemeente Raadsverkiezingen van een paar dagen later.

vrijdag 22 juli 2016

1: Op herhaling, Amsterdam – Duinkerken, 22 juli 2016




Al eerder dit jaar vertrok ik naar Dover. De trein die ik nu neem gaat een halfuur vroeger. Dat mag in vakantietijd ook met korting. Ik lees de krant. Hoewel krant, een uurtje internet bezorgt me meer informatie, maar wel minder gezondheidsinformatie over alcohol en over suiker in de cruesli en wat muesli tot muesli maakt.

Op de roltrap van Sloterdijk ga ik onderuit. De eerste butsen en schrammen zitten er al weer op. Volgende keer de lift maar zoeken. Anderhalf uur later rijd ik weer door het land van mijn jeugd.
Er staan nu fakkellelies (Engels: red hot poker torch lilies vertelt een aardige verkoopster een aantal dagen later), waar toen aardappels en suikerbieten stonden.

Gedachten aan vakanties dertig jaar geleden kwamen als vanzelf boven. In dat jaar ging ik met school naar Moskou, Kalinin en Sint-Petersburg (toen nog Leningrad) en later in het jaar op eigen houtje naar Marokko, Senegal, Mauritanië en Gambia. Ik woonde al in Amsterdam. Nu wordt het minder avontuurlijk East Sussex. Hoewel je weet maar nooit.

Mark Haddon schrijft een verhaal over Shoreham pier in West Sussex die in 1970 instortte. “No one wants to believe that time and weather can be this dangerous (…),” schrijft hij. Fictie, tenminste ik kan er niets over vinden. Het verhaal zit vol verwrongen staal, versplinterde ramen, drijvende lijken en veel meer misère. Dat mag wat minder.

Op de camping in Duinkerken staan zuipende mannen bij de barbecues en houtovens met alle verschijnselen van dronkenschap. Ben bang dat zij de Mijnheer onder de Nederlandse kranten toch niet lezen en evenmin de Franse variant daarvan. Of ze ook tot een uur of twee de knetterharde dance speelden, weet ik niet. In de ochtend hoor ik luid snurken uit tenten komen. Feesten zit ons mensen blijkbaar in het bloed met of zonder drank.