donderdag 28 januari 2021

Boeken in januari



Laatst gelezen boek boven.

De naoorlogse Nederlandse literatuur heeft voor 50 plussers de Grote Drie (voor de wat verlichtere zielen de grote vier; daar mag ook Hella Haase aanschuiven). In Vlaanderen heeft men de grote vijf: de Nederlandse drie plus Boon en Claus. Ergens lees ik dat Suriname ook zijn grote drie heeft (al worden er maar twee genoemd, Cairo en Roemer) en Curaçao heeft Tip Marugg, Frank Martinus Arion en Boeli van Leeuwen. Betekent dit dat de Nederlandse literatuur De Grote Elf heeft? Of telt alleen wat boven de grote rivieren en achter dijken en duinen geboren én gestorven is en niet de taal of de gezamenlijke geschiedenis? Door de dominante kneuterige Hollandse visie valt dan veel moois buiten de boot.

Schilden van Leem van Boeli van Leeuwen, verschenen in het voorjaar van 1985, is een boek dat aan het Nederlands alleen niet genoeg heeft, er is een brief in het Duits en er zijn woorden of zinnen in het Papiamento, Engels en Deenstalige bordjes op de veerboot, een schip dat door op een mijn te varen aan zijn eindje komt.

Het boek voldoet aan een voor Nederland belangrijke voorwaarde, de Tweede Wereldoorlog speelt een rol. Hoewel de heldendaad om een meisje te mishandelen, omdat ze een zogenaamde Moffenhoer was, wordt hier meer aangezet dan de achteraf geclaimde verzetsroem. Marjolein, de vrouw van het hoofdpersonage Dianklo Devereau, kwam niet alleen in haar ondergoed en kaalgeschoren terug van een tocht op een kar door de stad, maar ook met een andere blik in de ogen, tenminste volgens haar vader. Het is vervolgens ook het beeld dat haar medelijdende echtgenoot van haar zal hebben. Zij zelf genuanceert de impact; is het vooral de reactie van beide mannen op haar kalverliefde voor een Duitser die haar latere relatie parten speelt.

Dianklo, geboren uit het Indiaanse meid voor 24 uur (en zijn vaders genot), heeft een afschuw van licht met zijn wijkende horizon en leeft liever in de nacht. Het licht laat zo scherp de vuiligheid van het eiland zien. De zoon mag van zijn vader geen zoon van zijn moeder zijn. Het hele eiland doet alsof dit ook niet zo is, kleine eilanden zijn dan ook eigenlijk grote gevangenissen. Pas op haar sterfbed, wordt hij, tegen deze mannen dwingelandij in, door zijn moeder zoon genoemd (cuidate hijo, porque me voy a decansar/Pas op zoon, ik ga rusten).

Hij houdt er drie plekken van leven op na:
- een huisje aan zee met een geflipte Canadese vliegenier, een gestrande hoer en een schriele neger met ijsmuts die praat tegen de verte; 
- een advocaten praktijk voor de armen (daar komt ook de titel vandaan, woorden als schild van leem om de dubbel gepakten van het systeem bij te staan);
en
- een vervallen huis dat vol herinneringen en geschiedenis is, een huis waar zelfs Napoleon en Hitler naast de prehistorische monsters uit het verleden leven, tussen de leguanen met hun saffraan kleurige ogen.

Via dat laatste huis kruipen we Curaçao binnen. Heldendom, de slavernij, het racisme, de hypocrisie van gelovigen en ongelovigen, en de spielerei in de Eilandsraad paraderen als in een carnavalsoptocht voorbij.

Dianklo wordt door de Eilandsraad benoemd tot leider van een expeditie om hulpgoederen naar een door een aardbeving getroffen eiland te brengen. De drie uit het vervallen huisje aan het strand gaan mee; als geheime wapens. Een gesigneerd portret van President Reagan gaat ook aan boord in een wissellijst (waarin ook andere partijen die een rol spelen zitten die een rol spelen in het conflict rond het eiland dat niet alleen getroffen is door een aardbeving); je weet nooit waar dat nog eens goed voor is.

De veerboot loopt op een mijn
bij het binnevaren van het ramp- én oorlogsgebied – met vrouwen “waarvan de borsten zijn versierd met kleine scherpe pikjes.” De hoer, de ziener en vliegenier stikken, omdat ze in een container met hulpgoederen zitten die naar de bodem zakt. Op dat moment herinner ik me het bericht uit april 1985 dat in een container 28 gestikte Dominicaanse prostitués gevonden werden. Ze waren onderweg van het Nederlandse Sint Maarten naar Saint Thomas onder bestuur van de VS. Het gebeurt vrijwel tegelijk met de publicatie van het boek. Seks mag wat kosten. Colombia en de Dominicaanse Republiek waren in de jaren tachtig – misschien nog wel – hofleveranciers van goedkope seks voor de Nederlandse Antillen. Ze worden ook hier beide genoemd. Dianklo is vol van het zondegevoel dat hij het was die zijn reisgenoten hun dood instuurde. De 28 haalden een Kamerstuk, maar er werd verder niets meer van vernomen. Wiens zonde dat was? De ondoordachte hulptocht leidt intussen het verlies van kleurrijke personen in en levert ook de slachtoffers op het eiland weinig op.

Het rampgebied doet in de verte denken aan Grenada, waar in 1983 de VS een zogenaamde communistische machtsovername verijdelden:

“In de lucht verschenen plotseling razendsnelle machines uit het land der technologen en scheurden boven onze hoofden de hemel aan flarden en op het water zagen we een stad opdoemen, een stad met wolkenkrabbers en hoge torens van vele verdiepingen. En we zagen projectielen landen en weer pijlsnel vertrekken en ik begreep dat er een enorme krijgsvloot daar in het water lag, voorzien van magische apparaten en raketten. En ik was verlamd door dit grote geweld … waarom zulk een groot geweld op het water leggen om armzalige boeren, hongerige vrouwen en guerrillero's met verroeste geweren te bestrijden,”
vraagt Dianklo, de falende expeditieleider zich af. Met deze woorden wordt kritiek op het straffen van opstandelingen tegen de slavernij doorgetrokken naar de tijd van de vliegdekschepen.

De Akademische Festovertüre van Brahms in het hutje aan het strand is zo vervuild met kaarsvet en de naald springt dan ook voor- en achterwaarts over de plaat, zodat het soms wel een Chinese opera lijkt, soms een groots gamelangebeuren. “Alleen het 'Gaudeamus igitur; is om geheimzinnige redenen gaaf gebleven en wordt vaak uit volle borst meegezongen door wie ter plekke mocht zijn.”


Is dit beeld van een koloniale samenleving te verteren door mensen die hun neus ophalen voor het platte, het volkse, het gewone (zelfs als dat veeltaliger, veel kleuriger en ongewoner is dan zij zelf ooit zullen zijn)? Ik vrees het ergste. De reden dat ik het boek op mijn lijstje zette was
Een carnaval van stemmen, een bespreking in de De Groene Amsterdammer door Yra van Dijk. Zij sluit af met de woorden:
‘Maar echt goed is het toch niet, hè?’ fluisterde een eerbiedwaardige Leidse academische voorganger me eens toe na een lezing over deze roman – afgeschrikt misschien door de ongebruikelijke vorm van de roman. Jawel, echt goed is het wel.

Donkere kamers, Archibalds, en verveelde jongens zijn er overal. De regenwulp inruilen voor een flamingo of de violen voor divi divi kan eens een wat andere kijk geven op het land dat aan en over zee ligt. Zelfs binnen de Nederlandse taal kan je lange reizen maken en van perspectief wisselen. Die zee komt in Schilden van leem uit de WC-pot en “is altijd de zee en absoluut niet 'gelijk mijn ziel in wezen en verschijning'.” Een pleidooi voor taal zonder opsmuk tussen dit bal van dansende woorden. Toch een beetje Hollandse nuchterheid. Nu nog het hoorspel dat de AVROTROS online heeft gezet en ik ben weer een prachtig boek rijker.

***

The three kingdoms; The sleeping dragon (Vol 2) door Luo Guangzhong (vertaling Yu Sumei; redactie Ronald C. Iverson) is eerder dan een tweede deel dezelfde roman die doorloopt tussen een nieuwe kaft. Die splitsing is te waarderen, want zelfs nu is het een flinke pil van 440 pagina's.

De Slapende Draak is de denker Zhuge Liang, een strateeg die zich heeft afgezonderd in een klein dorp op het platteland. Liu Bei vraagt hem onderdanig in zijn dienst te treden in 207 n.C. Dit deel loopt vanaf dat jaar tot het jaar 219 n.C. Liang is een man die zo nodig grof, scherp- of fijnzinnig denkt, spreekt en opereert. Hij doorziet listen van tegenstanders en bedenkt zelf slimme manoeuvres om hen te slim af te zijn. In de lijst met korte persoonsbeschrijving – net als in de andere delen voor in het boek – staat:

“Zhuge Liang (Kongming, of Slapende Draak, 181-234) – de kluizenaar van Nangyang, later de hoofd raadgever van Liu Bei; zijn geniale politiek van het verenigen van Wu om Wei te bestrijden leidt tot een machtsbalans tussen de drie Koninkrijken van Wei, Shu en Wu; zijn wijsheid en vaardigheden stellen Liu Bei in staat zijn eigen machtsbasis te creëren.”

Strategie

Het verhaal gaat over spionage, (grand) strategie, bondgenootschappen, diplomatie, helden- en overmoed en beheersing om je niet te laten leiden door emoties, maar het beste moment af te wachten om te overwinnen. Het is een boek waar generaals doorgaans boven bestuurders worden gesteld. Een land bijeen houden doe je immers door het te verdedigen. Bestuurders blijven zitten waar ze zitten ook als de macht valt. (Zijstraat: dit lijkt een vaststaand gegeven als je Luo Guanzhong volgt, maar de zuivering van het Baath-regime door de Amerikanen in 2003 geeft aan dat het in de geschiedenis ook wel eens anders loopt.) Boven militairen en bestuurders staan echter de denkers. Krijgskunde en politiek handwerk spelen een belangrijke rol, maar het etaleren van kennis erover of ergernis over de kennis van een mede- of tegenstander kan fataal zijn. Het boek dat slagen en verwikkelingen in het China van de derde eeuw op elkaar stapelt, leest aangenaam – niet makkelijk – weg.

Ideeën

Cao Cao, de leider van Wei en de snodaard van het verhaal, vertelt dat hij best van het leven zou willen genieten zonder als krijgsheer op pad te zijn. Echter hij is gevangen in zijn positie van macht. Als hij zijn leiderschap neerlegt, wordt hij een gemakkelijk doelwit voor zijn tegenstanders. Bovendien zal de staat verkruimelen en zo zou zijn stap terug, om het nastreven van eigen geluk, een ramp voor het land betekenen. Het tekent de positie van iemand die teveel of te lang aan de macht kleeft en denkt dat zijn positie het slagen of falen van de enorme Staats moloch uitmaakt. Je hoort in de verte Xi Jinping de woorden instemmend nazeggen. Het is echter niet altijd even gemakkelijk de denkbeelden over machtsposities na te volgen. Als een generaal (Zhang Ren) gevangen wordt genomen en gevraagd zich over te geven, dan weigert hij uit trouw aan zijn overwonnen meester. Zijn doodvonnis is naast een straf dan ook een gunst, omdat hij zou sterft trouw aan zijn leidsman.

Vrouwen

Vrouwen in het boek spelen een bijrol. Je moet vanzelfsprekend in het oog houden dat het 18 eeuwen geleden is. Cai Yan (elders Cai Wenji) een beroemde dichtster, wordt bij naam genoemd. Ze is door Cao Cao gered van de Mongolen en vervolgens door hem uitgehuwelijkt. Bij naam genoemd worden is meer dan het merendeel van de andere vrouwen in het boek overkomt, maar meer dan een passant is Yan toch niet. Een schoonzus van een krijgsheer wordt het hoofd af gehakt en vervolgens ontstaat een leven lang onmin tussen broers. De vrouw als wig. Lady Mi, de eerste vrouw van Liu Bei, offert zichzelf op om haar kind te redden. De vrouw als moeder.

Het huwelijksaanzoek rond Lady Sun, Liu Bei's (de held van het verhaal) tweede vrouw, is om hem naar Wu te lokken en te vermoorden; niet om voltrokken te worden. De vrouw als lokaas. Sun is een dame die geïnteresseerd is in wapens en krijgskunde. Ze is de zus van Sun Quan, de heerser over Wu, en niet voor een kleintje vervaard als ze toch getrouwd met haar man ontsnapt aan de snode plannen van haar broer. Ze zal zich evenwel weer terug laten lokken en verlaat daarmee haar man. Rol uitgespeeld.

De denker Xu Shu trapt in een streek van Cao Cao; het handschrift van zijn moeder wordt gebruikt om hem in de val te lokken. Zij voelt zich beledigt als blijkt dat haar zoon niet weet dat ze een hogere morele standaard heeft dan haar veiligheid stellen boven het dienen van de goede zaak. Ze berooft zich van het leven. De uitval van de moeder van Xu Shu tegen haar zoon is een van de krachtigste teksten uit het boek. De vrouw zonder naam verwijt haar zoon domheid. Hij liet zich zonder onderzoek te doen om de tuin leiden en gaf blijk van kinderlijke gehoorzaamheid, waarbij trouw aan het wettelijk gezag uit het oog werd verloren. De vrouw is een bijzaak, maar toch ook niet helemaal uit te vlakken als zelfstandig, handelend en mondig wezen. Zien of het in het derde deel meer wordt dan dat.

Uitgever

Klik op kaart voor grotere versie en bron.

De uitgever van de drie delen is Tuttle, sinds 1832 gevestigd in Rutland (Vermont, VS). De missie van de uitgever is om lezers te informeren over de landen, cultuur, kunst, keuken, taal en literatuur van Azië. “De behoefte aan zinvolle dialoog en informatie over dit diverse gebied is nooit groter geweest.”

Er is nog een deel te gaan, maar ik denk dat deze boeken goed in dat beleid passen. Met het bestuderen van de Drie Koninkrijken en zij die in die geschiedenis een rol speelden, kan een half leven vullen. De boeken laten daarvan meer dan een glimp zien.

Wat ik mis is een kaart waarop de plaatsen staan die in het boek voorbij komen in de strijd tussen Wu, Wei en Shu. Hoewel op wikipedia veel is te lezen over de slagen, personen en locaties, zoals deze kaart.

The three kingdoms; The sacred oath (Vol 1)
The three kingdoms; The sleeping dragon (Vol 2)
Thethree kingdoms; Welcome the tiger (Vol 3)

***

Hippopotamus van Stephen Fry doet qua opzet denken aan een traditionele detective. Groep mensen met botsende, uitgesproken persoonlijkheden zijn verzameld in landhuis en er is een mysterie dat opgelost moet worden.

Het landhuis ligt in een modern Engeland waar graan opgeslagen wordt in glimmende silo's en niet meer in sfeervolle schuren, en waar heggen zijn weggehaald om de grond grootschaliger te kunnen bewerken: “Je wilt toch eten, is het niet,” zegt Simon de oudste zoon van Lord Logan, zakenman en eigenaar van het landgoed.

De hoofdpersoon is de net ontslagen theatercriticus en dichter Ted Wallace. Het is een zurige aan de drank geraakte man die ooit talent had. Olivier, een flamboyante homoseksueel hoopt dat de dichter ooit over zichzelf kan zeggen dat ergens binnenin de Happy Hippo nog leeft en dat hij die weer wil zijn. Ted blijkt uiteindelijk meer dan een vroeger vrolijk nijlpaard en het is Olivier die tenslotte in zijn hemd staat.

Het verhaal is geschreven met veel Engelse humor, gevoel voor taal en taalverslonzing (de gevolgen van het weglaten van lidwoorden wordt bijvoorbeeld uitgemeten) en whiskey (de eerste pagina's komen er nogal wat merken voorbij van Chivas Regal, via Laphroaig naar Glenlivet). Een fles tien jaar oude whiskey speelt een voorname rol in het verhaal.

Het boek verscheen in 1994. Dat is zeven jaar voor de dood van de Nederlandse actrice Sylvia Millecam die door kwakzalvers (sommige met academische medische opleiding) op een spoor werd gezet dat de kanker ontkende. Het is twintig jaar voor de dood van astronaut Wubbo Ockels die ook alternatieve genezers bezocht in zijn strijd tegen kanker.

Mensen hebben kennelijk behoefte aan troost in tijden van ziekte, zelfs tegen beter weten in. Dit boek probeert de helers, homeopaten en andere fantasten door zakelijk redeneren en een portie humor de pas af te snijden. Gezonde schrijvers hebben daarvoor immers meer ruimte dan zieken. Hoewel geen detective, is het daarbij ook een meeslepend verhaal.


Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken.


woensdag 27 januari 2021

Flamboyant


Het wordt niet veel meer dan de foto's vandaag. Even dacht ik nog een stukje te schrijven over wat het leven mooi maakt. In een documentaire over Ella Fitzgerald: Just one of those things zei pop en jazz muzicus Jamie Cullum dat het de zang van Ella is.

Zelf dacht ik voor het zien van de Metasepia pfefferi (flamboyant cuttlefish), een kleine veelkleurige inktvis, dat het zien van zoveel kleuren het leven mooi maakte en dat was nog voordat ik zag hoe het vrouwtje de eitjes ophing aan de bovenkant van een schelp.

***

Afgelopen maandag een berichtje op mijn telefoon. “De oudste boom van het Westerpark staat in bloei,” zo meldt Martin A. Ik beloof vandaag te kijken. Het is de parrotia persica. Hij werd geplant in 1888 en wordt wel Perzisch IJzerhout genoemd. De bloem ging op de foto.

Vorige week had de storm een naam, maar vandaag waaide het niet minder hard en was er van een naam geen sprake. De zee raast achter de duinen, de stroming is hard om echt te zwemmen en in mijn hoofd speelt het boek dat ik las.

***

De muziek wordt dit: The Streets of Berlin van het album "Tara Hugo Sings Philip Glass" (2012). De stem beviel me. De muziek is mooi en de illustratie intrigerend. De reden voor het beeld is dat de muziek is geschreven voor Mick Jagger die de travestiet Greta speelt in de film Brent uit 1997 over in nazi Duitsland vervolgde homo's.

Parrotia persica


























Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Steeds vaker schrijf ik mijn tekst (gedeeltelijk) al voor die tocht en voeg er achteraf nog wat zinnen en/of gedachten aan toe.




woensdag 20 januari 2021

Adaptatie


Zondag nam ik A perfect planet op, ingesproken door David Attenborough. De aflevering ging over het weer en hoe dit door zijn regelmaat levenspatronen van krabben, kikkers, vogels, vleermuizen en nog zo wat mogelijk maakt. Prachtige beelden en als een strand in de Amazone bezaaid ligt met dode jonge schildpadden kan je nog denken dat gebeurde vroeger ook, iedere twintig jaar, en nu iedere vijf jaar, maar als dramatisch de wand van de Zambesi – die vol gangen zit waarin bijeneters nestelen – , door de extreme droogte met geraas naar beneden stort dan griezel ik. Meer dan over het extreme weer zelf.



A perfect planet gaat over meer en dieper bijtende klimaatellende dan de verhoging van de Markermeerdijk tussen Amsterdam en Hoorn, waarover ik kort daarvoor las. Ook niet goed, maar een kleinigheid bij wat ons te wachten staat.


Op dezelfde dag wordt ik gewezen op het verkiezingprogramma van JA21. “In plaats van het terugdringen van de uitstoot van CO2 wordt het doel omgaan met veranderingen die we niet betekenisvol kunnen tegenhouden (zelfs niet met een paar nullen achter de komma), in plaats van er vruchteloos strijd tegen te voeren.” De afvalligen van FVD willen Klimaatadaptatie zonder zonne-energie en windmolens. Zouden Annabel en Joost ooit naar zo'n film kijken en dat een beetje tot zich door laten dringen? Dat het probleem groter is dan hun ego's, dat aanpassen aan extremen niet altijd gaat.

***

De telefoon gaat. Er is een radiodebat over wapenhandel vertelt mijn naamgenoot. Eigenlijk hoor ik niets nieuws van good old Frank. Een tweet de deur uit en daar ga ik weer.

Net over de helft van mijn fietstocht naar het strand en daar is weer dat fraaie kerkje van Spaarnwoude. Het ligt op een restje duinrand, daar waar zo'n 5.000 jaar geleden de zee nog was. Nu moet ik nog 12 kilometer met harde wind in de zij voordat ik de opgezweepte golven zie.

***

Een oude LP bestellen via bol. Het was geen pretje. Voortaan gewoon Discogs, daar is alles te vinden en daar heb ik nog nooit zo lang hoeven wachten. Zeven mails en een paar 'gesprekken' met de Bol bot verder heb ik We Insist een plaat over de strijd voor vrijheid van zwarten in de VS. Black Lives Matter opgenomen in 1960 met een excellerende Abbey Lincoln. Luister alles of een deel.





Van de hoes: TRIPTYCH: PRAYER, PROTEST, PEACE was originally conceived by Roach as a ballet, and has been performed by him with the Ruth Walton Dancers. The choreography by Roach and Walton is largely improvisatory within a general framework. The demands this piece makes on a singer are fierce and exhausting. PRAYER is the cry of an oppressed people, any and all oppressed peoples of whatever color or combinations of colors. PROTEST is a final, uncontrollable unleashing of rage and anger that have been compressed in fear for so long that the only catharsis can be the extremely painful tearing out of all the accumulated fury and hurt and blinding bitterness. It is all forms of protest, certainly including violence. PEACE, as Max explained to Abbey before the take, "is the feeling of relaxed exhaustion after you've done everything you can to assert yourself. You can rest now because you've worked to be free. It's a realistic feeling of peacefulness. You know what you've been through." Worth noting Is how aptly Max complements Abbey in the three sections.


























Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Steeds vaker schrijf ik mijn tekst (gedeeltelijk) al voor die tocht en voeg er achteraf nog wat zinnen en/of gedachten aan toe.




zaterdag 16 januari 2021

Dolfijn

Rondom het Markermeer. Het lag onder een grijze deken waaruit af en toe stuifsneeuw kwam. Het leverde vooral foto's van vogels op, maar ook van de eikenhouten restanten van een vrachtschip.

Bij Lelystad stap ik eens af om naar het schip te kijken dat naast Batavia Stad onder een afdakje ligt. Het is een Groninger tjalk, de Dolfijn (of Fiducie). Het schip is er met een lading 77.000 stenen tijdens een reis naar Amsterdam in 1888 vergaan. Het was 10 jaar oud en was gebouwd door de vader van de schippersvrouw, naar verluidt als bruidsschat. Willem Venema en Annegien Koerts trouwden in 1878. Met het schip deden ze binnen- en buitenlandse havens aan en er werden drie kinderen geboren.


Pa Koerts zou werfeigenaar in Kiel Windeweer zijn geweest. Maar dat heeft nog niemand terug kunnen vinden. Opvallend want Kiel Windeweer is niet zo groot en ligt aan een smalle vaargang, Het Kieldiep. Zou het niet zo kunnen zijn geweest dat vader voor eigen rekening op de werf, waar hij werkte, een schip voor zijn dochter bouwde en zo een beetje als werfeigenaar kon worden gezien? Het is inmiddels ruim 140 jaar geleden. Dus wie zal het zeggen.
De familie overleefde de ramp. Ze gingen in de sloep van boord en zouden worden gered door Kamper vissers. Die deden de schipper wel een rechtszaak aan, omdat die het tientje reddingsgeld niet kon betalen; het gezin was net alles kwijt geraakt. De rechter zou de vissers een schrobbering geven, vanwege hun vrekkigheid, maar vast staat ook dit niet.


Het gezin ging naar Amsterdam, waar Willem stoker werd bij de Wester Suikerraffinaderij. Er zouden in Amsterdam nog vijf kinderen geboren worden.


woensdag 13 januari 2021

Brood en spelen



Zondagavond kwam ik per abuis langs Op1 (er was meer dan genoeg om wel met plezier naar te kijken). Ik zag Thierry zitten, de man die alles had gedaan om zijn geloofwaardigheid langdurig te kielhalen. Hij mocht zijn blazoen weer oppoetsen in aanwezigheid van Jort Kelder en anderen (want bij deze twee haantjes zijn alle anderen niet meer dan anderen zonder naam).

De volgende dag kwam ik ze tegen in mijn twittertijdlijn de mensen die boos waren over de uitzending die de “fascist” een spreekbuis gaf, waar hij zonder repliek leugens uit mocht kramen etc etc.

Precies wat de redactie van Op1 wilde. Reuring zorgt voor aandacht, en aandacht zorgt voor hogere kijkcijfers en wat wil je nog meer. Het is volksvermaak voor het hele gezin en dat verpakt als nieuwsduiding, zodat de publieke omroep aan zijn verplichtingen richting politiek voldoet. (Laat ik kwade opzet uitsluiten.) Serieus is het niet, hoe gewild een positie als talkshow host ook is.

O ja als alle uitzendingen over China in de buitenwereld zo goed worden als de eerste. Volgende keer gewoon daar naar kijken, jongens en meisjes. Veel interessanter dan het Praathuis van de Nederlandse TV.


***

Uit de wind en in de zon een stukje schrijven: over de 5 Jumbo-renners die soepel – nog op hun celeste kleurige Bianchi's, terwijl die al twee weken geleden ingeruild is voor de Cervélo fiets – voorbijkwamen; dat mijn eigen fiets sinds vandaag weer nieuwe tandwielen en kabels heeft; over zware werktuigen in de Bretten en in de duinen die bomen maaien alsof het gras is of zelfs ontwortelen als onkruid; over Countryfile (een BBC mix tussen Van Gewest tot Gewest, Vroege Vogels en Zendtijd voor Boeren en Tuinders) waar het al een half jaar lang gaat over de gezonde effecten die de natuur heeft op de mens, zeker in corona-tijden; over de mooie luchten (vanmorgen bij het opstaan al) waardoor ik er naar uitkeek ze ook boven zee te zien.

***

Nu ik toch bezig ben om van dikhout planken te zagen; hier is een optreden voor onze Geert. Misschien kan hij ook zo'n mooi T-shirt bestellen. Het zou hem goed doen.

























Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Steeds vaker schrijf ik mijn tekst (gedeeltelijk) al voor die tocht en voeg er achteraf nog wat zinnen en/of gedachten aan toe.



woensdag 6 januari 2021

Niets hoeft?



Weet het niet zo goed. Mijn stukkie wapenhandel aan het begin van dit blog. Heb ik er wel zin in? Is dat wat me bezig houdt? Toch wel en toch niet. Er staat weer iets in de steigers, maar ik heb geen zin het af te bouwen. Waar landt het? Waarvoor schrijf je als je het zelf niet verder kan brengen?

Vragen allemaal vragen, omdat ik me weer in een mal probeer te passen. Foto Zandvoort, wapenhandel (maatschappijkritiek toch op zijn minst), fietsen, en muziek, dat moet het stramien zijn.

Hier op F&O hoeft niets, zelfs geen foto als je die niet hebt, als je dat maar weet. 

***

Bij vertrek kijkt een man vertwijfeld naar de berg vuilnis naast de ondergrondse vuilcontainer. “Het is zo'n mooi systeem,” zegt hij. “Als je het grofvuil op dinsdagavond neergelegt, wordt het woensdagmorgen opgehaald,” voegt hij er aan toe. Ik weet het. “Opvoeden,” noemt hij als oplossing. Misschien denk ik. Het kan ook domheid of onverschilligheid zijn. De burgerzin is er veertig jaar na Lubbers, Thatcher en Reagan uitgewerkt.

Vandaag zie ik een roodborstje onder aan het duin. Vorige week dacht iemand dat ik een gespot vogeltje opschreef. Had ze het niet gevraagd dan had ze in die mooie waan kunnen blijven, nu moest ik zo nodig zeggen: “Nee het is een stukje voor Facebook bij mijn foto's.”

***

Ja ik kon het weer niet laten. Ik moest door de telefoon blijkbaar zeggen dat wij hier thuis de top 2.000 hadden uitgezet bij de laatste nummers, hadden we ook geen last van Danny Vera met zijn Roller Coaster.

Of het liedje smakeloos is en voorzien van een tekst als een afgekloven kippenkarkas dat doet er niet toe. “Heel veel mensen zijn er door geraakt,” was de repliek aan de andere kant van de lijn. Broek tel niet één keer, niet vijf keer maar honderd keer tot tien!

Zelf werd ik maandagavond twee maal geraakt: een keer door de schoonheid van de van Lore Binon en een keer door het laatste live optreden van Aretha Franklin uit 2015 (ze was 73 en dan nog zo'n stem). Het is niet mijn nummer 1, maar ik weet wel wat er bij verbleekt, ook nog als ik tot duizend heb geteld.
























Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Steeds vaker schrijf ik mijn tekst (gedeeltelijk) al voor die tocht en voeg er achteraf nog wat zinnen en/of gedachten aan toe.