zondag 30 juli 2023

Lotgevallen van een beddenverkoper


Michael Kumpfmüller schreef met Lotgevallen van een beddenverkoper (2000) een boek over een man, Heinrich Hampel, waarvan de grootste inspanning in zijn leven draait rond het inpalmen van vrouwen. Dat begon met een Russisch meisje en zou nooit meer ophouden. Zijn moeder wikkelde ook graag mannen om haar pols, als danspartners, tot ze tenslotte in vuur en vlam stond voor zijn vader.

Veel meer leven is er niet te bekennen in de DDR waar dit boek over gaat. De Stasi-runner van Heinrich was net als zijn land
“moe en hard en weinig toeschietelijk.” Die sfeer hangt, ook al wordt ze vrijwel nergens uitdrukkelijk genoemd, als een grijze deken over het land dat zijn tol eist van de inwoners. Heinrich keerde uit het Westen terug om aan zijn schulden – veroorzaakt door veel en grote cadeaus aan zijn maîtresse – te ontkomen. Ook die stap heeft hem weinig opgeleverd of hij heeft geen kans aangepakt om iets te vinden, behalve wat illegale zaakjes die meer kwaad dan goed hebben gedaan.

Het leven van zijn vrouw Rosa laat zich typeren door het woord 'blunder'. De blunder van haar leven was niet in het Westen blijven.
“Soms kon ze op de dag precies vertellen wanneer ze de volgende blunder had begaan en hoe elke blunder weer tot nieuwe blunders had geleid, en al die blunders hadden een lange geschiedenis tot ver vóór de tijd waarin ze Heinrich had ontmoet.” Uiteindelijk trekt ze toch haar eigen plan. Met een man die haar vergat en opzadelde met problemen zou ze nooit uit de kettingreactie van die blunders komen.

Als het gezin Hampel na het opzetten van een glasfabriek bij Moskou na de oorlog weer terug komt in de DDR wordt Heinrich verliefd op een meisje. Dora past volledig in dit zotte boek. Ze is dochter van een plaatselijke partijbons en verliefd op Vissariovitsj Stalin, waaraan ze ook haar dagboek wijdt. Met de liefde voor elkaar zouden de twee niet ver komen, maar ze bleek wel een daadkrachtige hulp bij het tijdelijk verlaten van de nieuwe Republiek.

Heinrich heeft de babbel van een verkoper. Hij ziet business waar anderen het missen. Problemen ziet hij echter nauwelijks. Hij verraad collega's, kennissen en vrienden aan de Stasi, kan geen kwaad, want wat hij verkeerd zou zeggen, is hem onduidelijk. Eigenlijk is het een miezerig mannetje die in alle vallen trapt die er staan. Toch bleef hij voor mij een mislukkeling waar je medelijden mee kreeg, niet iemand die je teveel kwalijk gaat nemen. Hoewel je hem soms uit zijn lethargie zou willen schoppen. Zelf stelt Heinrich dat zijn leven zelfs niet aan de primitiefste voorwaarden beantwoord.

In de gevangenis neemt hij misschien wel de krachtdadigste stap als hij een homoseksuele relatie begint om aan de kaalheid van het bestaan in de nor te ontkomen. Verder kalft zijn bestaan steeds verder af. Naast de gevangenis, komen we in een club voor Russisch militair personeel in Oost-Duitsland, in parkjes, op zonneweiden van een zwembad en gezien de titel vanzelfsprekend zelfs in een West-Duitse beddenwinkel.

Het heeft me de helft van de vierhonderd pagina's gekost om in het boek te komen. Met een zo fletse hoofdpersoon is dat niet gemakkelijk. Maar die kleurloosheid tekent wel zo knellend de situatie in de toenmalige DDR van de SED dat morele uitspraken en oordelen niet meer nodig zijn om een droefgeestig beeld te schetsen. Dat maakt van de Beddenverkoper een bijzonder mooie roman voor wie even door wil zetten. Je zou bijna zeggen met zoveel betekenis, nuance en inzicht als het voor een roman wel bedoeld moet zijn.

woensdag 12 juli 2023

Golven



voor wie het ziet
zijn fonteinen dansende tranen


Mooie zin om de dag mee te beginnen.
(Uit bewerking 'Initiale' van Rainer Maria Rilke tot Huilwater door Justus van Oel)

Hoewel mijn scherm toverde de wereld daarvoor al binnen via Nederlandse en Engelstalige pers. De berichten gingen van clustermunitie, via wolvenafschot naar protest tegen het racelawaai in Zandvoort.

Maar ook de oven werkte weer en de keukenweegschaal had ook besloten weer de grammen te meten. Kan ik na het fietsen naar het zand en de golven een broodje bakken bij de soep van de zeer goedkope zomer zon tomaten.

In de duinen lagen vele bomen om, waaronder bomen die al langer dan ik leef dominant langs het fietspad stonden. Om bij en van het strand te komen moest ik drie maal onder en om een roodwitlint. Zo kwam ik er wel.

Golven. Ik hoorde Roziena Salihu ze gisteren gebruiken om het bestaan en het overleveren van energie te duiden:
“Wist je dat een golf eindeloos kan bestaan; dat golven pas verdwijnen als ze ergens tegen stuk slaan. Komen ze niks tegen op hun route naar de kust dan blijven ze in beweging, behouden ze energie. De golven die wij zien als we liggen op het strand, als we dobberen of drijven, zo dicht nog bij de kant, dan kan het zomaar zijn dat de golven die wij zagen niet net pas zijn ontstaan, maar een hele geschiedenis dragen ...” (Op de planken, 5 juli 2023)

Meer insecten op de BZD.

zaterdag 8 juli 2023

Kornwerderzand

Waar verheug je je het meest op,” is de vraag waarmee ik vertrek. Maar eigenljk ben ik daar niet mee bezig. Ik moet dan nog 250 km fietsen en het is al weer vier weken geleden dat ik een 200+ tocht reed. “Gaat het lukken,” is dan ook mijn eigen vraag.

Pas na de Maxima-centrale stop ik voor een foto van een fuik. “Mooi plaatje,” vraagt een senior die er op iets of iemand staat te wachten. Opvallend wel het lichtbruine geval over het basalt. Resultaat van de storm van woensdag? Het was de eerste van velen die er zo bijlagen. Of was het iemand die dacht de matige visstand in het IJsselmeer is niet gediend met fuiken en zijn eigen maatregelen nam? Geen idee.
De aansporing bellen, bellen, Jochem, gaat me toch wat te ver voor een stukje als dit.

Onderweg bedenk ik me dat ik het meest zal genieten van de stukken waar ik al 1½ jaar niet meer ben geweest. Dat is toch ruim 100 km van deze tocht; van Ketelbrug tot Abbekerk. Gewoon om er weer te kunnen zijn en te zien dat er dingen niet veranderd zijn. Later zal blijken dat een stuk weg van een kilometer of 5 bij Agriport (van Cultuurweg naar Westlanderweg) voor onbepaalde tijd is afgesloten. Het gaat om bouwwerkzaamheden voor een Microsoft dataopslag.

Het uitgestrekt groene Friese landschap vind ik niet meer zo mooi als eerder. De perceptie ervan is veranderd. De insecten, bloemen en vogels ontbreken teveel. Nog wel zijn er de sloten en herkenbare kerktorens waaronder die van Hindelopen, Workum en Cornwerd. Piaam ligt er nog steeds wonderschoon bij. De verbeelding 50 jaar teruglaten reizen maakt het geheel veel aangenamer.

Nu nog 80 km met de wind half tegen naar huis (dat werden er 90, zie boven), schrijf ik bij de fietsbus op de Afsluitdijk. Die bus is een extraatje geworden voor mensen die vanuit hun vakantieplek in Noord-Holland een stukje Friesland willen fietsen. De chauffeur zegt dat het wel tot 2029 kan duren voordat de dijk weer open gaat voor fietsers. Hem levert het werk op. Dat hij doet met ingehouden flair.

Thuis heeft Rutte zijn zoveelste Kabinet in zijn gave landje niet heel kunnen/willen houden.


donderdag 6 juli 2023

Het meisje met de Leica

Het meisje met de Leica van Helena Janeczek beschrijft het korte bestaan van Gerda Pohorylle die bekend is geworden als Gerda Taro; een vrouw met talent voor het leven. Gerda was een geroemd persoon in de antifascistische strijd, eerst in Leipzig, daarna in Berlijn, Parijs en op het laatst in de Spaanse burgeroorlog, waar ze haar Leica voor de goede zaak inzette. Het leverde een overzichtelijk, maar ook indrukwekkend oeuvre aan oorlogsfotografie op.

In Spanje verongelukte ze, of werd ze verongelukt, daarover zijn de deskundigen het niet eens geworden, zo stelt Janeczek. Taro werd slachtoffer van haar onverschrokkenheid en in het tweede geval ook van de politieke strijd tussen de verschillende facties – met name met de Stalinistische lijn die iedere afwijking in de strijd tegen Franco aanpakte. Ted Allen was een bij het zelfde voorval aan zijn voet gewond geraakte Canadese journalist waar ze mee optrok, maar wel een die politiek commissaris was die rapport uit moest brengen aan Moskou. Er zijn er die hem verdenken van het 'ongeval', aldus Janeczek. Toch is de meer dan vriendschappelijke relatie tussen beide een verhaal dat tegenwoordig overheerst. Honderdduizend mensen bezochten de begrafenis van Gerda Taro.

Creatie
Waarom moeten we haar nu nog kennen? Ze was de eerste oorlogsfotografe of in ieder geval de eerste die bij dat werk omkwam. Ze bedacht de alias Robert Capa voor het werk van verschillende fotografen. De Hongaarse fotograaf André Friedman zou er naam onder maken. Ze was het zakelijk en organisatorisch brein achter de opkomst van Capa en maakte een deel van 'zijn' foto's. Ze stond op het punt met hem naar China te gaan toen haar leven eindigde. Friedman-Capa werd later, inmiddels geëmigreerd naar de Verenigde Staten, een van de oprichters van het beroemde Magnum Photos. Dit is weer een voorbeeld van de vrouw achter de man. Of in de woorden van haar aanbidder Willy Chardack in de roman:

Gerda Taro, Guadalajara front, juli 1937
geen Italiaan, maar de creatie van een meisje dat hij back from Germany kende,” tegen zijn echtgenote toen hij op de radio hoorde dat de fotograaf in 1954 aan een verwonding door een landmijn in Vietnam was overleden. Misschien moet je daarom haar verhaal kennen. Nee dat niet, Gerda Taro was te zelfstandig om zo gekaderd te worden. Dat ze een innemende schoonheid was, kom je wel tot vervelens tegen, maar dat is zeker niet het belangrijkst. Ze leefde haar eigen leven.

Missie
In het nawoord – een analyse over de losse eindjes in het boek – merkt Janeczek op dat ze Capa waarschijnlijk verlaten zou hebben: Dat hij, als Gerda niet door een pantservoertuig was overreden, voor haar waarschijnlijk een voorbijgaande episode zou zijn geweest en zij zijn grote jeugdliefde (…)”. Taro was een vrouw met een missie. In de Spaanse burgeroorlog was het 't luid en duidelijk laten horen dat non-interventie een misdaad was; de fascisten moest een halt toe geroepen worden. Voor hen die het van nabij volgden was het duidelijk dat er operaties werden uitgevoerd die een opmaat waren voor de totale oorlog.

Mooiste
De roman begint met een foto van twee Catalaanse strijders. Eigenlijk zijn hier twee foto's van. De een wordt door Gerda gemaakt luttele seconden voordat André afdrukt. Toch is de toon van beide anders. Dat komt bijvoorbeeld door de gekozen kadrering, waardoor ze zich in hun romantische verhouding los zingen van de omgeving rondom hen (Taro) of die zich juist richt “op de ongegeneerde vreugde die de wereld wil bestormen,” (Friedman). Er is ook een foto van hen beide op het terras van Café du Dȏme in Parijs (ook van dit tafereel is tevens een iets latere foto opgenomen). Niet alleen wordt vermeld wie de fotograaf is, maar elk detail wordt beschreven en krijgt betekenis. En een heel andere dan in eerste instantie gedacht. Je hebt naast close reading blijkbaar ook close looking. Deze analyse en beschrijvingen behoren tot de mooiste delen van de roman. Het aantal opgenomen foto's is met negen stuks beperkt, maar het internet biedt ruimschoots compensatie.

Tuimelen
Om kennis te maken met Gerda en die vervolgens te verdiepen, wordt in drie delen teruggeblikt op haar leven. Een aanbidder,
Willy Chardack wordt gebeld door Georg Kuritzkes, een andere van de mannen in haar leven. Willy leeft ten tijde van het telefoontje al jaren in de Verenigde Staten en houdt zich bezig met medische technologie (ontwikkelde bijvoorbeeld de implanteerbare pacemaker) en heeft zich inmiddels losgemaakt van de politiek, maar zijn verleden achtervolgt hem. Hij werd er door 'de diensten' wel eens op aangesproken. Het leidt tot de opmerking dat: Als je het over het Duitse verzet had, associeerden ze je, ook al sloeg het nergens op, met het groepje aristocratische officieren die uit vaderlandsliefde hadden geprobeerd de Führer op te blazen, en dat pas in juli 1944. Hoe kon je zeggen dat beetje verzet dat er was gepleegd aan de communisten te danken was, of aan mensen die voor de Amerikanen één pot nat waren.” 'Dit zijn gek genoeg dappere woorden', schreef ik ernaast in de kantlijn. Maar dergelijke opmerkingen tuimelen in dit dit deel van het boek over elkaar heen. Duitse hoge militaire piefen en wapenindustrie “hadden afgesproken dat de schuld van de oorlog die zijzelf hadden aangewakkerd voor rekening van het Duitse volk moest komen.” Zo gaat dat nog steeds en zo zal dat blijven gaan, denk ik mijn donkerste buien. Net zoals nieuw rechts, altright en aanverwanten evenals de nazi's worden aangezien voor “wrede maar primitieve beesten.” Maar ze laten zich niet als Duitse herders temmen, stelt de schrijfster, maar vermenigvuldigden zich en bijten gemeen in het rond. (Zie bijvoorbeeld Arun Kundnani in TheGuardian over dat het bestrijden van extreem rechts ook nu niets te maken heeft met diversiteitstrainingen maar met actie.) Dergelijke opmerkingen met actuele betekenis, maken van het boek meer dan een verhaaltje voor tussendoor.

Rattenvangers
Er is ook een anekdote over Willy in Berlijn, waar hij racete door de straten, als om een medaille te winnen. Eigenlijk was het een race om werk. Hij won niet en werd daar thuis om uitgescholden. Het voorval leidt naar een korte bespreking van de door de protagonisten gewaardeerde film die Bertold Brecht en Ernst Ottwalt (met muziek van Hans Eisler) maakten:
Kuhle Wampe. Een heftige discussie mondt uit in de opmerking dat het krankzinnig is om met je vinger te wijzen en alle arbeiders die niks snappen van de huidige misère af te schrijven!” Op het woord 'arbeiders' na klinkt het nog steeds bekend. Nog steeds wordt achter de fluitende rattenvangers aangelopen en nog steeds wordt op de volgelingen neergekeken in plaats van betere en hardere muziek te spelen. Ook deze uit de mond van Gerda is er een om serieus te nemen: “als het communisme in films een beetje saai is, zullen de reactionairen altijd winnen, zoals je hebt gezien bij de herverkiezing van Hindenburg...”. Het doet denken aan het niet willen deelnemen aan een revolutie waar je niet kan dansen dat Emma Goldman een paar jaar eerder beschreef. Maar ook tegenwoordig staat de bittere ernst vaak nog boven de wervende kracht, waardoor lege handen op zijn best is wat rest.

Verraad
In het tweede deel komt een vriendin, Ruth Cerf, uitgebreid aan het woord. Gerda kende haar uit Leipzig en woonde met haar samen in Parijs. Het fotomodel neemt Gerda mee naar een afspraak met André Friedman, die ze er zo louche uit vindt zien dat ze hem niet vertrouwt. Het is het begin van de relatie met het meisje met de Leica. Cerf wordt later door Taro in de steek gelaten, wat voelt als verraad, zonder dat dit zelfs maar tot Gerda door blijkt te dringen.

Archief
In deel drie is het Georg, de vriend die Friedman als concurrent zag opduiken en in het eerste deel Willy belde, die verhaalt over haar leven. In het al genoemde nawoord komen foto's en vertrek van Capa uit Europa aan de orde en speelt de bewaarder van het archief en beschrijver van de foto's, Cziski Weisz, een hoofdrol (met prachtige foto van hem en zijn vrouw, Leonora Carrington, op latere leeftijd).

Staalkaart
Niet alleen Gerda Taro en haar vrienden worden genoemd. Het is een boek vol fotografen en andere bekende personen, van Lenin (een bekende van de moeder van Georg en tevens zijn peetvader, aldus de schrijfster), tot Ernst Hemingway en Hannah Arendt; en van Pablo Neruda tot Walter Benjamin en Willy Brandt,
die zich in liet pakken door Gerda's charme.” Het is bovenal een staalkaart aan fotografen en filmers uit de eerste helft van de vorige eeuw, zoals Joris Ivens. Nog steeds is het Taro die sommige van hen op het internet in het zonnetje zet. Als ik zoek naar de Japanse fotograaf Seiichi Inoue dan komen vooral haar foto's bovendrijven. Maar er zijn ook de Nederlands-Hongaarse fotografe Eva Besnyö (o.a. bekend van haar Dolle Mina foto's) en Kati Horna die ook tijdens de Spaanse burgeroorlog fotografeerde.

Rammelen
Het boek zweeft over de culturele en politieke sferen van het interbellum. Het beschrijft een andere aanloop naar de Tweede Wereldoorlog, een die mensen die te pas en onpas 'Chamberlain' roepen zo gemakkelijk vergeten. Soms treft de tekst opeens. Bijvoorbeeld als Boedapest wordt omschreven als metropool in Europa die kon wedijveren met Parijs. Dat haalt een deel van Europa naar voren dat er doorgaans bekaaid afkomt, ook in mijn brein. Maar het is ook een boek waarin de zinnen rammelen en platitudes veelvuldig opduiken. En wat ik bijvoorbeeld moet met een opmerking - vol opgeklopte branie - dat tranen van radeloosheid, verdriet of onmacht betekenen het bezwijken voor het te vermijden doemdenken? Verdriet kan toch ook een drijvende kracht zijn. Het boek is mooi opgezet, maar leest niet prettig, door lange hotsenbotsende zinnen, en raakt als roman niet echt. Het verhalen over de hoofdrolspeelster vol vuur maakt het toch tot een uitermate waardevol en lezenswaardig boek.


Mus bij bus.

zondag 2 juli 2023

Gesprekken met opa

Gesprekken met opa door Raoul de Jong is een boek uit Nederland in de 21e eeuw. Posities zijn veranderd. Mensen zijn anders dan ze waren. Maar nog steeds zijn oude mensen als een bibliotheek met waardevolle kennis, ideeën en verhalen.

Als zijn opa aan het einde van zijn jaren komt, beslist Raoul hem dan ook te interviewen. NRC-Handelsblad is geïnteresseerd in tien teksten. Dat geeft een podium voor zijn woorden.

Het boek bundelt die teksten tot een eenheid met een begin en een eind. Het begin is een verzorgingshuis en een terugblik op wat was. Het einde is … dat laat zich raden.

Als de schrijver vraagt naar opa's seksuele leven met oma, en hem zelfs helpt met een opmerking over het verdwijnen van de sprankeling, dan vermoed je dat er geen antwoord zal komen. Er komen juist hele mooie woorden:
“De seks kan ook juist beter worden. Dat je seks hebt met de hele persoon in plaats van alleen met de buitenkant. De seks wordt dieper, plezieriger. Doordat je heel veel eerbied hebt voor hoe je partner is, helemaal, met alles erbij. Ook dát krijg je er voor terug.”

De bieb geeft ons voordat hij instort en verbrand mee dat je je eigen filmscript moet schrijven. Opa en kleinzoon hebben uitgerekend dat de eerste 65.120 uur heeft gewerkt achter een bureau bij een oliemaatschappij in Vlaardingen. Herinneringen eraan zijn er nauwelijks, wel aan uitstapjes met oma en kleinkinderen, en aan avonturen met vrienden.

Het is het tweede boek van de schrijver die over de vastgelegde lijnen schrijft dat ik dit jaar lees. Het andere was Boto Banja. Net als in dat boek wordt ook hier bepleit om te blijven dansen. Het zijn boeken om verliefd op te worden.

Dat hij bevriend is met
Édouard Louis, de schrijver van Ze hebben mijn vader vermoord, maakt dat ik deze liefde nog minder als een vergissing zie, want ook dat was een geweldig boek. In dat boek maakt de vader een draai en biedt de zoon in vitrool gedoopte hoop, zonder de moeilijke passen te vermijden. Hier is de behoudende opa open gaan staan voor wat anders is.

Louis zegt dit weekend in NRC-Handelsblad: We moeten er weer trots op durven zijn niet geliefd te zijn.” Paradoxaal genoeg maken juist dergelijke uitspraken hem bij mij geliefd. Schrijvers zijn er ook om mijn script te beïnvloeden, aan de kaak te stellen, en niet alleen om me te vermaken. Dat gebeurt ook enigszins in De gesprekken van De Jong met zijn opa.

zaterdag 1 juli 2023

Varende zebra's

 



“Waar zit je motor,” vraagt een passerende man op elektrische motorfiets. Ik klop eens op mijn bovenbenen. “Knap,” zegt hij, “je gaat 25 km.”
“Tegen de wind,” (maar niet veel: 3 bft) voeg ik trots toe.

Iets verderop zijn mensen van de Lange Bretten Werkgroep ratelaarzaad aan het verzamelen. Dat gaat naar de boswachter en die verspreidt het dan elders.

De tocht gaat naar de mooiste strandovergang van Holland. De terugweg langs het Mordor van het Noorden waar het staal voor onze koelkasten wordt gemaakt. Zal ik blikvoer gaan eten en gesteriliseerde melk gaan drinken totdat dat staal schoon wordt geproduceerd?