De eerste nacht stond ik
op een camping met de naam Krieghuusbelten. Ooit stond er een
boerderij met de naam Krieghuus en de belten waren er om afgegraven
te worden. Daardoor kan ik zwemmen in een plas van een meter of 400
bij 70.
Een plek met eigen kikker,
meerkoeten, juffers en zelfs een fuut. Als het schemerig wordt loopt
het naast de plas vol met
campingjeugd. Een bas roept de regels voor een balspel rond, oudere jongeren duiken het water in
en ik krijg bezoek aan mijn picknicktafel:
“Mijnheer heeft u die
tafel nodig,” vragen vijf jongeren.
“Nou eigenlijk wel,”
antwoord ik en het is beter voor mijn rug om zo te zitten dan op de
grond, overweeg ik, maar zeg “jullie zijn met meer.”
“We moeten van de campingbaas achteraf
zitten, omdat we zo'n herrie maken,”voegen ze
toe. Tja wat staat me te wachten. Even later gaat de hiphop aan.
Eventjes maar. Ze maken geen herrie.
's Morgens als ik opsta, komt
er iemand naar me toe om te vragen wat ik gevangen heb. “Ik ben
geen visser,” zeg ik. Hij vertelt dat er karper en snoek zit en kijkt nog eens naar mijn mini-tentje en
kan er geen patat van bakken.
Verder naar Enschede naar
een man van bijna een eeuw oud, die iedereen kent, overal is geweest en een nieuwe en
interessante baan heeft. Ik laat hem in die waan en hoop slechts - tegen beter weten in - een angstig
idee weg te praten.
Weer terug naar het
Westen, kriskras naar de IJssel om bij Bronckhorst over te varen. De
tocht langs de Veluwezoom:
op-en-af in de hitte. Blij met een
ijskarretje. “Moet u nog ver,” vraagt iemand daar bezorgd. Moeten
is er niet bij, maar ik wilde volgende morgen op verjaardagsbezoek
zonder dat ik druip van het zweet, dus liefst in de buurt zijn tot voorbij Arnhem.
Na de verjaarvisite is het
nog 100 km naar huis. Er was smog-alarm, maar aan fijnstof ben ik, woonachtig naast een toegangsweg de stad in en met matige luchtkwaliteit, 'n soort gewend. De echte
drukte begint achter het centraal station, waar een georganiseerde
chaos de verkeersveiligheid moet verzorgen. Een oude man schudt
er wijselijk lachend zijn hoofd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten