maandag 28 juli 2014

Vakantie (11)

Naar Val sur Mer 


De tocht gaat op en neer. Over de Seine naar Yvetot. Bij de bakker betaal je via een machine waarin je het geld gooit en die geeft dan het wisselgeld terug. Het wisselen van een dienst tussen producent en consument is daardoor onpersoonlijker geworden, maar de kas kan snel worden opgemaakt en het winkelpersoneel kan er geen greep meer in doen. Het is voor het eerst dat ik het tegenkom.

Daarna kom ik alleen nog door kleine dorpjes of ze Petit of Grande Zusofzo heten, maakt daarbij niet uit. Kleine riviertjes de Caux en de Scie enz. stromen door brede dalen die hen passen als een muis een regenjas. Aan de randen zie ik hier-en-daar het wit van krijtrotsen. Frankrijk loopt de zee in.

's Avonds lees ik het verhaal* van mensen van een theatergezelschap die zonder geld in een hotel verblijven. De directeur is er met de poet vandoor. Steeds als een van de artiesten geld krijgt opgestuurd, verdwijnt hij of zij met een geliefde. Op het laatst zijn er 12 over, waarvan één te ziek om te lopen. Ze verdwijnen toch via een tientallen kilometers lang pad langs de rotsen met alleen de maan die glinstert in het water van een net op tijd gevonden bron als voedsel.

* Riichi Yokomitsu, 'Tijd' (1931) uit: Liefdesdood in Kamara en andere Japanse verhalen, samengesteld door Luk Van Haute.

Geen opmerkingen: