Naar
Saint-Thurien
Aan de
oostkant van Caen verdwaalde ik op een winkelcentrum omgeven door
autowegen. Een gigantische bakker, supermarkten zonder grens,
meubels, sportartikelen in groot verpakking. Ik kwam er niet af, het
verkeersplan was niet op fietsers gemaakt, tot ik in de verte een
landelijker weg zag. Vandaar was het een koud kunstje om naar de
volgende camping te rijden. Pont-l'Évêque komt op mijn lijstje van
mooie stadjes waar ik te snel door fietste.
Los van
heel af-en-toe een macho chauffeur vind ik de Fransen opvallend
vriendelijk voor fietsers. Duitsers zijn overdreven voorzichtig. Je
gaat je bijna generen dat je voor hen fietst. Belgen houden net
voldoende afstand om je niet aan te rijden. Bij Engelsen is het alsof
ze je niet willen zien. Nederlanders scoren gemiddeld, behalve als
ze een camper besturen. Veel bestuurders van 'de witte pest van de weg'
zijn te breed voor de avontuurlijke authentieke tochten die ze maken
om 's avond samen te klonteren op een plek die speciaal voor hen is
ingericht.
2 opmerkingen:
Het is al bijna 30 jaar geleden dat ik in Engeland fietste. Toen waren de automobilisten erg voorzichtig. Op sommige 2-baanswegen durfden ze me niet te passeren, zodat ik een hele file veroorzaakte en dan maar zelf stopte om ze voorbij te laten...
Dat heb je nu inderdaad met Duitsers. In Engeland is het een beetje gepolariseerd tussen fietsers en automobilisten. Misschien is het ook wel de onzerkerheid van het rechtsrijden.
Een reactie posten