Hij
zit op een paaltje. Hij wandelt door het gras of jaagt indringers weg.
Hij roept zijn eigen naam met verve: grutto, grutto. Het is een prachtvogel. We hebben
hem zelfs tot nationale trots gekozen. De Engelsen de roodborst, wij
de 'koning van de
weide'.
Net
boven Amsterdam
zitten flinke populaties in het Zaanse en in Waterland. Maar ook daar moet hij het hebben van goed weide- en waterstandbeheer. Tegen de
commerciƫle landbouw kan de grutto niet op.
In
1975 waren er nog 120.000 Nederlandse broedparen. In
2002 nog 46.000. De daling gaat nog steeds door. Vorig jaar
werden 4.000
jongen geteld, terwijl er 11.000 nodig zijn om de stand op peil
te houden.
De
nationale vogel moet wijken voor hooi en kuilvoer en nog meer melk.
Het
kan ook anders. Een ondernemer kocht
16 hectare uit handen van een boer zonder oog voor de vogel. Nu zorgt
Staatsbosbeheer dertig jaar voor die grond. Of de afzwaaiende Friso de
Zeeuw; hij krijgt niet alleen een
feestje in het Cobra Museum bij zijn pensionering, maar ook een
check ter waarde van €
5.000 die naar waterpompen gaat om het leefgebied van de grutto
in Waterland te waarborgen.
Het goede
nieuws: boven weides die wel met oog voor de vogel worden beheerd,
hoor je het blij makende grutto grutto.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten