Hemelse
muziek in een kerk. Daar begon het mee. Het adagio
uit de 1e solo sonate in g klein van J.S. Bach. Het was snel
schakelen van de gewone wereld naar de wereld van noten die niet
minder dan het mooie zoeken. Violiste Emma Roijackers begon
nogal plotseling. Je moest er zonder inleiding meteen inkruipen. Dat
lukte.
Bij
de sonate voor viool en piano van Francis Poulenc was ik gelijk
gevangen. Zou ik regisseur zijn, ik zou er een korte film bij maken. Het
script bestaat misschien al. De sonate is een ode aan de Spaanse dichter
Frederico Garcia Lorca, die in de Spaanse burgeroorlog door Franco's fascisten
vermoord werd. “Door het regime,” zegt pianist Laurens de Man
enigszins beschroomd in zijn inleidende woorden in de Oosterkerk.
Boven het
tweede deel het de partituur staat een dichtregel van Lorca: “La guitare fait
pleurer les songes” (de gitaar doet dromen huilen). Toen violiste
Ginette Neveu die Poulenc hij bij het componeren in gedachten had,
bij een vliegtuigramp om het leven kwam, herschreef hij vooral het derde deel van sonate. Hij zou zelf nooit tevreden zijn over zijn ode.
De muziek
hield plots op door een mobieltje dat op luidspreker stond op de eerste rij in het publiek. In
verhouding tot de vorige twee alinea's is dat natuurlijk verwaarloosbaar
leed. En ik voel de viool nog strijken. Ik zie nog de blikken van
samenspel bij eerste noten en samenvallende dynamiek. En reed
opgewekt naar huis.
Concert in het kader van Jong Talent uitvoeringen in de Oosterkerk. Zie voor agenda.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten