“Hoi, ik
kom een hekje plaatsen.” De man loopt meteen na deze mededeling met een constructie de
trap op. De kleur verschilt van die van de trapleuning, maar het past
precies.Duiken is voortaan onmogelijk.
Argwanend
en met verbazing kijk ik hem aan. 'Waarom' vragen mijn ogen.
Hij ziet het ook. “U weet toch wel dat er ieder jaar blad in deze plas ... wat zeg ik … in dit ven, valt. Daardoor is hij steeds ondieper geworden en niet langer geschikt voor een duikplank.”
Ik hoor dat hij inconsequent 'hij' als voornaamwoord kiest. Het stemt me gerust. Nog niet is alles verloren. Er kan nog gebaggerd worden en met een slijptol is dat hekje dan een fluitje van een cent. Maar dan moeten we wel snel aan de slag.
“Ja
prima,” zeg ik, “weet u zelf de weg naar de straat terug te
vinden?”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten