Op de heenweg komt er een fietser aan
net als ik uit het tunneltje onder de N208 kom en over wil steken
naar het stoplicht. Hij gaat met enorme vaart, wind achter,
elektromotor en jonge benen. “Je komt van links,” roep ik hem
beheerst en toch geschrokken na.
“Er staan haaientanden op de weg,”
zegt een vrouw die wacht bij het stoplicht. Ik had dus gewoon moeten
wachten. “Ja toen ik het riep dacht ik al: heb ik wel gelijk. Het
was 'n kwestie van eerst boos worden en dan pas denken,” neem ik
mezelf op de korrel.
Ik besluit op de terugweg even te
kijken of ik de witte driehoeken dan wel zie. Zo ga ik met een
boodschappenlijstje weer terug naar huis. Maar eerst een ijsje om
afscheid te nemen van de zomer. Als ik het op heb zie ik een briefje
hangen dat de uitspanning op 1 oktober met winterslaap gaat.
Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier.