Op mijn achtste coronatocht kom ik van alles tegen: (bijzondere) schapen en
lammetjes langs het fietspad, vlinders in kleuren en maten, de half
opgegeten buit van een vis- of zeearend (beide buurtbewoners daar), een
boerenautomatiek met kip, koffie, ijs, uien en eieren (maar waar de
knoflook op was), weinig andere fietsers, schepen en bootjes, tal van
soorten bloemen en vogels (sommige hoor ik alleen), maar als ik een
symbool zou moeten kiezen bij de tochten dan werd het de kwikstaart die
langs het water van het ene basaltblok naar het volgende vliegt en zich
verraadt met een hoge piep.
| | |
|
|
|
|
|
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten