zaterdag 26 december 2020

Boeken in december


Laatst gelezen boek boven.

Wide Sargasso Sea van Jean Rhys is een van de boeken die ik dit jaar las over de Caraïben, plantages en slavernij. Die thema's zijn niet de reden dat ik dit boek van de Goede Sint kreeg. Het boek gaat over een Jamaicaanse vrouw die door haar huwelijk met een benepen Engelsman gek wordt gemaakt. Ze eindigt net zoals de eerste echtgenote van Mr. Rochester uit Jane Eyre op een zolder.

Het is daarmee een roman die vragen stelt bij een personage in een andere roman. Jane Eyre had voor mij een bijzondere betekenis, omdat een opa van me een ontoerekeningsvatbare vrouw had en niet kon trouwen met mijn zwaar gelovige oma (en ze dus 'in zonde' samen moesten leven). Het zou haar haar plek in de kerkelijke gemeente kosten en een leven lang pijn veroorzaken.

Misschien daardoor, of omdat in het boek van Charlotte Brönte, de vrouw als grommend wezen gewoon een gegeven was, had ik me nooit de vraag gesteld waarom die eerste vrouw van Rochester, Bertha, uit het leven was gestoten en woedend opgesloten werd om plaats te maken voor een lieve jonge lerares, Jane Eyre die daarmee sociaal naar een hoger plan werd getild. Het was me zelfs niet opgevallen dat ze een creoolse was, de term voor een kind van blanke en gekleurde ouders. Het feel good sentiment verdrong de narigheid naar het achterplan.

In Wide Sargasso Sea noemt de Engelsman, zonder achternaam zijn vrouw liever Bertha, zo wordt haar identiteit afgenomen en veranderd ze bovendien in een persoon uit een andere roman.

Antoinette is een creoolse en gevormd door het leven als dochter van slavenhouders op een vervallen plantage die de familie moest verlaten na een aanval door voormalige slaven en hun kinderen. Ze werd opgevoed door een moeder die door het leven (ze verloor ook haar zoon bij de aanval) en een weinig inlevende tweede man gek werd. De nonnen namen de opvoeding van Antoinette over. Van haar tweede vader kreeg ze geld en een huis hoog in de bergen. Daar speelt een groot deel van de roman. Bijna alsof het een toneel is voor de strijd tussen de witte Engelsman en de creoolse eiland bewoonster. Het toneel wordt hier wel 180º gedraaid, maar de machtsverhoudingen blijven.

Rhys groeide op op Dominica en werd voor haar opleiding als zestien jarig meisje naar Engeland gestuurd. In 1936, als ze 46 jaar oud is, keert ze voor even terug baar het Caraïbische eiland en vindt de familie bezittingen vervallen terug. Haar levensgeschiedenis, samengevat in een paar wiki lemma's geven aan dat ze weet waarover ze schrijft. Vrolijk is ze er niet van geworden, ook niet van de waardering voor haar schrijven. Dan was ik wel vrolijk gebleven en niet weer gaan schrijven, zei ze tijdens een interview vlak voor haar dood.

Er is een opmerkelijke zijstraat in haar leven. In 1919 trouwt de schrijfster met de Frans-Nederlandse journalist, annex spion, liedjesschrijver en latere verzetsman Willem Johan Marie Lenglet. Het paar scheidde in 1933.

Gekke vrouwen (mannen ook, al worden die minder snel zo genoemd) zijn overal. Maar zijn ze gek of zijn ze gek gemaakt? Zitten ze aan de valium vanwege persoonlijke of sociale problemen? Is wat ze gek maakt het gegeven dat ze als exotische schone uit de eigen omgeving zijn los gewrikt en zich gedwongen moesten aanpassen aan een Westers keurslijf?

De vorm om een roman te baseren op een gegeven uit een andere roman blijft mooi. Ze zorgt ervoor dat je vragen blijft stellen bij wat je leest (al eerder las ik Moussa of de dood van een Arabier van Kamiel Dadoud dat de Vreemdeling van Albert Camus van een extra laag voorzag).

Wide Sargasso Sea is meer dan een bijtende uitbreiding van Jane Eyre. Het is een boek over wisselende identiteiten, koloniale samenleving kort na de afschaffing van de slavernij, superioriteitsgevoel van blanke over zwart en van man over vrouw. (De man wist daarmee ook een deel van zichzelf uit. Heel even lijkt hij dat deel te vinden, maar de vrouw die hem een spiegel voorhoudt, Christophine, wil hij niet serieus nemen.) Het boek tekent de Caraïbische samenleving vanuit een ander perspectief.

De mooie setting wordt wel overschaduwd door de triestheid van het verhaal. De feel good is opgelost in een andere realiteit.

***

REIS BED IJS TIJD TIJD TIJD is een gedichtenbundel van Marjolijn van Heemstra. Een bundel die in september verscheen en in oktober al zijn tweede druk bereikte. Menig dichter haalt dat zelfs na jaren niet. Het gedicht Kras, dat ook op op de achterflap staat, over het - streepje dat een leven tussen twee jaartallen samenvat, is ideaal voor crematies en begrafenissen. En daaraan is in tijden van corona behoefte.

Als motto worden wat regels uit de Mahabharata afgedrukt, samengevat: we leven alsof we nooit zullen sterven. Hoe leef je dan wel in de wetenschap dat het tijdelijk is? Ik heb de vraag nog niet beantwoord of daar is de volgende al. Hoe zou het zijn om omgekeerd te leven, vraagt de dichtster zich af. We doen dat, antwoord ze zichzelf, we drogen langzaam uit onze vorm, tot de toekomst niet meer past. Onsterfelijk zijn we niet, maar we kunnen wel naar de toekomst leven en wat nalaten, voor een volgende lente, als we zelf weer teruggebracht zijn tot wat mineralen of voer voor woelers in de bodem. Dan leven we meteen ook niet meer blindelings de dood in. 

Ik zou wel zo'n de verdrinkingsdood overleefde Pluim willen hebben: “in één nacht beet hij de kelen door van twaalf domme warme muizen, bracht ze reutelend de keuken in.” Gisteren werd ik hier in huis bijna omver gerend door zo'n klein pluizig zoogdiertje, waar ik nog nooit het etiket dom op heb geplakt. Zijn ze dat?

In het gedicht Pluim wordt door een warme domme moeder gezegd dat katten niet weten wat mensen wensen. Heemstra dicht dat het wel eens andersom zou kunnen zijn. Maar zoals een muis niet dom is, weten mensen soms best wel waarom poezen muizen mee naar hun veilige omgeving brengen. Alle warme domme moeders misschien niet. Dat moeders dom kunnen worden genoemd, is wel verfrissend,

De gedichten gaan er veelal over het leven niet van gisteren is. Het is bijvoorbeeld een wonder dat de mens alle natuurgeweld die het tussen hol en huis heeft overleefd; en dat een 2000 jaar oud palmzaad uit Galilea kan ontkiemen in een hedendaags Goddeloos lab. In een gedicht staat “in dit niet zo geile gezwijmel over tijd.” Is dat om je erop te wijzen dat je ook wellustig over tijd kan droomdenken?

Een groot deel van de thema's van de bundel komt terug in het prozagedicht Lichtjaar. Het gaat
via een Joodse mythe over scherven licht die letters werden van zoon naar een blueszanger. Blind Willie Johnson reist in een capsule en in Lichtjaar – alsof tijd en ruimte niet bestaan – ons zonnestelsel uit, het verre donker in. De illustratie op de cover vat de lange tijd dat wij hier zijn ook prachtig samen, al vele manen lang.



 

Bomen zien als de geweien van herten die onder de grond leven, is dat een metafoor voor fantastische verwondering? Van wat nog meer? Wat betekent het? Of hoeft het meer niet te zijn. Kan zo'n beeld ook op zichzelf bestaan, zonder relatie met de tastbare wereld. Het lijkt me wat mager. Tastbaar is wel de beschrijving van het abstracte begrip extase: “het stroomt zo, alles stroomt, en het stroomt maar door en door.” Dan ben ik wel mee. Ook zo bij de matras vol vlekken die een zoekkaart van verlangen is. Heemstra roept hier een lichamelijke werkelijkheid op met billen en borsten, hijgen en smaken bewaart onder een hoeslaken. Daar kwam ook die afwezigheid van geile tijd langs.

De gedichten maken regelmatig kriegel. De dichtster en ik lopen op verschillende sporen; al is het maar omdat veel over het moederschap en (vergankelijkheid van het) vrouwenlichaam gaat. Soms komen ze even samen, zoals in Tijdgeest/Versailles waar ontmoette geschiedenis in poëzie werd gevat, of bij de herinnering aan het stille ijs met de zuurstofblaasjes erin. Telkens gaan we weer een andere richting uit, maar ik ben blij met haar woorden om er even op te kauwen en zo na te denken waar ik zelf sta. Het eens zijn, hetzelfde beleefd hebben, is niet nodig voor waardering.

***

The three kingdoms; The sacred oath (Vol 1) is een lijvige historische roman die vermoedelijk door Luo Guangzhong in de 15e of 16e eeuw is geschreven. Het barst uit zijn voegen door de hoeveelheid personages (bijna 1.000), grotendeels historische levens, aangedikt met mythische (en hier en daar fantastisch) elementen. Op vrijwel iedere pagina wordt ook tenminste iemand gedood (slain), maar soms gaat het ook om hele legeronderdelen, stadsbevolkingen of families die gedood werden. Het verhaal speelt dan ook aan het eind van de Han dynastie: “De periode van de Drie Koninkrijken is een van de bloedigste uit de Chinese geschiedenis,” lees ik op wiki en vast staat dat een groot deel van de Chinezen het leven verloor.

De drie Koninkrijken begint met een door gekonkel en machinaties van raadgevers aan het hof verzwakte keizer. Uiteindelijk zullen de valse raadgevers gedood of verdreven worden. Het herstellen van de orde in de hoofdstad betekent echter vooral dat mandarijnen worden vervangen door militaire leiders die de keizer en zijn familie eveneens kort houden.

Generaals uit andere delen van China bewaken hun eigen invloedssferen en streven naar uitbreiding. Dat gaat gepaard met veldtochten (soms met honderdduizenden manschappen) , achtervolgingen, belegeringen, inundatie, ontsnappingen, intriges en strategische overwegingen en beslissingen, waarbij regelmatig voorbeelden uit eerdere delen van de Chinese geschiedenis (tot duizenden jaren eerder, met naam en toenaam) worden aangehaald om als voorbeeld of richtingwijzer te dienen. Het boek laat je reizen door het China van veldslagen, langs rivieren, gebieden met nauwelijks voedsel voor de soldaten (zodat die moeten overleven door het eten van paarden) en door de geschiedenis.

Als lezer gaat een groot deel van mijn energie op aan het onthouden van wie wie is; welke persoon met welke regionale heerser verbonden is. Voor in het boek staat een lijst met personages waarnaar je terug kan grijpen. Maar aangezien hier een korte levensbeschrijving wordt gegeven, verraden die korte biografieën ook de grote lijn van het verhaal. Mijn oplossing is de de belangrijkste onthouden en de rest de rest laten.

De rol van vrouwen in het boek is zeer beperkt. Ze worden gebruikt om te intrigeren, zoals ook deze regels uit een gedicht onderstrepen (het is me overigens onduidelijk of dit een tekst is uit bronnen voordat De drie koninkrijken werd geschreven):

Just introduce a women,
Conspiracies succeed;
Of soldiers, or their weapons,
There really is no need.


Of ze moeten worden beschermd. Lady Mi (de vrouw van Liu Bei, een edel hoofdkarakter in het boek) merkt ergens op dat aan vrouwen geen raad moet worden gevraagd. Als diezelfde Liu Bei aan het reizen is, zet de gastheer hem vlees voor. De volgende dag ligt de vrouw van de man dood in de keuken zonder arm. Liu Bei, is ondanks al zijn nobelheid, aangenaam verrast door zoveel opofferingsgezindheid; hij moet er van huilen. Keizerin Lu, de vrouw Liu Bang van de stichter van de Han dynastie, wilde blijven regeren toen haar man was gestorven. Het leidde tot wanorde, omdat haar broers het land in chaos storten. Zo komt ook bij een voorbeeld uit de geschiedenis de vrouw er slecht vanaf bij Luo Guanzhong. (Er zijn in de Chinese geschiedenis ook vrouwelijke leiders te vinden die wel succesvol waren.)

Het fragment over keizerin Lu komt uit een aanklacht tegen Cao Cao, de generaal die de hoofdstad in handen heeft en zich ontwikkelt tot de machtigste man in de nadagen van het Han-rijk. Die brief is een stap voor stap en eloquent geschreven aanklacht om hem vervolgens de oorlog te kunnen verklaren. Het epistel eindigt met de opmerking dat wie het hoofd van Cao Cao brengt in de adelstand zal worden verheven en heeft de bedoeling om aan iedereen duidelijk te maken dat het land in groot gevaar is. Er is alom waardering voor de schrijver ervan, Chen Lin, die later naar Cao Cao zal overlopen. Adviseurs en denkers zijn voor de machthebbers even belangrijk als legers. Regelmatig worden maatregelen genoemd, waardoor ze zonder vrees onafhankelijk kunnen blijven denken en adviseren, maar minstens even vaak kost een onwelgevallig advies ze de kop.

Het in de wind slaan van goede raad leidt tot verlies. Luisteren naar alle adviezen kan tot inactiviteit leiden, zeker als de laatste woorden steeds de belangrijkste lijken (zoals bij de heerser over de Noordelijke districten, Juan Zhao, het geval is). Bondgenoten worden vijanden. Er is sprake van slijmen en lijmen, van verdeel en heers. Machtige partijen worden verleid om te strijden tegen zwakke of sterke tegenstanders van de partij die daar garen bij spint of daar, al dan niet terecht, van uitgaat.Het verhaal verscheen in het begin van de 16e eeuw in druk, maar circuleerde vermoedelijk al vanaf 1494. Je kan het dan ook moeilijk een Machiavellistische roman noemen. De heerser verscheen in 1515, maar strategie, gekonkel, en intrige zijn hier eveneens gericht op macht.

Het verhaal leest verre van makkelijk door de hoeveelheid plots, maar tegelijkertijd is dat ook de aantrekkingskracht. Je wordt steeds weer naar de volgende wending gezogen. Ieder hoofdstuk sluit af met een cliffhanger, zodat je weet wat er nog komen gaat (de hoofdstukindeling is een aanpassing uit de jaren zestig van de 17e eeuw). Na dit eerste deel, zullen er nog twee komen:

Of Cao Cao zijn opmars kan voortzetten zal blijken in deel 2 van De drie Koninkrijken.

The three kingdoms; The sacred oath (Vol 1)
The three kingdoms; The sleeping dragon (Vol 2)
Thethree kingdoms; Welcome the tiger (Vol 3)

***

War in the age of Trump; the defeat of ISIS, the fall of Kurds, the Conflict with Iran door Patrick Cockburn bestrijkt de periode 2016-2019 om de oorlogen in Irak en Syrië te beschrijven. Artikelen, dagboeken en aantekeningen geschreven als de gebeurtenissen zich ontvouwden en anderzijds terugblikkende gedachten en analyses vormen de inhoud ervan. Deze benadering is bedoeld om de levendigheid van ooggetuigenverslagen te bewaren, maar ook een bredere bedding te geven aan de ontwikkelingen in dit deel van het Midden Oosten.

In de inleiding noemt de schrijver de visies van de mensen die hij spreekt in de landen met denken scherper of in ieder geval anders dan het zijne. Er komen dan ook veel mensen aan het woord.

Gelukkig zijn er ook journalisten als Cockburn die de boosheid over dergelijke woorden schragen en zorgen dat de kritiek gedeeld wordt, zodat je meer weet en niet alleen staat.Voor de hele bespreking zie Broekstukken.


Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf 31 januari 2018, op de laatste dag van de maand, zet ik kort (het moet het lezen zelf niet in de weg staan) op een rijtje wat ik las. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken.


woensdag 23 december 2020

Woelige baren



Gisteren voer een Chinees vliegdekschip door de straat van Taiwan, die tussen de eiland staat en China loopt. Het was een reactie op een Amerikaanse destroyer die er eerder voer. Taiwan stuurde acht vliegtuigen en zes marineschepen om het vliegdekschip te schaduwen.

In 2002 beloofde Bush jr. Taiwan onderzeeboten die de Verenigde Staten niet kunnen bouwen. De VS ging op zoek naar de nodige technologie en er was sprake van een Nederlands ontwerp (Moray/Moeraal) gebruikt zou worden. Het is er nooit van gekomen.

Nederland, onderzeeboten en Taiwan ze hebben veel met elkaar te maken. Taiwan heeft vier onderzeeërs en de twee nieuwste daarvan zijn Nederlands. Toch worden de woorden maar zelden in één adem genoemd.

Gisteren maakte ik een grafiek om aan te geven dat Nederland tussen oktober dit jaar en januari 2004, en dus sinds de woorden van Bush voor een half miljard euro aan onderzeebootonderdelen aan Taiwan verkocht (de gebruikte gegevens zijn er pas sinds 2004). Je leest hier nooit over. Niet in de Nederlandse en niet in de internationale pers.

Vorige maand is Taiwan begonnen met het zelf bouwen van onderzeeboten. Verwacht wordt dat de eerste in de vaart kan worden genomen in 2025. Het is de vraag waar alle benodigde technologie vandaan komt. Gezien de al sinds de jaren tachtig bestaande band tussen Nederland en de Taiwanese onderzeebootvloot zou het zomaar kunnen dat al geleverde of nog te leveren technologie een nieuwe bestemming krijgt.

Onlangs begonnen VVD en D66 al te morrelen aan de al vier decennia bestaande terughoudendheid bij wapenleveranties aan Taiwan. De confrontatie tussen de VS en China, zal zeker zijn uitwerking hebben op de defensie-industriële oeverwegingen en strategie in Nederland. Meewerken aan de bewapeningswedloop leidt zeker niet tot een kalmere zee.

1)  'U.S. committed to Taiwan submarines sale, says report,' DPA (english) 6 april 2002.

***

Vandaag geen woorden bij mijn foto's. Niet dat het de laatste keer dit jaar is dat ik naar zee fiets om te zwemmen. Niet over dat het al weer lichter wordt. Helemaal niets. (O ja, misschien dan dat de muis op de foto – of zijn broer of zus, vader of moeder – vanmorgen gevangen was en buiten weer vrijgelaten.)

***

Een bewerkte traditional uit de Nederlandse canon. Niet langer zijn het arme konijn en de domme vader het slachtoffer. Al ben ik van dat tweede niet zeker. 























Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Steeds vaker schrijf ik mijn tekst (gedeeltelijk) al voor die tocht en voeg er achteraf nog wat zinnen en/of gedachten aan toe.


zaterdag 19 december 2020

Discipline

Als je in de winter thuis naast de amaryllis zit dan is het soms moeilijk om weg te komen. De winter en de kou in, bah. Nu ja winter en kou ... er waren heel wat fietsers met blote benen (en ook mannen ingepakt alsof ze de Noordpool gingen bedwingen).


Ik ga wel in de richting van Den Haag,” zei ik toen ik aangespoord werd om te vertrekken. En dat werd het, bijna Scheveningen. Bij Wassenaarse Slag weer terug naar huis via de Westeinderplassen. Een beetje discipline levert ook wat moois op.

woensdag 16 december 2020

Waarden












Een leven lang maak ik me al druk om wapenleveranties naar Turkije. Maandag reed ik nog over het terrein van Eurometaal in Zaandam, een munitie fabriek die in 2002 zijn poorten moest sluiten. Nu zitten er meer of minder hippe bedrijven. Het ziet er gecontroleerd vervallen industrieel uit.

Mij schieten als ik er overheen rijdt de begrippen 'donkey pallets' en 'M-483A1' clustermunitie in het hoofd. Beide werden door Eurometaal gemaakt met als bestemming Turkije, waar dan al een vernietigende oorlog tegen de Koerden gaande is (ik noem het kort in een boekbespreking die vandaag bij Konfrontatie verschijnt.) Bij AMOK waar ik destijds actief was, werd gepoogd – in samenwerking met de Duitse zusterorganisatie BUKO – zoveel mogelijk over de deal bovenwater te krijgen.

Vandaag kom ik een artikel tegen over sancties tegen Turkije vanuit de Verenigde Staten. Volgens de auteur hebben ze niet veel om het lijf. Het gaat om nieuwe projecten niet om al lopende. Toch noemt hij dat F-16 moderniseringen niet door kunnen gaan en een levering door de Turkse defensie-industrie van gevechtshelikopters aan Pakistan ook al smoort nog voor ze begonnen is. Bovendien staat de levering van marineschepen aan Pakistan op het spel. Bovenal is Turkije uit het F-35 gevechtsvliegtuigproject gezet. Noem het maar niets. Het doorgaans goed geïnformeerde IntelliNews (161220) stelt dan ook juist het tegenovergestelde: Turkse wapen aankopen zullen 'reële schade' oplopen door VS-sancties. Het voert daarbij aan dat:

“Hoewel Turkije ambitieuze plannen heeft om zelfredzaam te worden in de wapenproductie, blijft de productie van militaire hardware sterk afhankelijk van componenten die onder licenties westerse militaire bedrijven vallen.”

Wat mij opvalt is dat Turkije met zijn steun aan Islamistische terroristen in Syrië en ethnische zuiveringen, dat delen van steden in Koerdistan in puin schoot, het wapenembargo tegen Libië schendt, ruzie zoekt met buur Griekenland, Azerbeidzjan van wapens voorzag in de oorlog tegen Armenië, grootmacht aspiraties heeft en dat geleid wordt door een van het paadje geraakte autoritaire leider, de sancties slechts opgelegd krijgt, omdat het Russische luchtverdedigingsraketten koopt, wat niet in het belang van de Verenigde Staten en de NAVO is (maar dat schreef ik 1 ½ jaar geleden ook. Het is er intussen niet beter op geworden.) Machtspolitiek is belangrijker dan dat waarden zijn, zo lijkt het.

Overigens kan de EU de gelederen niet gesloten krijgen. Duitsland, Spanje en Italië zijn allen tegen verdergaande sancties in EU-verband. Zoals bijna altijd overvleugelen nationale belangen zaken de politiek van de Unie, aldus een artikel waar in de vraag gesteld wordt waarom de EU geen andere maatregelen ten opzichte van Turkije neemt (klem gezet door vluchtelingendeal en de strategische NAVO-belangen vallen buiten het bestek van de schrijver.)

***

Voor het eerst sinds lang zijn alle fietspaden richting strand weer open en hoef ik niet om te rijden.

In de duinen heerst lockdown-drukte. Als ik op mijn bankje onder het duin dit stukje schrijf, komen legio mensen voorbij. Ook hoor ik een graafmachine, motorzaag en de portieren van de auto van de boswachter. Boven alles uit klinkt de gulle lach van een wandelaar.


***

Iedere keer verbaast het me weer hoeveel mooie en voor mij onbekende muziek er is. Je hoeft niet eens ver te zoeken om het te vinden. Dit komt uit Brussel. Alleen om al om de hoes van Modern Tales door Brussels Vocal Project zou je het mooi vinden. Een luchtfoto van kneuterige tuintjes, ieder met zijn eigen schutting en eigen tegelvloertje. Maar luister vooral ook!
























Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Steeds vaker schrijf ik mijn tekst (gedeeltelijk) al voor die tocht en voeg er achteraf nog wat zinnen en/of gedachten aan toe.


maandag 14 december 2020

Alles gehad



Het is avond. De dame van de receptie belt.“Bent U wel gearriveerd,” vraagt ze. 


“Ja hoor, we zijn vanmiddag al aangekomen,” is het antwoord. 


“Maar u bent niet geregistreerd,” zegt ze verbaasd. Ons was per brief aangegeven dat melden niet nodig was. 


Het lampje gaat snel branden. “We zijn niet met de auto,” geven we als verklaring. 


De een op de fiets van huis, de ander huurde een e-bike een dorp verderop bij het station. Zo vallen we buiten het vakantiepark-U-bent-Gezien-systeem. Dat verblijdt en maakt wat triest tegelijkertijd.

***

Drie, bijna vier, dagen lang rollen de golven naar zee. Mist, regen, wind en zon, vier stranden, alles gehad.







woensdag 9 december 2020

Zn. Ms. Nawal El Saadawi



GroenLinks wil dat marineschepen vaker de namen van stoere vrouwen krijgen. Het is een bericht dat vrijwel alle Nederlandse kranten haalde. Nu is het doorgaans de naam van een admiraal (en een enkele zeeheld), stad, hemellichamen (Mercuur, Poolster en Zuiderkruis) of voor de laatste Nederlandse onderzeeboten de naam van een zeezoogdier.

Zelf vind ik de naam Van Speyk nogal ergerlijk. Ik maakte er zelfs wel eens een gedichtje over. Maar ik begrijp niet zo goed waarom de politieke partij met dit voorstel kwam. Wat voegt het toe aan de emancipatie van vrouwen wanneer staal volgestouwd met wapens en militaire technologie een vrouwennaam krijgt?

Staatssecretaris voor Defensie Barbara Visser vond het een goed voorstel. Het Nederlands Dagblad kwam afgelopen maandag met een artikel over het idee. De krant haalde boven dat er ooit een marineschip met de naam Kenau Simonsdochter Hasselaer in de vaart was.

De namen van marineschepen zijn een hot topic in de Amerikaanse politiek. Ze zorgen ervoor dat de marine in beeld komt. Dat voordeel snap ik, zeker in een land als Nederland dat zijn krijgsmacht niet gevuld krijgt met voldoende personeel. Maar wat dit met een progressieve feministische politiek (die ik van GroenLinks verwacht) te maken heeft?

Mijn verwachting is naïef. In het laatste artikel wat ik over de marine en GroenLinks vind, uit oktober, stelt Tom van den Nieuwenhuijzen (die ook met het stoere vrouwen voorstel kwam), dat bij Defensie nadruk moet liggen op een geavanceerde hoogtechnologische marine, de cybermacht en een ondersteunende luchtmacht in nauwe samenwerking binnen EU.

Een marineschip met of zonder raketschildtechnologie, met of zonder onderzeeboten, met of zonder interventies in conflicten en oorlogen ver weg, met of zonder samenwerking met landen waar je liever niet mee samenwerkt dat zijn de wezenlijke vragen, lijkt me. Die vrouwennamen doet de VVD wel.

De leden van de GroenLinks fractie hadden bedenkingenbij leveringen van maritieme wapentechnologie aan Egypte. Dat spreekt dan wel weer aan. Een Zn. Ms. Nawal El Saadawi als verkoopstunt zal er wat hem betreft dan ook niet komen. Maar de vraag is wel hoe zijn kritische standpunt zich verhoudt tot zijn inzet voor hoogwaardige militair maritieme technologie anderzijds? Dat lijkt problematisch. Immers geen betaalbare productie zonder export. Bij vredespolitiek draait het niet om vrouwennamen voor wapens.

***

Je hebt van die dagen dan is het buiten 0ºC en in hoofd niet veel warmer. Trapte toch door de lichte mist naar zee. Daar weigerde dan ook nog mijn toestel te zoomen. Maar ik vond wel mijn verloren handschoen weer terug.
 
Op de terugweg was het een graad warmer. Langs mijn foto gefietst in de kunstetalage. Hij hing er mooi bij. Op Facebook kan je ze allemaal zien. De winnaar, maar ook alle anderen.


***

In the film A Punk Paradise zit een hele zwik knetterharde en ongecompliceerde punkmuziek, daarnaast ook hele lieve punk met ukelele en muziek van de Dayaks die eenprominente rol in de film spelen. De meeste liedjes komen echter van de plaat Wanci van Tarawangsawelas, een duo uit Bandung. Hier de track ada (er is).























Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Steeds vaker schrijf ik mijn tekst (gedeeltelijk) al voor die tocht en voeg er achteraf nog wat zinnen en/of gedachten aan toe.


woensdag 2 december 2020

Trap voor trap


Het VRT-programma Alleen Elvis blijft bestaan  lijkt qua vorm op het Nederlandse Zomergasten. Het is wat korter en wordt uitgezonden in de herfst. Ik kijk graag. Er komen dit jaar nog twee uitzendingen.

De laatste was met christen-democratisch politica Wivina De Meester. Ze kwam over als een georganiseerde en niet onredelijke denker, met hart voor mensen.

Een deel van haar familie woont in Singapore. Reden dat ze een fragment koos waarop Lee Kuan Yew emotioneel zijn teleurstelling laat zien als in 1965 Maleisië en Singapore geen eenheid gaan vormen. (Lee is decennia lang de sterke man van het land geweest.)



Er ontspint een gesprek over politieke vrijheid in Singapore. Presentator Thomas Vanderveken is doorgaans de vriendelijkheid zelf, maar betrapt zich er nu op dat hij in een politieke discussie verzeild is geraakt.

Hij stelt dat Singapore onvrij is en een partij de macht heeft. Het land is goed georganiseerd en rijk weet De Meester te vertellen en er is niets te klagen. Dus zo belangrijk is dat niet.

Bij mij schiet de naam Paul Lim in het hoofd. In de jaren negentig was hij medewerker van Wilfried Telkämper van de Groene fractie in het Europees Parlement. Hij kon met de onvrijheid in de Stadstaat niet leven. Hij schreef een hoofdstuk voor een boekje dat ik samenstelde.

Ook over de verdeling van de rijkdom valt wel het een en ander te zeggen. In Singapore is 43% van de gezinnen afhankelijk van steun door de overheid en onder ouderen is een enorme toename van de armoede. Misschien nog wat cijferwerk te doen voor De Meester, voormalig Minister van Financiën van België en ook van Vlaanderen.


***

Vanmorgen las ik Zandkastelen uit 2014. Het zijn veelal korte stukjes waarin ik me verwonder over politiek, emoties en natuur; teksten op de cm². Zes jaar later verbaast het me dat ik ze geschreven heb. Misschien dat ik daardoor eens stopte voor de smienten in de sloot achter het gemaal. Ze fluiten me al weken tegemoet.

***

Ja ik doe dit maar. Niet bij gebrek aan beter, maar het is zo bekend, zo gewoon en er is andere, bijzonderder, muziek. Maar step by step is toch wel een mooie titel voor een politiek lied.

Stap voor stap kan zelfs de langste weg afgelegd worden. Kleine dingen kunnen ook het verschil maken.

Een jonge quaker demonstreert in de jaren vijftig - van de vorige eeuw met een bord voor vrede. “Denk je dat dit de wereld verandert,” vraagt een voorbijganger. “Nee,” zegt de quaker, “maar ik wil ook niet dat de wereld mij verandert.”



 

 

x

 

 

 



Iedere woensdagmiddag fiets ik naar het strand, neem een duik en fiets weer terug. Op Facebook plaats ik later vrijwel altijd een aantal foto's. Eén of meer daarvan plaats ik hier. Steeds vaker schrijf ik mijn tekst (gedeeltelijk) al voor die tocht en voeg er achteraf nog wat zinnen en/of gedachten aan toe.