Rode Schoentjes, heet de verhalenbundel van Anna Zonová. Het is de meest recente uitgave in de reeks Moldaviet met 31 vertaalde Tsjechische literaire werken door uitgever Voetnoot. De reeks geeft toegang tot een dertigtal schrijvers in een taal die alleen al door de schrifttekens afstand schept. De vijf betrokken vertalers geven er in een nawoord context bij. In dit boek daarin informatie over schrijfster en geschiedenis. Ook wordt vermeld dat de oorspronkelijke bundel zeventien verhalen telde (deze Nederlandse uitgave zeven). Op welke grond is geselecteerd, wordt niet vermeld.
Anna Zonová
Anna Zonová is opgegroeid in Sudetenland. Haar ouders migreerden daar in de jaren vijftig heen. Het gebied werd tot 1945 bewoond door zo'n drie miljoen etnische Duitsers die er vanaf de elfde eeuw waren komen wonen; ze vormden een derde van de totale bevolking. In de jaren dertig werden ze pionnen op Hitlers schaakbord; de spanningen tussen Sudeten-Duitsers en Tsjechen greep hij aan om het gebied bij Duitsland te voegen. De geschiedenis is bekend. Echter na de oorlog werd het grootste deel van hen gewelddadig verdreven en hun bezittingen geconfisqueerd en dat is minder doorgedrongen. Tsjechië begon met herbevolking om de landbouw en industrie weer opgang te brengen, waardoor een binnenlandse migratiestroom ontstond. “Tot op de dag van vandaag is de verdrijving van de Sudeten-Duitsers in Tsjechië een open wond, waarmee uiterst omzichtig wordt omgesprongen,” noteren de vertalers. De familie van de schrijfster is zelf geëmigreerd naar Sudetenland. Ze heeft een Roetheense achtergrond, een minderheid in het voormalige Tsjecho-Slowakije (de Roethenen zijn verdeeld over Slowakije, Polen, Oekraïne en Hongarije).
Omzichtig
boven spitten
Het
is de omzichtigheid waar Zonová haar verhalen omheen schrijft. In
Edita
spreken de hoofdpersone, een Tsjechische en een Duitse afkomstig uit
Sudetenland wel over de oorlog als die ter sprake komt. Maar het gaat dan
vooral over de bijkomstigheden, zoals het eten, de feestdagen en
gezondheidsperikelen binnen de familie. Het gaat niet over broer
Ernie in wehrmacht-uniform Ondertussen is de moeder van de
vertelster minder blij met het contact. Dat wordt zeker zo als ze er
achter komt dat de broer van Edita de bruut was die haar leven
voorgoed overhoop heeft geschopt. Edita zorgde haar leven lang voor
Ernie. Bezoekt na zijn dood zijn graf en zorgt dat alles begraven
blijft. Van onder het voorzichtige gesprek komt echter een vreselijke
waarheid naar boven. Een verhaal dat je niet weg kan stoppen.
Net anders
Het
gaat niet alleen om de geschiedenis. Er worden meer schurende
verhalen verteld. Geen melkmeid meer
gaat over een man die vrouw is geweest. Tijdens de administratieve
afwikkeling wordt het persoonsnummer de 5 in een 0 gewijzigd, dat
is de essentie van de aanpassing. Maar naast die cijfers zijn er
zaken die minder duidelijk zijn. Tijdens zijn trouwen denkt hij aan
niet aan zijn Yvonne, maar aan de mooiere vrouwelijke ambtenaar die
haar tas omkeerde, omdat ze haar sleutels kwijt was. “In
uw rechterhand,” zei de
transseksueel. Die gedachte is een voorbeeld van een niemendal met
betekenis, zoals er veel in de verhalen zitten. Het kan ook gaan over
de moeder die zich er niet bij neer wil leggen dat haar kind zwaar
gehandicapt is. Ze koopt de Rode
schoentjes uit de titel voor haar
verlamde zoon.
Lam en zwijn
In Het
lam wordt de ram, die om sentimentele
redenen mag blijven leven, omgebracht door de waardeloze man Josef
die het dier verschroot eten voert zodat het dier crepeert. Josef is
rancuneus en wil terug naar waar hij vandaan komt, omdat hij niet in
armoede wil leven en doodgaan. “Alsof
die Roetheense armoe van hem dragelijker was,”
denkt de vertellende vrouw. De man kiepert intussen nog wat biertjes
naar binnen. Of er zijn de woonwagenbewoners uit De
brievenbus die vertrekken voor “een
paar maanden schijnvrijheid on the
road.” De vertellende vrouw zelf komt uit een nomadenfamilie die
het trekken opgaf, zoals verordonneerd. “Zwijnen,
echte zwijnen zijn jullie,” zei het
mens van de gemeente die dat proces begeleidde. “Wij
zeggen bal'ičo voor zwijn,” denkt de
vertelster, maar “volgens mij is dat
bal'ičo hier niet de hoofdzaak.” Het
is een fijnzinnige uitspraak die
ontmenselijking van de woonwagenbewoners fileert en pareert. Die
scherpte maakt de vrouw niet minder alleen. (Overigens kan ik het
niet uitstaan dat ik niet kan vinden uit welke taal het woord bal'ičo
komt. De vertaalster meldt me dat het Romani is.)
Pareltjes
Het kan
ook gaan over de vrouw die voor alles wat er in het leven van haar
vader misging hem excuses aanbood alsof het haar schuld was. Tussen
de regels door zegt ze wel dat híj het iedere keer opgaf en al jaren
voor zijn dood gestorven was. Op zijn sterfbed neemt hij haar niet
waar, maar dat was altijd al zo geweest, zo klinkt het treurig. En
passant komt in dit verhaal de geschiedenis van Tsjecho-Slowakije uit
de vorige eeuw voorbij. Daarnaast ook pareltjes van opmerkingen,
bijvoorbeeld over een relatie met een hartstochtelijke man die haar
zelfs telkens weer tussen de tenen kuste, tot hij droogjes vertrok.
Of dat niemand zich voor de Russische invasie heeft uitgesproken. Wat
betekende: “Niemand was verantwoordelijk.”
Misselijk
Het slotverhaal Sudeten
piëta wordt door de vertalers uitgebreid besproken in het
nawoord. Als de verteller van het verhaal “mededelingen doet
over hoe het is en hoe het was, wordt het al gauw kubistisch. Zoals
Picasso bij een geportretteerde neus verdubbelt, zo vermeerdert
Zonová de elkaar kruisende zichtlijnen in een poging de nooit
eenduidige realiteit zo dicht mogelijk op de huid te zitten. Anna
Zonová heeft geen boodschap aan de literaire traditie die de lezer
bij de hand neemt en de lezer een illusie van een samenhangende
werkelijkheid voorschotelt. Met kale zinnen noodt ze de lezer dichter
bij een mogelijke realiteit te komen. 'Alles' zal die lezer echter
nooit te weten komen.” Zelf haal ik prachtige zinnen uit het
verhaal, zoals de negenjarige jongen die na teveel drank denkt dat
het wezen van volwassenheid is: “Misselijk tot je er bij
neervalt.”
Zenuwen
Wrang,
met oog voor de randen van de maatschappij en voor de slordigheid van
de mens in zijn dagelijkse handelen, zo zou ik de verhalen willen
samenvatten. Ze zijn niettemin prettig om te lezen, juist omdat er
vreemde sprongen in gemaakt worden en niet altijd de geldende logica
voor het vertellen wordt gevolgd, zoals mensen soms – of sommigen
altijd – van de hak op de tak kunnen springen en zinnen niet
afmaken. Ik heb de verhalen met een soort schrijnend plezier gelezen.
In Edita wordt gemeld dat de vingertoppen vol zitten met
zenuwuiteinden. “Op twee millimeter huid van je vingerkussentjes
zitten er zevenhonderd,” zodat je veel kan voelen, maar je
moet ze wel durven gebruiken. Dat doet Zanová.
Volgende bespreking onder foto.
De morgen loeit weer aan van Tip Marugg is geschreven in nachten waar de combinatie bier en whisky het hoofd helder maakten. Je zou Marugg de V. Jerofejev van het Nederlandse taalgebied kunnen noemen. Drank is voor hem “de grote heelmeester; de bedrieglijke kwakzalver.” Toch heeft de Antilliaanse schrijver een heel wat betere status en leefde hij tot op 82-jarige leeftijd, dertig jaar langer dan zijn Russische collega. Marugg was een georganiseerd en systematisch drinker. Het zou een miskleun zijn de roman slechts als een in drank gedrenkt boek te zien.
Kort na verschijnen las ik het al eens. De titel met zijn bezwerende kracht verwierf zich een plekje in mijn hoofd. De hele zin waaruit hij kwam in het boek zat daar niet: “De morgen loeit weer aan en is niet te vertrouwen.” Het is de nacht waarin geleefd wordt en niet de dag.
Genadeloze
Naast
de titel zat ook de observatie in nachtelijke omstandigheden van
vogels nog in mijn hoofd als centraal deel van de roman. Wel een
tikje anders dan in het boek. Vreemd hoe een verhaal zijn eigen leven
kan gaan leven in je brein. Een deel van die vogels vloog zich in de
ochtend te pletter tegen de rotsen van de zuidhelling van de Grote
Berg. Net als het pistool op het nachtkastje een verwijzing naar een
zelfverkozen dood. In de werkelijkheid van vandaag is de berg een plek
geworden voor appartementen en een minimarkt. In de roman speelt er
het genadeloze van de dag, een thema dat steeds terugkeert in zijn
werk.
Fles en pen
Marugg is een sombermans, een zwartkijker, die zich verdooft met
drank. Maar niet altijd. In het volgende fragment komt hij met niet
alcoholische remedies tegen teveel narigheid. Want naast de fles is
de pen een wapen om een te overheersende zwartgalligheid op afstand
te houden:
“Eén grote chaos deze planeet. Joden
vermoorden Mohammedanen, katholieken blazen protestanten op en de man
in het Witte Huis die de filmrol van de president van de Verenigde
Staten vervult stuurt steevast aan op confrontatie met de Russen.
Leugens en calomnieën [roddels], bijbel- en geschiedvervalsingen
hebben de wereld onverstaanbaar gemaakt en men vraagt zich af of er
nog enige mogelijkheid bestaat om uit te stijgen boven de
mengelklomp. En zie. Plots zingt het vogelijn en is er een kleine
daad in een vergeten hoek van de aardbol die ons sterkt, omdat zij de
dingen weer binnen hun eigen grenzen doet vallen: mijn gedicht in de
stinkende schoen van een gek.”
Hij combineert de verwondering over de natuur, het “kijken met
kinderogen,” met de invloed van drank om te genieten van een
plant, steen of dier “en de dingen opnieuw zien en beneveld
hopen op een wonderbaarlijke redding.” Er is een enorm
terug verlangen naar de jeugd.
Aanklacht
De gek uit het voorgaande citaat is zijn
buurman, de raaskallende Eugenio, die een gedicht van de schrijver
mooi vindt. Hij haalt het uit zijn laars, die vol zit met opgevouwen
papiertjes, en leest het voor. Het is een gedicht over Lilith. Waarom vind je het
prachtig, vraagt de schrijver. Eugenio vindt het een stomme vraag.
“Een gedicht vind je prachtig omdat je het prachtig vindt.”
Over gedichten geen discussie. Zelf heb ik ook net een
gedicht gelezen over .. ja waarover eigenlijk, het onthand zijn,
verlaten, het alleen achterblijven. Dat ik mooi vindt maar waarvan ik
niet precies uit kan leggen waarom, en ben het met de doorgedraaide
onderwijzer eens. Het is mooi omdat het een gevoel verwoordt, zoekt
naar wat het is en hoe het is, de persoon die het betreft overstijgt.
Aan de gedichten van Marugg ben ik nog niet toegekomen, maar De
Lilith - opgedragen aan Boeli - pak ik alvast uit:
De Lilith
in haar
eeuwige wake paart zij
met pindaspinnen en schorpioenen
teelt demonen in het
ontzettende puin
van wat een arduinen landhuis was
waarin een krijtwitte man
negerinnen gulzig ontmaagde
naakt en kleum ligt zij
bij
magere langwerpige katten
en niemand windt een lijnwaad
om het
lichaam van de eerste vrouw
Een niet mis te verstane
aanklacht in het Nederlands, terwijl veel van zijn gedichten in het
Papiamento zijn geschreven, een visie van de man die zelf als jongen eeb poosje in een
landhuis leefde en tijdens het grootste deel van zijn leven in een
huis op het voormalige landgoed Pannekoek, zo'n dertig kilometer van
het centrum van Willemstad. De warrige buurman had niet zomaar een
gedicht uitgezocht.
Reis
Het niet stilstaande hoofd van de man die drinkt voor zijn huis
brengt je langs tal van volksverhalen, bijgeloof, ideeën van Curçao en uit Zuid-Amerika. Eén verhaal draait om een antropoloog die op zijn reizen
ballen meeneemt om uit te delen aan de kinderen die hij ontmoet. Bij
het begin van Pauchua rivier hebben de kinderen geen ervaringen met
ballen. Ze weten niet wat voetballen is en geven de bal terug. Het is
jammer dat die geografische locatie niet te vinden is (want die van
de rivier vlak bij Mexico-Stad zal het niet zijn), want het maakt dit
prachtige voorbeeld van aangeleerd jongensgedrag te fictief.
Willemstad 1969
In de
bespreking van In de straten van Tepalka noem ik de afstandelijke
beschrijving al van de opstand op Curaçao in De morgen. Nu
lees ik weer hoe hij tijdens het vrijen in een onhandig schommelende
hangmat de sirenes hoort en de branden ruikt. Zijn lief van het
moment adviseert hem de nacht bij haar te blijven, want: “Met je
bleke smoelwerk van blanke protestant loop je grote kans gelyncht
worden als je je op straat begeeft.” In een lange ijldroom aan
het slot van het boek komt de politieke realiteit van het continent
vreselijk en beeldend naar voren, van afstandelijkheid is minder
sprake dan ik eerder schreef.
Dat het boek me altijd
bijgebleven is, verbaast niet. Het magisch realisme van
Latijns-Amerika, maar dan in de eigen taal geschreven, is indringend.
Niet alleen door de eruptie van het Zuid-Amerika uit de jaren
tachtig, maar ook door de enorme niet aan natuurwetten gebonden
verbeelding, waar een heel continent opgevouwen en uitgeleefd wordt
als opmaat naar het laatste fatale einde, wat juist door die pen
uitgesteld wordt.
Volgende bespreking onder foto.
Bilzenkruid |
Laatst gelezen boek boven.
Bij het lezen van Russische roman van Meir Shalev moet ik denken aan de boeken van Karl May waarin opvallende types in een nieuw land de wegen verkennen, de bruikbaarheid testen, en avonturen beleven. Hier draait het om pioniers die begin 20ste eeuw een dorp opzetten in de Jizreëlvallei in Palestina.
De vier oorspronkelijk oprichters zijn drie mannen en een vouw die alles delen. De vrouw trouwt willekeurig met een van hen en dat is geen succes. Het is slechts een van de absurditeiten van het boek. Een zoon draagt een stier van 1200 kg op zijn nek. Een vouw springt zes meter naar beneden in de armen van haar toekomstige man, nadat die langs haar benen onder haar rok kon kijken. Die man draait ook platen van Mahler om de melkgifte van de koeien te vergroten. Een Rus is eeuwig op weg naar Palestina. Een jeugdliefde overleeft vele decennia door luchtpostbrieven. Een jonge man roept na een nachtelijk avontuur op de watertoren wie hij neukte. Een militant dorpsbewoner verliest zich in zijn ondergrondse wapenopslagplaats. De begrafenisondernemer is een enorm sterk. De ene persoon is nog kleurrijker dan de ander. Het ene verhaal nog sterker dan het andere, maar ook mooi.
Ook hier gaat het om de eerste pioniers, opvallende mensen die van een ander continent komen, om een nieuw bestaan op te bouwen in een al bewoonde omgeving, die ze kopen en waar ze de moerassen droogleggen. Maar wat opvalt in het boek van Shalev is dat terwijl er in de boeken van Karl May prominent Indianen voorkomen, er hier amper Arabieren zijn. De Engelse militairen zijn meer aanwezig. De Arabische inwoners worden wel eens genoemd als bandieten, mensen die samen met hun vee met zwepen van de velden moeten worden verdreven, of zelfs als terroristen die een bom bij een huis naar binnen gooien. Alleen al de ezel Zajtser, de uitmuntende werker al vanaf het begin van hun aanwezigheid in het land, krijgt meer aandacht dan zij. Zou dat hier ook zo zijn in dorpen zonder industrie? Leeft men daar nog steeds in de wereld waar voor iedereen een Nederlands spoor in een verborgen verleden ligt? Hoeveel Polen komen voor in de Nederlandse literatuur? Wat begon als een ongemakkelijkheid tijdens het lezen wordt zo een spiegel.
De vergelijking met de verhalen van Old Shaterhand en Winnetoe doet geen recht aan schrijver Shalev. Die weet een absurdistisch en humorvol vlechtwerk te maken waar ook de natuur, landbouw technieken, verhalen uit Rusland, het begin van het zionisme en mensenlevens worden geschetst met een lenigheid zoals die van de slangenvrouw uit het circus. Er zijn vooruit en terugblikken. Shalvev is een magiër met tekst. Uit de luchtpostbrieven die twee maal per jaar arriveren uit de Oekraïne wordt niet geciteerd, ze hangen slechts verstikkend boven een relatie. Wel zijn er kort briefjes die overal in grootvaders' huis slingeren met een observatie of spitsvondigheid. Nee ik lees hem niet meer, dacht ik al kort na het begin vanwege het ontbreken van een deel van de geschiedenis. Maar dat is nonsens. Hij is zo meeslepend dat hij dat warse heeft weggepoetst. Het zou jammer zijn deze mooie boeken te laten staan. Hoewel Russische roman sterk doet denken aan Fontanel, zou ik het boek zo weer willen herlezen, zo rijk is het.
Het dorp leeft in onmin met de kibboets een stukje verderop. Uit de
wijngaard van die kibboets rooft een van de oprichters van het dorp
met een list zijn Fanja. Het zou tot de mooiste romance van de roman
leiden; een eindeloze roes van liefde en flirten.
In de
dorpsschool hangt een slogan, dat het niet de wapens zijn, maar
de ploeg die het land verovert. Zelfs de begraafplaats waar de
eerste pioniers begraven worden moet daarin delen. Ze wordt
uiteindelijk omgevormd tot een akker en boomgaard. Dan is de
verovering compleet. Wijnbouw is in het nabije dorp dan al vervangen
door de productie van plastic. Het land gaat mee met zijn tijd.
Het
is een verhaal van verovering. Als het eerste kind in het dorp wordt
geboren dan wordt er gefeest: “De
geleden sloten zich aaneen (…) De handen werden op schouders en
heupen gelegd en de voeten begonnen te dansen (…) de fakkel zou
worden doorgegeven en de pioniersgeest zou niet sterven als zij zelf
heen zouden gaan,”
vertelt de dorpsonderwijzer. Het dorp wordt bezocht door jongeren die
een werkstuk over de eerste pioniers moeten maken. Dat de grootvader
in het verhaal zich bij aankomst laat verwelkomen door het
bilzenkruid – de bloem met het prachtige lijntje – is een aspect
dat me wel weer hem inneemt. Of dat nog niet genoeg is duikt ook de
doornappel op. Alweer
een boek met deze plant. Bovendien is het boek niet kritiekloos
over de veroveringen. “We
hebben een nieuwe generatie voortgebracht, niet meer van ontwortelde,
armzalige joden, maar van boeren met wortels in hun aarde. Kinkels,
mannen van twist en van krakeel, bekrompen geesten met dikke huiden
en botten.”
Die twist is er wel een in eigen kring en niet met de nabije en toch
verre buren.
De boeken over de helden uit de prille aanzet
tot de Verenigde Staten waren mijn redding toen mijn ouders besloten
om naar een dorp zonder bibliotheek te vertrekken. De overburen
hadden de reeks staan. Russische Roman gaat ook over een dorp.
Waarschijnlijk niet kleurrijker dan het West-Brabantse waarin ik zelf
belandde, maar waar ik nog te jong en teveel puber was om al die
karakters te zien. Maar de precieze grondslag van de Christelijke
school was bij ons de grootste onenigheid; de twist tussen
katholieken en protestanten meer folklore dan werkelijke strijd. Het
land was gewonnen op het water en niet op voorgaande bewoners. Shalev
schrijft mee aan de opbouw van een natie, een land waar het onrecht
in geweven zit, maar doet dat prachtig.
Doornappel |