Van het door Anton P. Tsjechov geschreven toneelstuk Oom Wanja maakten het Noord-Nederlands Toneel, regiseuse Liliane Breskens en cinematograaf Sal Kroonenberg een toneelfilm voor online uitvoeringen. Het optreden stond in het teken van de klimaatverandering. Na de laatste woorden uit het toneelstuk 'Het komt goed,' begint de aftiteling met “Leren sterven is de eerste stap die we moeten zetten in deze klimaatcrisis.” We moeten herdefiniëren hoe we willen leven, “een nieuw verhaal hoe we onze toekomst willen zien,” zo stellen de makers.
Het huis met zijn 26 enorme kamers is zo lek als een mandje, de regen plenst lange tijd naar binnen. Het versterkt het beeld van de invloed van het klimaat op ons leven. Wanja (voluit Iwan Petrowitsj Woinitski) beroept zich op het onderhoud vanhet huis, maar dat blijkt in deze uitvoering gaten te vertonen. Aan het scenario is verder niets tot nauwelijks iets veranderd. Die tekst was de eerste reden dat ik toneelstuk wilde herlezen. Het deed zo eigentijds aan door het spel en de opnamen. Het leek alsof de taal aangepast was. Maar nee, die lijkt op de oudere vertaling die ik van het 125 jarige script las. De woorden staan als een landhuis in het Russische achterland.
De tweede reden om het te herlezen was de vraag hoe nauw het aansluit bij de huidige klimaatcrisis. Om daarachter te komen moet je de woorden van Sofja Alexandrowna (Sonja) en de arts Astrow lezen. Astrow merkt dat hij als een rare wordt beschouwd, omdat hij geen vlees eet en van de bossen houdt. Sonja bewondert hem hierom juist en zet zijn daden om in lovende woorden: “Hij zorgt dat de bossen niet verloren gaan (…) Hij zegt dat bossen de aarde mooier maken, dat zij de mensen leren wat schoonheid is en ons inspireren tot verheven stemmingen. Bossen maken een ruw klimaat zachter.”
Zelf voegt hij daar aan toe dat de mens tot nu toe niets geschapen heeft “alleen maar vernietigd. Bossen zijn er minder en minder, de rivieren drogen op, het wild sterft uit, het klimaat wordt steeds slechter, en met de dag wordt de aarde armer en lelijker.” Het maakt hem trotst dat hij met het planten van een boom het klimaat een beetje in zijn macht heeft en dat de mensen daar over 1000 jaar blij mee zullen zijn. Het verlies van de bossen legt hij vast op kaarten met het bodemgebruik in de regio door de tijden heen. Zorgen om natuur en milieu gaan niet perse over klimaat, hoewel het woord zelf hier wel herhaaldelijk met enigszins andere betekenis wordt gebruikt. Maar met die aandacht voor de leefomgeving begint wel het zorgvuldig omgaan met de wereld. Daar hoort dan uiteindelijk - of juist - ook het klimaat bij.
Wat ook opvalt is dat de op het Russische platteland misplaatste professor en zijn jonge vrouw naar Charkow (nu Charkiv) vertrekken alsof het de gewoonste zaak is. Nu ligt de stad aan het front in Oekraïne. Tsjechov is zelf in 1860 geboren in Taganrog een stad die net over de grens bij Marioepol aan de Zwarte Zee ligt. In 1898 liet hij Jelena zeggen: “De wereld gaat niet ten gronde aan rovers en vuur maar aan vijandschap.” Het is inderdaad op het niveau van mensen onderling bedoeld, maar mag ik het in het huidige klimaat opblazen tot woorden met een grotere reikwijdte. De raakvlakken met de schrijnende context van het heden voel je bij het lezen van veel Russische literatuur. Dat is moeilijk uit te sluiten. Maar je kan het verhaal ook lezen om de mooie zinnen en opmerkingen.
“Vroeger
heb ik van iedere excentriekeling gedacht dat hij ziek was,
abnormaal, maar nu ben ik van mening dat het de normale toestand van
de mens is om excentriek te zijn,”
zegt Astrow bijvoorbeeld.
Overigens
zijn de laatste woorden van de vertaling die ik las, toch net wat
anders dan in de toneelfilm: “Wij
komen tot rust.” Met
een opgeblazen ego kom je er misschien ook, maar dan kom je niet tot
rust en anderen zijn de dupe van dat gedrag. Dat vertelt het
toneelstuk en dat wordt onderstreept met deze vier woorden en in de aftiteling van de
toneelfilm, waar wordt gesteld: “leren
sterven betekent het ego leren loslaten ...” Als
iedereen daar een beetje over nadacht, dan zouden minder mensen
te vroeg en onnodig sterven.
Ik lees met moeite, maar wel graag. Het voordeel van een boek is dat als je er in zit dat relatief lang duurt. Dat maakt het makkelijker leesbaar dan losse artikelen. Vanaf januari 2018 schrijf ik iets over wat ik las. Eerst per maand. Inmiddels per boek. Aan het eind van het jaar komt er een overzicht. Want ook bij het onthouden kan ik wel wat steun gebruiken.