Michael Kumpfmüller schreef met Lotgevallen van een beddenverkoper (2000) een boek over een man, Heinrich Hampel, waarvan de grootste inspanning in zijn leven draait rond het inpalmen van vrouwen. Dat begon met een Russisch meisje en zou nooit meer ophouden. Zijn moeder wikkelde ook graag mannen om haar pols, als danspartners, tot ze tenslotte in vuur en vlam stond voor zijn vader.
Veel meer leven is er niet te bekennen in de DDR waar dit boek over gaat. De Stasi-runner van Heinrich was net als zijn land “moe en hard en weinig toeschietelijk.” Die sfeer hangt, ook al wordt ze vrijwel nergens uitdrukkelijk genoemd, als een grijze deken over het land dat zijn tol eist van de inwoners. Heinrich keerde uit het Westen terug om aan zijn schulden – veroorzaakt door veel en grote cadeaus aan zijn maîtresse – te ontkomen. Ook die stap heeft hem weinig opgeleverd of hij heeft geen kans aangepakt om iets te vinden, behalve wat illegale zaakjes die meer kwaad dan goed hebben gedaan.
Het leven van zijn vrouw Rosa laat zich typeren door het woord 'blunder'. De blunder van haar leven was niet in het Westen blijven. “Soms kon ze op de dag precies vertellen wanneer ze de volgende blunder had begaan en hoe elke blunder weer tot nieuwe blunders had geleid, en al die blunders hadden een lange geschiedenis tot ver vóór de tijd waarin ze Heinrich had ontmoet.” Uiteindelijk trekt ze toch haar eigen plan. Met een man die haar vergat en opzadelde met problemen zou ze nooit uit de kettingreactie van die blunders komen.
Als het gezin Hampel na het opzetten van een glasfabriek bij Moskou na de oorlog weer terug komt in de DDR wordt Heinrich verliefd op een meisje. Dora past volledig in dit zotte boek. Ze is dochter van een plaatselijke partijbons en verliefd op Vissariovitsj Stalin, waaraan ze ook haar dagboek wijdt. Met de liefde voor elkaar zouden de twee niet ver komen, maar ze bleek wel een daadkrachtige hulp bij het tijdelijk verlaten van de nieuwe Republiek.
Heinrich heeft de babbel van een verkoper. Hij ziet business waar anderen het missen. Problemen ziet hij echter nauwelijks. Hij verraad collega's, kennissen en vrienden aan de Stasi, kan geen kwaad, want wat hij verkeerd zou zeggen, is hem onduidelijk. Eigenlijk is het een miezerig mannetje die in alle vallen trapt die er staan. Toch bleef hij voor mij een mislukkeling waar je medelijden mee kreeg, niet iemand die je teveel kwalijk gaat nemen. Hoewel je hem soms uit zijn lethargie zou willen schoppen. Zelf stelt Heinrich dat zijn leven zelfs niet aan de primitiefste voorwaarden beantwoord.
In de gevangenis neemt hij misschien wel de krachtdadigste stap als hij een homoseksuele relatie begint om aan de kaalheid van het bestaan in de nor te ontkomen. Verder kalft zijn bestaan steeds verder af. Naast de gevangenis, komen we in een club voor Russisch militair personeel in Oost-Duitsland, in parkjes, op zonneweiden van een zwembad en gezien de titel vanzelfsprekend zelfs in een West-Duitse beddenwinkel.
Het heeft me de helft van de vierhonderd pagina's gekost om in het boek te komen. Met een zo fletse hoofdpersoon is dat niet gemakkelijk. Maar die kleurloosheid tekent wel zo knellend de situatie in de toenmalige DDR van de SED dat morele uitspraken en oordelen niet meer nodig zijn om een droefgeestig beeld te schetsen. Dat maakt van de Beddenverkoper een bijzonder mooie roman voor wie even door wil zetten. Je zou bijna zeggen met zoveel betekenis, nuance en inzicht als het voor een roman wel bedoeld moet zijn.
2 opmerkingen:
Je omschrijft volgens mij uitstekend het leven in de DDR in een notedop. Of beter, je omschrijft uitstekend de kracht van dit boek.
Toch was het vatten van die kracht nog niet zo gemakkelijk. Ik heb lang over het boek getwijfeld. Niet opgeven heeft een waarde.
Een reactie posten