dinsdag 29 augustus 2023

Ten oosten van de Middellandse Zee

Op de pagina naast het eerste hoofdstuk van Ten oosten van de Middellandse Zee, dat is geschreven door Abdulrahman Munif, staan zeven artikelen uit de Universele verklaring van de rechten van de mens. Opmerkelijk dat een roman zo opent, maar ook begrijpelijk en gepast gezien wat volgt. Het verhaal gaat over een politiek activist, Radjab Isma'iel, die een speelbal is in de handen van een regime dat zijn tegenstanders vervolgt en martelt. We kruipen met Ten oosten in het hoofd en bestaan van een politiek gevangene, die regelmatig gewond terug kwam van demonstraties voordat hij opgepakt werd.

Het verhaal begint op een schip dat passagiers van het Oosten van de Middellandse Zee naar elders vervoert, de Aischylos (genoemd naar een belangrijk Griekse tragediedichter uit de oudheid). Het schip wordt verderop in het boek aangesproken alsof het een persoon is en het speelt een voorname rol in de reis weg van de ellende en er weer naartoe. Radjab vertelt in het eerste hoofdstuk hoe hij onder voorwaarden vrij komt uit de gevangenis. We lezen wat hij er meemaakte, over zijn angst voor zijn mede gevangen als hij eieren kiest voor zijn geld en akkoord gaat met het spioneren in dienst van het bewind. Die 'capitulatie' komt nog vaak terug en krijgt daarbij steeds meer diepte, vooral over wat de doorslag gaf. Oordelen over een dergelijke val wordt daarmee steeds ingewikkelder en is misschien zelfs af te raden. Want hoe blijft je wil om niet toe te geven
wel overeind en wanneer worden de stutten daaronder weggehaald (een stap waar mogelijk meer achter zit dan in eerste instantie verondersteld)?

Abdulrahman Munif
Munif is een gewaardeerd schrijver in het Midden-Oosten die een bewogen leven heeft geleid. Hij werd in 1933 geboren in Aman in een familie van Saoedische oorsprong. Hij verhuisde in 1952 naar zijn grootmoeder in Bagdad. Vertrok daarna naar Caïro. Hij studeerde in beide laatstgenoemde steden en in Belgrado, waar hij promoveerde op economie en olie. Later keerde hij terug naar Irak om er te werken op het Ministerie van Olie en hij werd tevens lid van de Ba'ath partij. Het Ministerie en de partij zou hij in 1970 verlaten om zich er van af te keren en zich op het schrijven te richten. Later vestigde hij zich in Damascus, waar hij in 2004 zou sterven.

Zijn geschriften zijn nog steeds populair (in het Westen vrij onbekend), maar worden niet door iedereen gesmaakt. Saoedi-Arabië ontnam hem zijn burgerschap en zijn werk werd in het land verboden. Munifs meest bekende vijfdelige werk, Cities of Salt, handelt over dit land. De eerste drie boeken daarvan werden vertaald naar het Engels. Ten Oosten van de Middellandse Zee was die eer nog niet gegeven, maar ligt er nu wel in een Nederlandse vertaling door Djûke Poppinga, verzorgd door Uitgeverij Jurgen Maas. Ook in dit boek neemt Munif geen blad voor de mond.
“De oostkust van de Middellandse Zee brengt enkel monsters en honden voort, en jij [een reiziger op de Aischylos] verwacht sabels en paarden!” Je hoort in deze zin de kritiek teerug op het oriëntalisme, uitgebreid verwoord door Edward Said. De Literatuurwetenschapper prees dan ook werk van Munif.

Recensie
De recensent voor de Volkskrant, Jenne Jan Holtland, pakt in een paar zinnen de essentie van het boek (6 juli 2023 ): “Hoe doe je dat, iemands wil breken? De kracht van deze roman is dat Munif die vraag niet wegmoffelt maar tot het hart van de vertelling maakt. Dat levert geen gemakkelijke kost op, er is wreedheid op bijna iedere pagina, en toch voel je nooit de behoefte het boek weg te leggen. De beeldspraak is daarvoor te overtuigend, de thematiek te urgent. ‘In zijn eentje is een mens, hoe sterk hij ook is, nog zwakker dan een vlieg.’” Mogelijk zijn het ook beschreven (fijnzinnige) waarnemingen van de mens en zijn gedrag in allerlei varianten, die ervoor zorgen dat je doorleest.

Handtekening
Radjab komt thuis uit de gevangenis maar voelt zich alles behalve prettig. Hij geeft zijn zus Aniesa de schuld van zijn keuze om te capituleren. Ze is een eerste klas intrigante en heeft er alles aan gedaan hem om te praten, bakzeil te halen, zodat hij aan het slopende regime kon ontsnappen. Ze deed dit omdat ze gewaarschuwd werd dat hij het niet lang meer vol zou houden. Maar dat is slechts een van de redenen. Zijn moeder probeerde hem wel sterk te houden. Hoewel ook deze in het begin op hem inpraatte om niet koppig te zijn, winnen zou je het immers toch niet. Later begreep ze dat er door voor de onderdrukker te gaan werken ook geen ontsnapping mogelijk was. Onder meer het overlijden van zijn moeder en het aflopen van zijn liefde doen hem de das om. De steun van buiten blijkt dan enorm belangrijk. Radjab bedenkt zich achteraf dat hij beter wel sterk had kunnen blijven op het moment van het zetten van zijn handtekening. Dan had hij deze niet gezet en was niet geconfronteerd met over hem neerdalend stof, dood en verdoemenis; verstoten door iedereen.

Vorm
Op reis zoekt hoe hij een boekvorm om zijn verhaal en over de martelingen te vertellen. Een boek dat hij niet alleen wil schrijven, maar samen met zijn zus, zwager, hun kinderen en dat ingebed in afspraken over het onderwerp waarover het moet gaan. Hij doet hen afzonderlijk het voorstel in een brief. Wie heeft wat en hoe beleefd? De verschillende schrijvers moeten in hun waarde gelaten worden. De diverse visies geven immers ook diepte. In dit fictieve voorstel wordt de bijzondere structuur van
Ten oosten beschreven. Niet alleen het stramien, maar ook de klankkleur ervan, want de gelaagde schrijfsels vanuit ieders invalshoeken en persoonlijke visies moeten ook aandacht besteden aan herinneringen, gevoelens, relaties en dergelijke. Dat is wat opvalt in dit boek. Munif beschrijft met gevoel en doorleeft veel aspecten in de levens van zijn personages.

Locatie
In het laatste hoofdstuk leest Radjab
Aantekeningen uit het dodenhuis van Dostojevski. Hij zou tot pagina 98 komen. Het is aan de lezer om uit te zoeken, waarom juist tot daar. Het is een voorbeeld van door Munif weggelaten informatie; het wordt gemist, maar geeft daardoor ook een extra dimensie. We lezen ook nergens in welk land de roman zich afspeelt. Door recencenten wordt regelmatig verondersteld Saoedi-Arabië of Irak. Dat heeft met de sfeer, de namen van de personages, maar vooral ook met de afkomst van de schrijver te maken. Eigenlijk doet het land er niet toe. Er is een groter aantal landen – en niet alleen ten oosten van de Middellandse Zee – waar het boek kan spelen. Het niet koppelen aan een land maakt het daarom juist sterker. Het is wel een boek waarvan je weet dat je het vaker dan een keer moet lezen om het tot je door te laten dringen; om er meer uit te halen. Radjab is een fervent lezer die boeken ook herleest. Zijn zus ziet er de zin niet van in, maar die komt ook niet aan één keer toe.

Massagraf
Ze schrijft wel voor de door hem bedachte boekvorm. De volgende passage bijvoorbeeld, die leest alsof ze gisteren is neergepend en niet een halve eeuw geleden: “
Ik hoop dat we uit dit land kunnen vluchten, maar waarheen? Zijn andere landen wel bereid mensen op te nemen die op zoek zijn naar vrijheid en een stuk brood? En die vrijheid en dat brood, zijn die wel te vinden in die andere landen en zullen ze die die daar wel aan een vreemdeling willen geven?” Inmiddels zijn we gewend geraakt aan de duizenden doden die de zee uit de titel ieder jaar opneemt, omdat landen ten noorden het niet (voldoende) willen en het de vluchtelingen (en redders) zo moeilijk mogelijk maken. Een zee als massagraf. Als je dat niet wil dan moet je de vragen van de zus krachtig met 'nee' beantwoorden, anders ben jij de schuldige, zo luidt een inmiddels bekende stellingname om het afwijzen van mensen een humanitaire tint te geven. Heeft Munif kunnen voorzien dat juist de hartelozen door een deel van de mensen ooit als de goeden zouden worden afgeschilderd?

Tegenzet
Nog even terug naar de essentie van het boek. Misschien is dat niet de repressie, maar de de vraag hoe en tegen welke prijs (ook voor familie en andere betrokkenen) je een misstand kan en moet aankaarten en bestrijden. Het boek zelf is in vorm en inhoud een antwoord op die vraag. Dat gaat een stap verder dan de enorme narigheid beschrijven en vooral dat maakte dat ik tot het einde doorlas. Het boek begint niet voor niets met een verklaring die het begin van de Verenigde Naties onderstreepte. Het moffelt de ellende inderdaad niet weg, maar zoekt ook naar tegenzetten.



zondag 20 augustus 2023

Teryky


Juri Rytchëu is een schrijver uit Siberië, een Tsjoektsen, een volk dat in 2002 als Teryky in het Nederlands verschijnt nog maar 12.000 mensen telt (wiki heeft het over 15.908 in 2010). Het boekje is prachtig uitgegeven door De Geus, Novib, en het Vlaamse 11.11.11. Het is oorspronkelijk in het Russisch geschreven en verscheen in 1980, toen de Sovjet Unie nog bestond.

Juri is de zoon van een zeehondenjager. Die jacht speelt ook in dit boek een belangrijke rol. Dat wordt alleen al duidelijk door de woordenlijst. Van de tien opgenomen woorden gaan er twee over zeehonden: lachtak (link voor foto) en nerpa (Pusa sibirica) en dan is er nog het woord voor ijsbeer, umka. Mijn gebruik van die lijst begon met het woord jaranga. Dat is een ronde Tsjoektsjentent met een vierkante slaapruimte. Daar blijft dan een stuk over en dat heet de tsjottaginen. Deze is onverwarmd.

In de tent begint het verhaal van Goigoi, de zeehondenjager, en zijn vrouw en lief Tin-tin. De tedere warmte van voor het opstaan gaat de binnentent uit naar het huishoudelijk werk

Tsjoektsjen-familie door Louis Choris, 1816. wiki


of mee op jacht. Het valt op dat ook het – vermoedelijk toch zeer ruige landschap, (niet alle) relaties en veel handelen fijnbesnaard en bijna poëtisch worden beschreven. Vreemd genoeg geeft juist dat een beklemmend gevoel, omdat je deze mensen het beste toewenst en vreest dat er van alles mis zal gaan. Het zal al gauw blijken.

Er gebeuren dingen waarvan je weet dat ze een rol zullen gaan spelen in de verwikkelingen. Toch weet je  nooit waar je op afstevent. Dat weten ook de personages daar aan de noordgrens van Siberië niet. Hoe drijft het ijs? Is er wel of geen weerwolf (de Teryky uit de titel)? Waar zal de weduwe blijven? Is Goigoi dood? Kiezen Tin-tin's ouders voor haar, in plaats van voor traditie, als het nodig is (of is dit laatste mijn grootsteedse vraag)? Komt het nog goed? Waarom niet? Hoe dan? Naast poëtisch en fijnbesnaard is het boek ook rustig. Er zijn veel herhalingen en alles wordt ondanks het dramatische kalm verteld.

Even vraag ik me af of ik moet schrijven over het snacken van kleine visjes die aan de waterlijn liggen, alsof het bramen zijn die zo uit de natuur de mond in gaan, de kopjes worden uitgespuugd. Ik besluit het niet te doen, omdat het om de mensen en hun emoties gaat en niet om het gluren naar een andere wereld. Het boek staat bol van de herkenbare emoties en overwegingen. Het leven en de cultuur zijn er vanzelfsprekend anders dan hier in West-Europa, maar het zou toch jammer zijn om je van het menselijke af te laten leiden door zogenaamde vreemde gewoontes. Dat tradities en gewoonten niet altijd tot een goed resultaat leiden, laat de schrijver zelf duidelijk zien.

Dit boek is het waard om je er een uur of vijf á zes door op te laten slokken.

zaterdag 19 augustus 2023

Rondom het boek 1935







Rondom het boek, 1935 is het boekenweekgeschenk uit dat jaar. Het is niet alleen in ander Nederlands geschreven. Het is ook heel anders van inhoud dan de huidige geschenken. Niet een novelle, maar tweehonderd pagina's artikelen over de stand in boekenland. Het moet voor de lezer zeer informatief geweest zijn. Ook nu blijf je nog regelmatig hangen met de gedachte 'daar moet ik meer van weten' of 'zou ik dat gaan lezen'.

Bijna aan het eind staat een artikel waarin Jef Last uitlegt hoe hij aan het schrijven is geraakt. Een eerste aanzet waren de opstellen op de middelbare school. Later bleef hij schrijven in het belang van de strijd van zijn makkers uit de arbeidersklasse. Het scheppen van schoonheid alleen was niet genoeg
“in een tijd waarin alle schoonheid door een komende oorlog met ondergang bedreigt wordt,” schrijft hij halverwege de jaren dertig. (Eerder besprak ik een boek over Taiwan/Formossa van hem.)

Als ik daarna braaf naar het begin van het geschenk ga, begint dat met een artikel over psychologieboeken, waarin de woorden opduiken
“in ons land bijna nog geheel onbekend” de Zwitserse psychiater Jung. Die onbekendheid is in de afgelopen negentig jaar verdampt. Het artikel van pedagoog, filosoof en psycholoog Dr. Langeveld eindigt met de wens dat er minder werk vertaald zal worden en meer door Nederlandse deskundigen geschreven. Het is een gedateerde opmerking. Nu komen Nederlandse academici immers zelf vaak in een andere taal aan het woord.

Daarna kom ik terecht in een artikel over Nederlandse poëzie in 1934. Alweer door een gepromoveerde wetenschapper. Ditmaal in de letteren. Er vallen veel namen: zoals Marsman, Henriëtte Roland-Holst, Slauerhof en Elschot, maar ook van voor mij onbekende dichters. Allemaal in een context en eventueel met een andere dichter in verband gebracht. Naast al die namen gaat het artikel vooral om de waarde van mooi verwoorde gedachten die dieper graven dan we gewend zijn. Het is een overzicht van het aanbod, maar ook een visie op wat je met de poëzie kan.

'Luchtvaartliteratuur….?' Heeft een opmerkelijk begin:
Die literatuur bestaat niet.” De luchtvaart wordt gebruikt als onderwerp om andere zaken aan te kaarten en het overgrote deel is oorlogsliteratuur, 't is ál moord en doodslag en sensatie (...)”, aldus vlieger Viruly. Viruly maakt zich vooral druk om het gegeven dat de luchtvaart de positie van de mens heeft veranderd (eerder was hij maanden onderweg per driemaster naar bijvoorbeeld Oost-Azië, in 1935 is dat een paar dagen), maar dat daar niets van terug te lezen is in die zogenaamde literatuur (hij noemt een positieve uitzondering: Vol de nuit van St. Exupéry en dat maakt mij dan weer nieuwsgierig en geeft daarmee ook de functie van dit boek aan; mensen geïnformeerd (meer) aan het lezen krijgen). Overigens vreest ook deze schrijver de bommen in de nabije toekomst.

De schrijver van 'Wegen der Romantiek' gaat door op dat voorschotelen. In 1934 verschenen 294 oorspronkelijke en 360 naar het Nederlands vertaalde romans. De schrijver geeft een uitgebreide opsomming, met Van Schendel, het debuut van Vestdijk, werk van Fabricius, Allen, Corsarie, Doolaard, Schoup, Huxley etc. Ook hij staat stil, in tekst en een voetnoot (hier worden Normann Angel met De ongeziene moordenaars en Beverly Nichols met Alarm! genoemd), bij de oorlog en de “bewapeningskoorts” in “deze dagen”. En gaat vervolgens weer gewoon door met het kort voorschotelen van boeken over liefde, kinderen, lichamelijke en geestelijke erotiek, de toekomst en legenden. Er moeten zeker honderd boeken genoemd zijn in de achttien pagina's. Het wekt wel de leeslust op.

In 'De Radio en de literatuur' stelt P.H. Ritter (werkzaam voor de literaire afdeling van het omroepbedrijf) zich voor hoe de radio meer en betere aandacht aan het boek kan besteden. De AVRO man wil dat de aandacht van amusement (jazz en voetbalverslag) meer naar geestelijk leven verschuift. Praktisch: de aandacht voor het boek moet liever per afzonderlijk boek dan met overzichten bereikt worden, een voorstel gedaan in een boek vol overzichten.ernstig 

'De nieuwe zakelijkheid in de literatuur' is zowel geschreven met een afkeer van een opgelegd systeem van schrijven als een pleidooi voor het afschaffen van “woordmooie” taal en het gebruik van niet treffende woorden. Het pleit voor schrijven als ernstig ambacht.

Antoon Coolen schreef met 'Door het boek tot de levende natuur' een pleidooi voor natuurkennis en tegen natuursnobisme. Neerkijken op de boer vindt hij dom, die heeft immers de natuur op zijn erf, in zijn boomgaard, op zijn velden. Verregend papier tegen een boom is minder erg dan de metalen papiermanden van gevlochten staaldraad in het bos, stelt hij ook. Zijn visie uit 1935 is in 2023 grotendeels niet meer houdbaar. Opvallend is het wel dar kennis der natuur volgens hem ook bescherming van de natuur betekent. Je hoort die visie nog steeds veel. Ik vraag me regelmatig af of dat wel zo is.

Een beperkt onderzoek naar 'Wat lezen onze jongeren' in de vorm van een enquette op Lycea en HBS'en door heel Nederland laat zien welke schrijvers de leerlingen lazen in verschillende categoriën, zowel de meisjes- en jongensboeken als romans en reizen en sport. Cissy van Marxveldt komt bij de eerste categorie bovendrijven, Karl May bij de tweede, Van Schendel bij de derde en Viruly bij de vierde. Gemiddeld werden er vijf boeken gelezen in de maanden voor het onderzoek. Met het nauwelijks lezen valt het wel mee (waarover blijkbaar ook destijds gemopperd werd), oordeelt de schrijver dan ook. Er is ook gevraagd welke rubrieken in de krant het gelezen werden. Sport springt er ruimschoots uit, gevolgd door politiek.

Een artikel over illustraties in boeken begint met een citaat uit 1646 dat men door 
de boecken sulcken schoonen doec voor 't hoofd te binden, datter Goden en Godinnen schijnen te woonen. Maer binnen comende, liever Godt, isser niemandt thuys....” Een vrij streng opstel volgt na dit begin. Fotografie is geen kunst, omdat de camera geen ziel heeft die emotie vastlegt. Verkleinen van houtsnedes is bijna een misdaad. Graficus Poortenaar gebruikt mooie beeldspraak en heeft ook zestien pagina's met illustraties op laten nemen. En sluit luchtig af met het zingende kind dat door het lied alle regels omver blaast.

'De vrouw als huishoudkundige' wil afrekenen met het denkbeeld dat bekwaamheid als huisvrouw en kennis niets met elkaar te maken hebben.
Het is hoogtijd te gaan begrijpen, dat voor het hedendaagse gezin kennis en boeken vertrouwder gidsen zijn, dan instinct en intuïtie,” Het artikel bevat een scala aan onderwerpen van de was tot opvoeding en wordt afgesloten met 47 eindnoten, meer dan alle andere noten in het boek samen.

Het stuk over 'Onze kinderliteratuur' (door Nienke van Hichtum) gaat erover hoe die kinderboeken beter zijn geworden; zonder kinderachtige toon en met meer aandacht voor het echt kinderlijke. Ze noemt in dat verband Nellie van Kol die het kindertijdschrift 'ons Blaadje' had opgericht. Een magneet voor betere Nederlandse verhalen vanuit de hele wereld, van India tot Vlaanderen. Maar Van Hichtum wil nog meer. Ze wil een winkel waar alleen kinderboeken verkocht worden. Soms worden ook de betere wensen eens verhoord.

Het boek sluit af met een artikel over techniek, vooral voor de jongens die hier zo van houden. En we leren dat de toekomst is aan de dieselmotor. Tenminste dat schrijft Ir. Telder. Negentig jaar later zetten beelden op het nieuws dat idee op losse schroeven en anders laten de wetenschappers van het IPCC ons dat wel weten. Verwondering, waarvoor Telder pleitte, wordt vertrapt onder gewoontes van velen, gevestigde belangen en de idee dat de techniek wel met een oplossing zal komen. En zo komen we niet tot de oplossingen die het Klimaatpanel noemt.

Tijdens het lezen wordt telkens duidelijk dat niet alleen het geschenk, maar ook de wereld is veranderd. Het is een boekenweekgeschenk uit de tijd van verzuiling. Ze komen allemaal aan bod inclusief aandacht voor stichtelijke/stichtende (met één zin voor alle niet Christelijke vormen hiervan), katholieke en protestantse literatuur.

Voor de liefhebber doe ik de inhoudsopgave bij dit blog met alle titels en de namen van de schrijvers en kan ik hier en daar wat overslaan. Niet alle van de zestien bijdragen hoeven mij immers zo te boeien dat ik er iets over schrijf. Grotendeels doet het dat wel. De huidige vorm van boekenweekgeschenk zou ik niet willen missen, maar deze vorm is niet minder interessant.

* In januari 2020 besteedde ik aandacht aan Rondom het boek 1936


woensdag 16 augustus 2023

God's bits of Wood


Wat een boek. God's bits of Wood (1960) door Sembène Ousmane laat de magie van het schrijven zien. Al na een paar pagina's beland je op een open ruimte tussen hutten van de Bambara in Bamako. Je leert de vrouwen er wat kennen. In dat eerste hoofdstuk word je meteen ook een broeierige vergadering van de vakbond binnen gebracht. Het vakbondslokaal is gevuld met strijdbaarheid (meer dan overleg) voor de staking die de andere dag moet beginnen. Om die staking en de betrokkenen draait het verhaal.

Van Bamako gaan we in het volgende hoofdstuk naar Thi
ès. De stad was destijds (1947/8) een knooppunt voor het spoor en zou het hart van de staking zijn. De voornaamste spoorlijn van de staking loopt door Frans West-Afrika van Koulikoro aan de Niger (iets voorbij Bamako) naar Dakar aan de Atlantische Oceaan. “Bijna duizend mijl aan staal dat zo'n miljoen vierkante kilometer van het Afrikaanse continent bij elkaar brengt.”*
 

Ousmane is een bijzonder schrijver. In 1923 werd hij geboren in Senegal. Hij stapte in de sporen van zijn vader en werd visser. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de vissers uit Dakar een positieve rol spelen bij de voedselverstrekking in deze roman. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog nam de jonge man dienst in het Franse leger en vocht in Italië en Duitsland. Na de oorlog was hij kort terug in zijn geboorteland, maar realiseerde zich dat hij om schrijver te worden terug moest naar Frankrijk. Het werd Marseille, waar hij havenarbeider, lid van de Communistische Partij en vakbondsactivist werd en waar hij begon te schrijven aan een flink oeuvre (enkele van die boeken werden verfilmd met Ousmane als regiseur).
Fotocollage over spoorwegstaking
door Omar Victor Diop (1980)


Militairen

Tussen de hutten werd al gewaarschuwd voor de reactie op de staking. Er was ervaring van tien jaar eerder. De ellende van destijds wordt doorgetrokken naar de komende staking. Dat blijkt niet ongegrond. Na de Tweede Wereldoorlog was er nog steeds dezelfde grotendeels blanke elite en sprake van dedain naar de plaatselijke bevolking. Het leger trekt op om de stakers
wat aan het schrikken te brengen, verklaart de regionale spoorweg directeur (die zijn positie had verworven op grond van het neerslaan van de staking van 1938 en later de steun aan het Pétain regime), en als les dat je als zwarte niet net zoveel moet willen als de blanke werknemers krijgen. Pensioen voor zwarten, kinderbijslag, lachwekkend in de ogen van de blanke leiding. Onder andere een baby wordt de dupe van het geweld, nog niet eens expres, maar slachtoffer van de chaos door het ingrijpen. Het hoopje mens kroop op de verkeerde tijd naar de verkeerde plaats. Er zouden overigens acht doden vallen tijdens die eerste schermutseling. De spoorweg directeur ontkent ze allemaal.

Vrouwen
Er zijn soldaten met geweren met bajonetten en er is traangas, er is de menigte, en er is die baby. Jongeren gooiden stenen naar de soldaten en er zijn de vrouwen die de mannen te hulp komen met knuppels, ijzeren staven en flessen. Het is niet het enige voorbeeld van de strijdbaarheid van de vrouwen in het boek. Die inzet wordt versterkt door lege keukens en hongerige kinderen. Ze gaan zelfs voor 't eerst mee naar de vergaderingen (in Bamako) om zich als slachtoffer van de stakingsbrekers te laten horen, een optreden waar ze trots aan ontleenden. Ze zijn onverschrokken, maar de acties lopen wel eens stevig uit de hand. Maar er is ook een vrouw die een man een klap in zijn gezicht geeft als hij haar op de billen klopt, een reactie die
“tot dan ongezien was.” De vrouwen ondernemen zelfs een grote actie, tegen de zin van een aantal mannen, ze zijn er immers om hun man te ondersteunen, niet om zelf initiatief te nemen. Maar er is ook support: “Als de vrouwen hebben beslist, is het aan ons ze te helpen,” zegt een man. Dat is niet alleen correct, het is hier ook een van de stappen naar uiteindelijk een positief stakingresultaat. De inzet zou ook de ruimte van de vrouwen zelf figuurlijk en letterlijk vergroten. Het is ook een vrouw die het boek alsluit met de gezongen zin uit de Legende van Goumba: "Maar vrolijk is de man die strijdt zonder haat."

Tekst loopt door onder clip

Rechtop lopend in de verlaten straat begon hij luid te een oude Bambara hymne voor de grondlegger van het Malinese rijk te zingen, de Soundiata.”


Honger als wapen
Het sluiten van de waterdistributie en het verbod om etenswaren aan de stakers en hun familie te verkopen, waren een belangrijker machtsmiddel in handen van de machtshebbers en hun netwerk dan de inzet van het leger. “Echte tegenslag is niet slechts een zaak van honger en dorst; het wordt veroorzaakt doordat er mensen zijn die willen dat je hongerig en dorstig bent,” zegt een moeder die samen met haar kinderen, slachtoffer is van deze aanpak. Het zijn niet alleen de stakers en hongerigen waarmee compassie is. Er is ook een hoofdstuk lang medeleven met een bewaker die leeft in zijn herinneringen en wél doorwerkt tot hij van de honger en eenzaamheid (niemand bezoekt hem meer) niet meer kan.

Krak
Doordat er geen graan meer is, wordt ook de houten vijzel gemaakt in de stronk van een omgezaagde boom niet meer gebruikt. Die bakt in de hete zon en staat verder stil. Je hoort de ruisen van de wind in de bomen eromheen, maar niet meer het ritme van de stamper. Wat je ook hoort is zo nu en dan een krak als er weer een barst in het hout schiet dat niet meer wordt gesmeerd door de olie uit het graan. Dat is een droge metafoor waar het drama nauwelijks verhuld achter verborgen ligt.

Visie
Het boek zit vol terloops uitgesproken strategische overwegingen en reacties op de actie. Van korte opmerkingen als dat deze staking is als de strijd van eieren tegen stenen, tot de constatering dat de wat begon met euforie later stuit op zware afwegingen en tegenslag (al kan figuurlijk de rug rechthouden ook dan weer energie geven) en dat visie van de betrokkenen bij de staking veranderd is. Zo komen de spoorwegarbeiders erachter dat de machines grote invloed hebben op wie ze zijn. Maar de machine
“was niet van hen, zij waren van de machine. Toen het stopte werd die les duidelijk.” (Ergens duikt zelfs de bijna klassieke frase op “eigenaars van de machines” die tegenover de stakers staan.) Een terugkerende aanbeveling is dat je aanmerkingen en visies meteen geeft als daar ruimte voor is en dat niet laat om dan later te gaan mopperen op wat fout gegaan is en jij al voorzag.
Op de achtergrond (ondanks zijn afwezigheid in het overgrote deel van van de roman) is de persoon Bakayoko constant aanwezig. Als hij dan toch in levende lijve opduikt, prikt hij de leugens van de spoorwegmaatschappij eenvoudig door (als blijkt dat er geen kennis is van lokale talen zoals het Wolof, dan doet hij dat wel in het Frans).

Vreemd?
Huishoudens liepen door de staking spaak en dat maakte de centrale positie van de vrouwen erin duidelijk. Bovendien lieten de gekwelde mannen de vrouwen zien dat ook voor hen verandering op komst was. Dat persoonlijke activiteiten in het kader van de staking gevolgen konden hebben voor duizenden mensen gaf daarbij een gevoel van eigenwaarde. Van een andere orde is de constatering dat uit Europa stakingsbrekers werden aangevoerd, maar dat anderen daarvandaan, waaronder de Franse vakbond CGT, juist solidariteitsbijdragen stuurden om de actie door te kunnen zetten:
“Is dat niet vreemd?” vraagt iemand logischerwijs (temeer aangezien de Senegalese spoorwegvakbond niet bij die bond was aangesloten).

Gehoorzaamheid
De woede en acties van de bevolking zorgen voor angst bij de witte bevolking “met de rode oren” (zoals ze werden getypeerd). Maar luisteren naar de eisen van de stakers gaat hen veel te ver. Pas als het echt mis dreigt te gaan, wordt een kleine opening geboden rond de eis van loonsverhoging. Maar je kan die onwetende zwarte kinderen toch niet alles geven wat ze wensen; dus geen pensioen en geen kinderbijslag. Op het spoorwegkantoor naar de stakers luisteren gaat al te ver, want de werkers zijn niet meer dan inferieure onderhorigen “slechts geschikt voor gehoorzaamheid.” Los van de materiële eisen is het afkalven van dit racistische principe met de bijeenkomst op het spoorkantoor in Thiès al enigszins begonnen. Overigens wordt terloops gemeld dat de reden om voor een oplossing te gaan ook de komende pindaoogst is. Die aardnoten moeten vervoerd worden. De handelaren en producenten oefenen daarom druk op de spoorwegen uit om snel tot een oplossing te komen.

Lof
Er is veel lof over dit bijzondere boek uit te storten. Het is boek vol betekenis. Er zijn mooie observaties, grappige en droevige anekdotes, mooie zinnen, nieuwe gedachten, er zijn romances en roddel, er is een gruwelijke gevangenis, een pleidooi tegen haat, etc. Het speelt in een andere dan de bekende (Westerse) wereld, en het laat Frans gewelddadig kolonialisme zien (al krijgen de communisten de schuld) en de beschrijving van een staking en de gevolgen ervan geven het boek een extra betekenis. Onderlinge relaties tussen personages spelen een voorname rol, maar vooral ook heeft de beschreven samenhang tussen de bevolking als geheel een functie bij het gaande houden van de actie.
Zelfs de constructie van de roman is mooi. De hoofdstukken spelen in verschillende plaatsen langs de spoorlijn, steeds met hun eigen situatie en personages. Zo verwoorden de afzonderlijke teksten de uitgestrektheid van het spoor. Goed om die reis te hebben meegemaakt.

Welk recht
Bij het lezen vroeg ik me (tegen beter weten in) regelmatig af met welk recht de Fransen daar te keer gingen (hadden ze een inburgeringsdiploma of verblijfsstatus of leden ze aan de misvatting dat het hun recht was het leven elders te vernielen.) De in de roman meest uitgesproken redenen die de opstelling rechtvaardigen waren dat de negers net kinderen zijn, de Fransen het land hebben ontwikkeld en dat de ondoorgrondelijke wegen van God ook hier een bedoeling hebben. Die redenen mogen driekwart eeuw later bij het grofvuil. Ook in het boek zijn er al velen die er geen snars van geloven. Dat geloof werd ook niet versterkt door de imams en priesters die er alles aan deden om de staking te ondermijnen.

Het is goed om de reis langs het spoor te hebben meegemaakt, om te zien dat de gezamenlijke actie sterk genoeg was om veel van de eisen binnen te halen, tegen veel te hoge kosten, dat wel. Maar dat kan je de stakers niet kwalijk nemen. Deze reis verschuift het beeld van de verhouding tussen Afrika en Europa en daar zouden velen hun voordeel mee kunnen doen. Dus. Lees.

Noot:
*
Tijdens een vergadering was er ook een vertegenwoordiger uit Saint-Louis, de stad in het noorden van Senegal en destijds eindpunt van een andere spoorlijn. Dat suggereert dat de staking breder was dan de Daker-Niger lijn. Sterker nog hij leefde ook in Ivoorkust, Guinea en Dahomey (het huidige Benin).




maandag 7 augustus 2023

Weg met Eddy Belleguele


Als het nog niet duidelijk was door de cover, dan laten de eerste drie alinea's van Weg met Eddy Belleguele* door Édouard Louis meteen weten: dit wordt geen vrolijk boek. Meer nog dan de eerste zin (“Aan mijn kinderjaren bewaar ik geen enkele goede herinnering”) is het 't geweld daarin tegen de scholier die niet past in hoe het hoort dat dit duidelijk maakt; hij is homo en dat wordt met gemene kracht bestreden.

Het is vernederend, er is onbegrip en er is angst, “maar je denkt niet aan de pijn,” schrijft Louis daarbij. Misschien, maar ook de pijn spat van de pagina's. Het kost moeite de bonk van het hoofd tegen de muur – de pijnscheut in de hersens, het oorsuizen –, niet te voelen. Onvoorstelbaar was het mechanisme om die aftuigingen door twee klasgenoten te isoleren van de omgang met alle anderen op school, het niet te laten merken, om het zo niet voor iedereen gewoon te maken, met als gevolg nog meer aftuigingen. Die strategische ontkenning moet enorm grote impact gehad hebben. Het maakte daarnaast ook het bestrijden ervan (als iemand dat had willen doen) onmogelijk.

Een van de methoden om dit te verwerken is dat Eddy denkt dat de pijn wel zal wennen. Mensen doen dat tot op zekere hoogte wennen aan de pijn of nemen haar voor lief. Maar als hij er over na gaat denken ziet hij dat dit niet zo is. Het zware werk in de fabriek leidt tot ondraaglijke pijn. De herhaalde handelingen van een kassière tot aangetaste gewrichten die (bijna altijd een vrouw) haar 's nachts uit de slaap houdt. Maar een ding moet je ze nageven, pijn of niet, het zijn geen slapjanussen, ze werken wel. De ironie hiervan ontgaat ze vrijwel allemaal. Eddy staat er dicht bij, ook al is hij niet een van hen. Thuis 'eten ze melk' als er door de armoede geen eten is. Qua lege maag en verstelde kleren hoort hij er wel bij. Maar door de afstand ziet hij meer.

Weg met Eddy is het eerste boek van Louis. Al eerder las ik zijn derde over zijn vader. Je voelt die roman in dit boek al aankomen. Eddy wordt begin jaren negentig geboren. Die vader is van 1967, wat jaren jonger dan ik zelf, maar maakt een veel doorleefdere of liever nog meer uitgeleefde indruk. Die vader probeert van zijn zoon een man te maken, eentje die weet dat geweld met geweld beantwoord moet worden. Niets bijzonders, want net “als alle andere mannen van het dorp was mijn mijn vader gewelddadig,” schrijft Louis. Zijn moeder beklaagt zich erover. Vooral in dronken staat was hij onuitstaanbaar plakkerig of ramde haar in haar rug. In een dorp met vijfhonderd inwoners en twaalf cafés was ook dronkenschap de gewoonste zaak van de wereld.

Overigens is ook zijn moeder van de harde hand die de zachte heelmeesters op zij zet. Als Eddy thuiskomt vol blauwe plekken, zegt ze: “Ik hoop dat je die anderen meer blauwe plekken hebt bezorgd dan jij van ze gekregen hebt, zo weet je wie er gewonnen heeft.”

Vader en zijn vrienden vieren hun afkeer van homo's in het algemeen even gemakkelijk bot op de zoon. Die zoon heeft nog een nadeel. Hij doet het goed op school. Nee dan zijn neef Silvain die de ene na de andere criminele daad beging, “Hij bleef maar stommiteiten uithalen. Hij was niet zoals jij, hij moest van school niks hebben,” zegt een tante met trots. Het zou hem niet ver brengen. Nog minder ver dan veel andere jongeren die zich dieper de uitzichtloosheid van het dorp in trouwden, dronken, bouwden of werkten. Silvain wist niettemin de schuld voor zijn misdadige leven bij de vrouwen te leggen die hem onvoldoende liefde hadden gegeven. Je kan je de mensen met die visie voorstellen, maar dat komt ook doordat het hier krachtig beschreven is.

----

Het boek heeft een sterk autobiografisch karakter. Dit eerste in een serie van drie begint met een deel 1 over het leven in Picardië (Noordwest Frankrijk). Het leven is er rauw en het gebied staat in Frankrijk slecht bekend. De mannen zijn er hard, de vrouwen zorgen, de Fabriek levert arbeid en de 5 liter dozen wijn bieden afleiding en zijn vaak de brandstof voor vechtpartijen. Iedereen weet er alles van iedereen en wil dat ook weten. Als iemand in zijn eigen vuil sterft dan stinkt dat verschrikkelijk, maar ondragelijk is het pas om niet van de hoed en de rand te weten. Dus gaan de vrouwen dichtbij staan om niets te missen, maar wel met een zakdoekje voor de neus. Roddels en achterklap als levensbehoefte.

----

Dit boek vol weinig vrolijke kost leest toch soepel weg. De narigheid is duidelijk aanwezig en wordt niet vermeden. Je zou erover kunnen struikelen. Maar dit alles wordt vanuit een andere hoek bekeken. Misschien ligt het minder aan de individu dan de bewoners van de streek zichzelf wijsmaken. De maatschappelijke omstandigheden moeten wel tot gezondheidsproblemen, en tot uitwassen leiden. Niet de Noord-Afrikaan, niet de homo, niet de zieke luiwammes, maar de politiek heeft de bevolking in de steek gelaten, laat hen zich kapot werken.

Deel 2 heet De mislukking en de vlucht. Voor Eddy zit er inderdaad weinig anders op dan te vluchten. Want een leven waarin iedereen je te pakken wil nemen, van klasgenoten tot broer en vader, is niet vol te houden. De geaardheid bestrijden en een meisje voor de schijn als oplossing; de vlucht uit wat blijkbaar niet kan. Het is een vaker gebruikte methode geweest, maar dit boek is geen reclame voor die verwrongen zelfmiskenning. Vluchten naar een andere realiteit, een leven ver van huis op zoek naar ruimte en waardering; dat levert wel een positieve noot, om het boek te sluiten en het leven in te trekken met een lach. Dat het einde van de roman mooier dan te verwachten is, voelt niet als plakkerig suikerspin roze. Maar wat aarde donker begon, blijkt toch te kunnen gaan glimmen.

* belle guelle = mooi smoeltje


vrijdag 4 augustus 2023

Pantoffels




De held
op pantoffels

komt
nu al
bijna
drie weken
nauwelijks
van zijn
plaats.


Hij ligt
en kiekt
op de
vierkante
meter
om daarmee
zijn dagen

(naast wat
de
TV
brengt)
vulling
te geven
.

Binnenhuisnatuurfotograaf
zou je
hem

kunnen
noemen.
Van draak
tot koe.



Zelfs de steel
van 'n
zonnenloem
moet er aan
geloven
en ook
van
de steeds
minder
bange muis
is beeld
gemaakt.


Klik en
daar staart
het.


Als herinnering
aan weken
zonder
buiten.


De hoofdpijn
neemt al af.
Soms ben je
daar een dag
mee bezig.

Als anderen de
oorlog van de mat vegen. Dazoumoizijn.