donderdag 28 september 2023

De gelaagde oorlog in Oekraïne en de botsing van grootmachten



De gelaagde oorlog in Oekraïne en de botsing van grootmachten door Guido van Leemput beschrijft de oorlog in Oekraïne als een waarin zeven verschillende oorlogen samenkomen, van een burgeroorlog in Oekraine, de imperialistische inval van Rusland, tot de oorlog in Syrië. Deze laatste noemt de schrijver een zijtoneel van de oorlog in Oekraine zelf. Dit ontvlechten van verschillende strijdtonelen is noodzakelijk om de oorlog te begrijpen en te zoeken naar een einde ervan, dus naar een eveneens gelaagde oplossing. De publicatie bestrijkt de periode tot en met maart 2023.

Dit boek – in reader vorm – is niet uitgegeven om uitsluitend kennis over het conflict te geven. Het is geschreven om te zoeken naar hoe om te gaan met de “clash of imperialisms in tijden van klimaatverandering” en op te komen voor vrede ontwikkeling en internationale solidariteit. Want de schrijver ziet een nog veel groter zijtoneel bij deze oorlog, daar waar miljarden mensen leven die worden getroffen door de oorlog in Oost-Europa. De eerste slachtoffers zijn vanzelfsprekend de mensen in Oekraïne, maar daarbij blijft het niet, want het is een internationaal conflict met internationale gevolgen zoals honger, hoge energieprijzen en schaarste. Internationaal is de oorlog ook door de betrokkenheid van andere landen, bijvoorbeeld door militaire hulp, zoals wapenleveranties.*

Vredespolitiek
We zien dat het conflict in de breedte (een steeds groter deel van de wereld raakt betrokken) en diepte (steeds ernstiger vormen van geweld) escaleert. De gevolgen worden kortom steeds omvangrijker en het is zaak de oorlog te stoppen om erger te voorkomen.

Zo'n onafhankelijke vredespolitiek is noodzakelijk. Er is het gevaar van een nucleaire escalatie en door de klimaatcrisis kan de planeet zich geen oorlog veroorloven, zo haalt de schrijver het uit Vlaanderen afkomstige boek Oorlogskoorts aan, maar er is een veelheid aan bronnen die hier op wijst. CNN stelt ronduit dat de oorlog de klimaataanpak schaadt. Om hier weerwerk te leveren is een wereldwijde vredesbeweging nodig die over grootmacht-tegenstellingen heen zou stappen, aldus Van Leemput. Hij gebruikt in dit deel van zijn betoog de woorden van Edward Thompsom die meer dan 40 jaar jaar geleden eenzelfde stellingname betrok met betrekking tot de atoombewapening, waardoor de gevolgen van de machtspolitieke koers boven de imperialistische tegenstellingen uitgegroeide. Er is een wereldwijd algemeen belang die koers te stoppen, zo stelde Thompson in 1980 in Notes on extremism. Ook door de klimaatcrisis botsen de belangen van Staten steeds meer met de belangen en veiligheid van burgers wereldwijd. Bovendien komen beide ontwikkelingen nu samen.

Bevrijdingsoorlog
Daarna krijg de linkse Oekraïense socioloog Volodymyr Isjtsjenko het woord. Deze pleit voor een Oekraïens verzet dat niet slechts nationalistische en identiteitsuitgangspunten hanteert, maar een linkse of socialistische sociaaleconomische politiek voorstaat. Anti-Ruslandpropaganda en anticommunistische identiteitspolitiek maakt het alleen maar moeilijker om een universeel perspectief voor Oekraïne te schetsen. Het zou zijn bevrijdingsoorlog moeten koppelen aan een antikapitalisme. Want in het Zuiden zijn na de oorlog in vooral Irak nogal wat landen die niet staan te springen om samen met de Westerse wereld op te trekken. Met een dergelijke aanpak zou Oekraïne het zich van oorlog kerende of afwachtende Zuiden juist kunnen inspireren. (Het arme Oekraïne zelf wordt wel geschetst als het meest noordelijke land van het mondiale zuiden.)
Het boek biedt met het opvoeren van deze linkse denkers visies die je elders niet snel treft. Het begrip gelaagde oorlog kwam overigens van Susan Watkins die dit een jaar geleden formuleerde en vijf verschillende oorlogen zag.

Vragen en onderhandelingen
De auteur beschrijft ook de aanloop naar de oorlog. Wat gebeurde met het Minsk II akkoord? Wat beweerde Poetin in juli 2022? Wat was de positie van Russische en Oekraïense oligarchen? Hoe bereid was de NAVO Oekraïne binnen te halen en waarom? Wat zijn de oorlogsdoelen van Rusland en de NAVO? Waarom wordt het westerse imperialisme waar Kiev van afhankelijk is door linkse organsiaties als Sotsialny Roech niet geproblematiseerd? En meer vragen en ook de uitwerkingen daarvan. Dat het einde van de aanval op Kiev kwam door Oekraïens verzet op de route en tegen het innemen van de luchthaven wist ik nog. Dat er sprake was van onderhandelingen met Turkije waarin terugtrekken van de Russische troepen bij Kiev deel was, was ik vergeten. De schrijver staat ook uitgebreid stil bij de onderhandelingen tussen Poetin en Zelensky in Februari 2022. De ex-premier van Israël, Naftali Bennett beoordeelt het als een fout dat het Westen deze onderhandelingen afraadde. Rusland zou zich terugtrekken en Oekraïne zou een neutrale positie innemen (p. 52). Het kwam er niet van.

Een overzichtelijk boek als dit brengt veel van de verwikkelingen terug.

Sancties
De schrijver staat ook stil bij sancties: “Een serieuze linkse buitenlandse politiek die de problemen van oorlog en ongelijkheid in de eenentwintigste eeuw verwerpt, moet dit gedateerde instrument verwerpen en eraan voorbijgaan. Mulder wijst erop dat Rusland al sinds 2014 onder sancties leeft, zonder politiek resultaat,” zo citeert hij Nicolas Mulder, de auteur van The Economic Weapon: The Rise of Sanctions as a Tool of Modern War. Ze werken niet en ze treffen de verkeerde personen. De sancties jagen de bevolking in het gesanctioneerde land vervolgens wel in armen van het regime dat erdoor verzwakt moet worden. Geen succesnummer dus. Het begrip sanctie is wel een containerbegrip, lijkt mij. Je kan van alles sanctioneren. Je hebt echter items die de bevolking treffen als ze gestopt worden, maar bijvoorbeeld ook sancties op strategische goederen voor militair gebruik die ik niet onder de afwijzing van Mulder zou willen laten vallen.

Het Westen is het grotendeels eens, maar in het mondiale zuiden wordt het Westen juist gewantrouwd, ook niet optimaal in een sanctiebeleid; de sluiproutes liggen voor het grijpen.
Een sanctiebeleid komt er bij voorbaat met steun van de bevolking van het getroffen land, maar komt altijd als maatwerk (sommige strategische goederen kunnen een belangrijke civiele functie hebben. Velen zullen zich de stop op coiffeuses** naar Irak nog herinneren, met vreselijke effect). De verhoging van de olieprijzen zijn ook een gevolg van het sanctiebeleid en wie er geen last van heeft is juist Rusland. De prijzen zijn omhoog gegaan en er zijn nieuwe afnemers voor de olie gekomen. Wederom het is geen succesvol of zelfs onproductief beleid. Berichten dat het militaire sanctiebeleid niet werkt duiken even vaak op als voorbeelden van dat het wel zou werken.

Kernwapens
Het verbaast allerminst dat de schrijver met bijna een halve eeuw staat van dienst in vredesbeweging en linkse politiek ook de kernwapens en bewapeningsakkoorden opvoert. De gouden eeuw van wapencontrole wordt steeds verder verlaten, signaleert hij onderbouwt met een lijst met welk verdrag wanneer. Dit terwijl we tot vandaag de positieve resultaten ervan nog kunnen zien, maar die verdampen wel. De
doomsday clock van de Atomic Scientists staat nu op 90 seconden voor twaalf. Dichter bij een nucleaire catastrofe zijn we nog niet geweest, aldus deze vermaarde atoomdeskundigen. De schrijver pleit dan ook voor het verwijderen van alle kernwapens in Europa. Dat zou tevens een opmaat voor onderhandelen over een oplossing voor Oekraïne kunnen zijn.

Helder overzicht
De gelaagde maatregelen tegen de oorlog aan het slot van het boek hebben als eerste stap een staakt-het-vuren. De schrijver herhaalt nog maar eens: dat is geen capitulatie, maar een begin om te kunnen onderhandelen. Maar hij komt ook met een achttal voorstellen om de veiligheid in de wereld te vergroten van politiek om atoomcatastrofes te voorkomen, via voedsel en energiebeleid, erkenning van de G20 naar het versterken van de ontwapeningsgedachte. Het draait hier duidelijk om een mondiaal vredesperspectief.


Het boek is informatief, zakelijk en beknopt. Het is overzichtelijke qua indeling en vormgeving met kaarten en met een duidelijke tijdlijn. Het is jammer dat er niet net wat meer tijd was voor redactie, waardoor typefouten zouden zijn verwijderd. De gelaagde oorlog lijkt geschreven alsof de schrijver voor hemzelf zaken op een rij zet met een ook voor derden mooi resultaat. Of je het eens bent met Van Leemput of niet, alle lezers kunnen hun voordeel doen met het heldere overzicht dat hij biedt. In deze korte bespreking is er slechts hier en daar wat uit de publicatie aangestipt. De hele uitgave is in pdf vorm op het internet te vinden of te koop voor € 20,- (inclusief verzending € 25,-) bij de uitgeverij SOC21.

Noten:

* Deze leveranties zouden botsen met het wapenexportbeleid. Dat is echter niet
coûte que coûte tegen het leveren van wapens aan conflictgebieden, zoals de schrijver beweert. Het is bijvoorbeeld binnen de EU minder uitsproken: “De lidstaten weigeren een uitvoervergunning voor militaire goederen of technologie waardoor gewapende conflicten worden uitgelokt of verlengd dan wel bestaande spanningen of conflicten in het land van eindbestemming worden verergerd.” Kortom een politieke afweging is nodig, en uitvluchten zijn mogelijk. Die multi-interpretabiliteit is ook juist waarom het zo is gesteld.

** Bedoeld voor steun aan zwak en kwetsbaar net begonnen menselijk leven, maar ook bruikbaar als broedkast voor biologische wapens. Veel technologie heeft zo'n civiele en militaire functie, dat heet dual-use of goederen voor tweeërlei gebruik.

dinsdag 26 september 2023

De rustelozen

 De rustelozen door Olga Tokarczuk is een constellatieroman waarin afzonderlijke verhalen samenhangen als kleine en grote sterren aan de hemel. Een verband dat hier gaat over reizen en het conserveren van lichamen, van mummies tot moderne vormen ervan. Die twee komen zelfs samen in de reis van het hart van Chopin terug naar Polen onder de hoede van de zus van de componist. Lichamen spelen een hoofdrol. Dat loopt van tentoonstellingen van ontvelde wezens, euthanasie op een onttakelt lijf tot aan het gat in de sok waardoor het fysieke lichaam van een medepassagier een knipoog kon geven.

Er zijn passages over bewaarde lichamen of delen daarvan die afstotelijk zijn. Er zijn er ook die het mooie van de preparaten laten zien, zoals hier:
“Ze zag zenuwworteltjes en zaadleiders die op vreemde planten leken, waarover de tuinman de greep had verloren: bollen, orchideeën, weefsels van kant en ajour, bezenuwingsnetwerkjes, stampers en meeldraden,” et cetera. Deze beschrijving geïnspireerd door een recente tentoonstelling van anatomische preparaten in Amsterdam (het zal een verwijzing naar Bodyworlds zijn) maakt het voorstelbaar dat dit intrigerend is en vol schoonheid kan zijn. Een door vermoeidheid benevelde geest helpt daar wel bij, bedenkt de vertelster zich. Bij het weer landen komt voor die geboeidheid angst terug.

Stofwolken
In het begin van de roman citeert de schrijfster Emil Cioran, een Roemeens schrijver en filosoof:
“In plaats van op de gezichten van de voorbijgangers te letten, keek ik naar hun voeten en al die rusteloze mensen herleidde ik tot haastige stappen, alleen waarheen? En het leek me evident dat onze missie berustte op het opwerpen van stof in de zoektocht naar een dwaas geheim.” Niet alleen komen de rustelozen uit de titel hier al naar voren stappen, letterlijk zelfs, je zou in het citaat ook een leidraad voor het hele boek kunnen zien.

Fragmenten
De roman is opgebouwd uit een grote hoeveelheid fragmenten die los van elkaar lijken te staan, of dat misschien zelfs doen, maar toch het verhaal over de reis door het opgeworpen stof in tijd en ruimte steeds hechter samensmeden én tevens ontrafelen. Door die fragmentarische opzet leest het boek niet gemakkelijk; s
teeds weer moet een nieuw stuk tekst worden gepuzzeld aan wat er tot dan toe is. Soms zijn de flarden kort, als een gedachte tijdens het reizen. Een voorbeeld hiervan is het medeleven met de mensen die Engelstalig zijn en zich nooit eens kunnen verstoppen in een taal die de anderen niet spreken. 

De korte fragmenten – soms nog geen halve pagina lang – geven dikwijls een interessant idee, zoals een stukje over nieuw leven dat vanbinnen leeg is en fragiel lijkt, maar duurzaam is, rondwappert, of zich dan weer vast haakt aan de takken van struiken. Het nieuwe leven is zijn verovering van de wereld, van de kustlijn tot de Himalaya, begonnen in steden en op vuilnisbelten. “Hun vluchtige lichamen zullen over ongeveer driehonderd jaar afgebroken zijn.” Weer dat lichaam. Nu van plastic. Waar puzzel ik dat kunstmatige en schadelijke materiaal in het grote geheel.

Sommige delen zijn opgesplitst in verschillende stukken en komen terug. Een dochter schrijft brieven aan de Franz I, keizer van Oostenrijk, om haar opgezette vader terug te krijgen, zodat hij een respectvol einde kan krijgen en niet meer als curiositeit volgepropt met stro tentoongesteld zal worden. Er komt geen antwoord op. Ze vraagt zich af of witte mensen dit lot ook zouden ondergaan. Volstaat een ander innerlijk of uiterlijk om algemene wetten en gebruiken niet op die anderen toe te passen? Het is niet de enige verwijzing naar racisme in het boek.


De langere teksten zijn rustgevend; ze volgen een poosje dezelfde mensen, niet eens alleen hun voeten maar zelfs hun doen en denken. Het duurde tot het einde van het boek voordat bij mij duidelijkheid ontstond over welk toch niet zo dwaas geheim het boek nu eigenlijk ging. Dat anderen een idee hebben dat verschilt zou me niet verbazen. Sterker nog bij het zoeken naar de betekenis van het begrip constellatieroman stuitte ik vooral op dit boek van Tokarczuk en zag vluchtig andere invullingen van waarover het zou gaan en vond al even vluchtig dat het bijvoorbeeld niet over migratie gaat, zoals iemand meende, hoewel misschien een klein beetje wel.

Kruisvaarders
Het gaat wel over reizen en over beweging, maar over over allerlei soorten beweging. Terug naar het land van je jeugd; vanuit een warm huis naar een leven op straat; het zoeken naar hen die verdwenen zijn en nog veel meer. We vluchten met de sultan uit zijn harem de woestijn in als de woeste troepen uit het noordwesten zijn kleine land binnenvallen. Die troepen zelf komen uit het Noordwesten, daar waar ik nu eeuwen later woon als hun afstammeling. Niet dat ik verantwoordelijk ben, maar negeren moet ik de aanklacht toch ook niet:
“Blijkbaar hebben ze de wereld de heilige oorlog verklaard en willen ze ons onderwerpen. (…) Tegen hen is niets en niemand opgewassen: ze zijn onverzadigbaar en tot alles in staat. Ze plunderen onze huizen, ze verkrachten onze vrouwen, steken de woningen in brand en onteren de moskeeën. Ze schenden alle bepalingen en overeenkomsten, ze zijn standvastig en hebzuchtig.” Alleen standvastig klinkt hier positief, al wordt hier mogelijk eerder gedoeld op star.

Adriaen Backer (1635/’36-1684). De anatomische les
van Dr. Frederik Ruysch, 1670. Olieverf op doek,
  168 x 244 cm, Amsterdam Museum. Bron

De Waag
We gaan ook in 17e eeuws Vlaanderen en Holland op pad met Philip Verheyen, de man met het houten been, de man van de fantoompijn, en de man die met zijn gedetailleerde studies van menselijk weefsel een enorme bijdrage leverde aan het begrijpen van het dat lichaam. Hij zag ook dat voet en kuit met elkaar verbonden zijn door een pees. Achilles werd zijn naam. Iemand moet dat bedacht hebben. Hij dus, leer ik door een Poolse schrijfster. Met Phlip belanden we op een beurtschip, maar ook in de Waag van Amsterdam voor een anatomische les door professor Ruysch. Naast een les was het vooral ook een voorstelling voor genodigden uit binnen- en buitenland. Ruysch was niet alleen goed met het mes, maar ook een pionier op het gebied van conservering van lichamen, een thema dat in de roman herhaaldelijk besproken wordt.

Geraaskal
We ontmoeten de man die denkt dat zijn huis een heel goed op hem toegesneden hotel is, waar hij wel alles zelf moet doen. Hotels daar komen we als lezer in deze roman vaker of we logeren bij iemand thuis. En op vliegvelden vanzelfsprekend. Op een van die vliegvelden krijgen we zelfs les in reispsychologie. De cursus door een jonge vlotte vrouw in legerbroek begint met het uitleggen dat onze ruimtelijk gevoel voortvloeit doordat we ons kunnen bewegen. Het besef van tijd komt doordat we als wezens verschillende stadia doorlopen. Tijd is niets anders dan het verloop van die veranderingen. Goed tot daar nog een uitwerking van het tijd en ruimte aspect van de roman, maar wat te doen met topografische reispsychoanalyse, waarin de cursisten les krijgen. Het is het zoeken naar de betekenissen van plaatsen om de reis te duiden. Tja vliegtuigen zijn de plek om bruinverbrande dronkenmannen te ontmoeten en vliegvelden de onpersoonlijke plekken voor geraaskal. Als het maar handel oplevert, zelfs voor de reispsycholoog in het hoekje bij de koffiemachine op het vliegveld. Het is een gedachte te mooi om te laten liggen voor een schrijver en om in een paar pagina's nog wat aan te dikken.

Bewegen
We komen veel lichamen tegen, als een stroom door het boek. Waarom blijft het ene je bij en het andere niet? Herinnert worden zij die zich tegen de stroom in bewegen, staat in een wat langer verhaal. Juist dat kan aantrekkelijk zijn. Alleen als je beweegt kun je ontsnappen. Dus beweeg, is de opdracht van een zwerfster, want wat verstijfd is, is krachteloos en als je stilstaat zul je in een marionet veranderen, in een nietszeggend wezen dat stinkt naar uitlaatgassen en vuilnisbelten. Met deze woorden wordt alweer afstand genomen van de geprepareerde lijven in collecties en tentoonstellingen.

Indruk
Olga Tokarczuk kende ik van twee andere boeken die veel indruk op me maakten, de Jacobsboeken en Jaag je ploeg over de botten van de doden. Beide zijn ze verhalender, en ze hebben beiden sporen in mijn beeld van de wereld achter gelaten. Dit boek is anders. Zelsfs anders dan andere boeken. Voor wie eens niet op routine de volgende roman weg wil kauwen, maar zich wil vastbijten in een doorwrocht literair onderzoek naar platheid, reizen, het lichaam en lichaamsdelen, zelfs als ze er niet meer zijn in de vorm van fantoom pijn. Tokarczuk graaft zich door het onderwerp. Je bent in goed gezelschap: zelfs de Goden reizen tegenwoordig mee in het lichaam van het grote ego, ergens tussen de hypofyse, de hersenstam, de pijnappelklier en het centrum van Broca of andere stille uithoeken van het menselijk lichaam. Er zijn zoveel vragen, visies, gedachten en losse brokken in De rustelozen dat het een boek is dat niet makkelijk in een keer wordt verteerd. Niet erg; dan lees je nog eens over de vader en echtgenoot die zijn kind en vrouw op een uiterst overzichtelijk eiland kwijt raakt ... en al die andere stukken tekst.

Sensatie
Zoals in de meeste romans geschreven door een kundig schrijfster, bevat ook De rustelozen veel mooie observaties en zinnen die zelfs los van de rest overeind blijven. Hoe de sensatiezucht van de pers te beschrijven?
“De politie wachtte om de plek schoon te maken, omdat een journalist van een belangrijke tv-zender zou komen om verslag uit te brengen. Blijkbaar was het hem vooral om de bloedvlekken te doen. Blijkbaar was hij al onderweg.” De aanslag wordt los van context en met ach en wee beelden opgedist aan de huiverende kijker, zo vertelt dit nog geen halve pagina lange fragment getiteld 'Vertegenwoordigers van de media'.

Opsmuk
De roman is geïllustreerd met wonderlijke – en juist daardoor passende – kaarten en ook de poëtische tekst verwonderd vanaf pagina een meteen. Ergens aan het eind van het boek bedenkt een vrouw dat er handboeken, encyclopedieën, zijn die alles pienter met elkaar verbinden,
“in de overtuiging dat dat allemaal samen iets betekent, hoewel we niet weten wat.” Is dat ook wat deze roman doet? Verbanden smeden? Het lijkt er eerder op alsof delen van de roman als schillen worden afgepeld, op de grond vallen, en er een kern overblijft. Weg met de opsmuk. Dat lijkt het thema. Je zou zelfs kunnen denken dat technieken om het lijf te bewaren het gevaar in zich dragen dat dit het origineel in een kunstmatige kopie dreigt te veranderen, zo wordt gesteld. Zelfs in overdrachtelijke zin dreigt dit gevaar, daar waar we vertellen over reizen en in geuren en kleuren de armoede op Cuba, de schattige hongerige kinderen of de in lompen gehulde boeddhistische non schilderen. De mooie man, met een hoofd vol prachtige Griekse verhalen, is bijna versleten en sterft door een banaal ongeluk en wordt dan verbrand, gecremeerd. De herinneringen blijven over. Misschien niet eens voor lang. Het is niet anders. Dat is wat onder het stof ligt.

zondag 17 september 2023

De zwavelgele hemel

 



De zwavelgele hemel door Kjell Westö* begint weinig belovend: "Ik las en ik schreef - daar bestond mijn leven uit - maar toch wist ik te weinig en had amper iets te zeggen. In wezen wist ik niet eens wie ik zelf was, ik wist niet eens of wat ik me herinnerde mijn echte herinneringen waren." Nog bijna vijfhonderd pagina's te gaan met tekst over een hol vat?

Het is het verhaal van een man op leeftijd, de verteller, die terugblikt naar het leven vanaf zijn jeugd tot dat van ruim veertig jaar later. Het omzien begint in 2016 als zijn jeugdvriend Alex wordt neergestoken en Sandrine de dochter van diens zus en de voormalige liefde van de verteller verdwijnt. De korte proloog (negen bladzijden) geeft deze informatie en nog wat meer al weg. Het is dus nauwelijks verklapperij door mij.

Het boek is verdeeld in delen waar verschillende personen een rol spelen. Die vorm geeft de schrijver veel mogelijkheden zijn verhaal op te bouwen en stukjes van verwikkelingen, vriendschappelijke en liefdesrelaties te geven om daaromheen te beschrijven hoe het zo gekomen is.

Alex is de jongen die de 'vriend' van de hoofdpersoon werd en hem uit zijn eenzaamheid haalde. Die twee in de lucht hangende kommaatjes om het woord vriend blijven het hele boek opduiken om weer te verdwijnen en vervolgens toch weer te verschijnen. De vriendschap is allerminst een zwart-wit succesverhaal, maar ook geen totaal falen. Ze legt wel de basis voor de rest van het leven van de verteller.


Als de hoofdpersoon
De dromer van het Smedsplan heeft geschreven dan is het commentaar van Alex (inmiddels een succesvol zakenman) dat de tekst aantoont dat hij gevoel voor mensen heeft, maar niet voor economie. De schrijver ervan zelf zal het eerste deel van de opmerking niet onderstrepen. Hij heeft moeilijke zaken laten liggen, de pijnlijke en intieme inkijkjes, en verdraaide het verhaal naar wat prettig was. Dit met veel succes. Hij zou echter nog dertig jaar aan een boek werken om het inhoudelijk beter te doen. De kijk op mensen is wél duidelijk aanwezig in De zwavelgele hemel zelf.

De evaluatie van het leven, biedt veel inzichten in mensen, nare taferelen die voor altijd op het netvlies staan, levenslessen, en pijnlijke fouten in de omgang met vrienden, familie en partners. Waar heeft hij steken laten vallen, hoe had het beter gekund en waar had hij bescherming moeten bieden tegen Alex, zijn vragen die voorbij komen. Dit reflecteren zorgt er onder meer voor dat het cliché van de onschuldige jeugd wordt bestreden. Niet voor iedereen is die jeugd zo'n blanco blad en als dat wel zo is kan het over een korte periode – door onwetendheid – gaan. Alleen al om de gevoelige vulling rond het verhaal, vond ik het boek prettig om te lezen.

De kritiek dat hij geen kijk heeft op economie komt van de met een gouden lepel in de mond geboren Alex die bovendien zelf alle middelen inzet om nog meer te verdienen. Mensen zijn daarbij instrumenten met enorme gevolgen. Opvallend is dat klassenverschillen een voorname rol spelen, zoals tussen de verteller en Alex, en dat in een Scandinavische omgeving. Scandinavië wordt toch vaak afgeschilderd als het toonbeeld van een egalitaire sociaal-democratische samenleving. Maar al op de middelbare school is duidelijk wie aan welke kant van de streep hoort, zelfs op de elite school waarop Alex en de verteller zitten is dat onderscheid zichtbaar. Tegenstellingen tussen meer en minder bedeelde lagen van de bevolking staan centraal.

Zelfs in een relatie tussen een rijk meisje en een jongen uit de kleine middenstand wordt het verschil duidelijk gemaakt als ze beiden een ander feest zijn geweest. De vrienden van het rijke meisje luisterden naar Pink Floyd, rookten hasj en lazen moeilijke boeken. Kortom de dwarse, maar wel hogere cultuur, voor hen van goede komaf. De vrienden van jongen uit de lagere middenklasse hadden zich klem gezopen en wat meisjes lieten hun borsten zien terwijl ze dansten en Lola zongen. Het platvloerse voor de lagere klassen. Kansen en mogelijkheden zijn oneerlijk verdeeld; dat wordt op veel manieren onderstreept.


Hoewel het 't meest voor de hand ligt om een lied van van de veel genoemde Georg Harrison te kiezen, neem ik toch liever iets van de Zweedse punkband Ebba Grön die ik niet ken. “Stella was weg van Joakim Thåström sinds hij bij Ebba Grön zong, ook midden onder haar verdriet had ze '800 grader' en 'Die Mauer' en andere oude nummers gedraaid (...)”  (p. 164-5).
Thåström zong daarna in Imperiet een band die verschillende keren in de roman opduikt.



Opvallend is dat de geschiedenis van Finland in de beide oorlogen zo'n grote rol speelt. Niet heel uitgesproken, maar met losse eindjes. Een vader met drankzucht door wat je PTTS zou kunnen noemen, een andere vader die sneuvelde maar bleef door de in de huiskamer opgehangen documenten over hem. De oorlog wordt zelfs een roman onderwerp voor de verteller annex schrijver. Wat ook steeds weer om de hoek komt kijken is de splitsing van Finland in Fins- en Zweedstaligen. Ook dit vooral met terloopse opmerkingen.

Er wordt wel gesteld dat de roman laat zien hoeveel harder de samenleving is geworden in de tweede helft van de vorige eeuw. Van de losse jaren zestig naar de tijd van rationalisatie en efficiëntie en winst maximisatie. Het woord neo-liberalisme wordt nergens gebruikt, maar daar draait het in het Finland van de zwavelgele hemel toch op uit om de economische dip van de jaren negentig weg te poetsen. Verschillende karakters in het boek gaan daar anders mee om. De koude zakelijkheid blijkt ook tot fricties te leiden. Wel geeft de roman globaal de ontwikkelingen van de afgelopen halve eeuw weer, van de jaren met ruimte voor creativiteit naar de jaren van ruitme voor zakelijk ondernemen, zelfs de punkperiode tusssenin krijgt nog wat ruimte (zie hierboven).

Maar de hardheid is er ook al eerder. Ze zit bijvoorbeeld ook al vrij extreem in de opa en overgrootvader van Alex. Maar ook in de vader van van Jan-Rogers, een jongen die alle andere kinderen in buurt haatten. Zijn vader
“zoop om te ontkomen aan de visioenen van de oorlog en de angst voor de onberekenbare tocht van granaatsplinters door je lichaam.” De protagonist haalt zelf een toneelstuk uit 1949 van Willy Loman aan 'De dood van een handelsreiziger' dat schilderde de tragedie van een heel leven aan het kapitalisme wijden met financieel succes als enige maat van geluk. Het hardste lijkt juist in het verleden te liggen – al doen de opgevoerde Abu Ghraib misstanden, de schadelijke rol van sociale media en pers in conflicten, en de vluchtelingen tragedie een poging dit te veranderen – het is de onbarmhartige zakelijke koudheid die wel de boventoon gaat voeren.

Het holle vat van de eerste pagina had gelukkig over uiteenlopende zaken, na een leven vol hotsen en butsen, wel het een en ander te melden.


Noot:
* Eerder las ik de De Woensdagclub van Westö, een intrigerend boek dat dieper op de Finse geschiedenis en onderlinge strijd ingaat.

vrijdag 15 september 2023

Vlamhoed

 

Niet ver van huis lepelaars. Een stukje verderop voer de pont niet, kapot. Volgende pont 7,5 km verderop. Niks te klagen; rietvoorns in de duinen en vlierbessen aan de bomen. En dan nog een pluk paddestoelen, de giftige Prachtvlamhoed? Het lijkt me wel, maar ik heb er geen verstand van.

Het is weer een tandje minder dan de vorige week. Nodig om het hoofd goed te stemmen.
Na twee maanden nog steeds niet helemaal in orde. Het komt wel weer goed. Het vreemdste is dat mijn hele smaak is veranderd, alles smaakt en ruikt als gefermenteerd plastic. Ook hier heb ik het idee: het komt wel goed.

maandag 4 september 2023

Jaguarman


Jaguarman van Raoul de Jong lijkt een reisverhaal over een langdurig (ruim een half jaar lang) bezoek aan Suriname. Toch draait het vooral om dezoektocht naar een verre voorvader, de jaguarman, die de roman een groter verhaal geeft.

Onderweg komen we van alles tegen, zoals de vrachtwagens die met ladingen stammen over de rode weg naar de bewoonde wereld rijden, het slavernij verleden (maar zeker ook het overleven ervan en het eraan ontsnappen), plantages, mijnbouw, dieren van klein tot groot, vriendschappen, familiebanden en meningsverschillen, teveel om op te noemen. Het is zo'n boek waar de schrijver zoveel mogelijk in heeft gestopt. Maar dat gaat hier niet hinderen. Integendeel het is wel lekker op deze reis steeds weer op een prettige manier nieuwe informatie (niet altijd fijne) en visies voorgezet te krijgen. Suriname zelf gaat bovendien leven door het boek, zowel in het heden als in het verleden. Dat draait niet het Nederlandse Suriname, maar dat van de slaafgemaakten, van hen die wegliepen het regenwoud in, de marrons (wat uit het Spaans komt en weggelopen vee betekent) en zij die er van oorsprong al woonden, al voordat de Europeanen kwamen.

Maar het boek gaat vooral over cultuur en identiteit. De schrijver heeft een Surinaamse vader en een Nederlandse moeder. Het is onvermijdelijk dat het daar ook over gaat in deze autobiografische roman. Raoul zoekt naar zijn achtergronden, zijn band met Suriname, en de geestelijke leider (piaiman) van de Arowak, zoals zijn oud groot- of betovergrootvader was. Hij kon zich volgens verhalen veranderen in een jaguar – de koning der dieren in de amazone. Tegen deze jaguarman praat De Jong in zijn boek vele pagina's. De piaiman zetten in het algemeen aan tot moed en die was meer dan nodig onder het witte bewind. Ze lieten ook zien dat de slaven de vrijheid konden nemen en zich aan de 'meester' onttrekken.

Veel informatie is er niet over voorvader jaguarman. Er zijn ook slechts summiere sporen om op zoek te gaan. Er zijn wat namen van familieleden. Er was een stuk familiegrond aangekocht na de slavernij. Het was zelfs niet eens precies duidelijk hoeveel generaties terug hij leefde. Het wordt graven in archieven, praten met mensen, de informatie uit terloopse woorden opmerken, en het lezen van boeken. Anton de Kom noemt bijvoorbeeld in
Wij slaven van Suriname de kracht en de moed van de jaguar die aanwezig was in Koni. Hij was leider van een opstand in de tweede helft van de achttiende eeuw van duizenden mannen en vrouwen die weigerden om iemands 'slaaf' te zijn en die tegen de Nederlandse heersers opstonden. Er komt in Jaguarman een hele plank aan boeken voorbij die aanwijzingen opleveren en inzichten verdiepen, zowel uit koloniaal getinte als kritische hoek. Maar vooral zijn er de toevalligheden die hints in en richting geven. Maar bestaat dat toeval wel? “U zei het zelf, als iets te toevallig lijkt, is het omdat het zo is,” zegt Raoul tegen de jaguarman.

Mensen die zich veranderen in vogels en dan wegvliegen, het is onwennig om te lezen. Onlangs bekeek ik een programma over drummer Eddy Veldman. Die liet de ritmes horen van waaruit zijn muziek ontstaat, die liepen van kaseko naar winti. Zonder koude drukte. Gewoon ritmes. Niks onwennig. Maar het natuurgeloof is meer dan maten op een trommelvel en was juist een element in het overleven van de eeuwenlange slavernij; een middel om er afstand van te kunnen nemen. Winti speelde een belangrijke rol in het overeind houden van de eigen identiteit van veel Surinamers. Winti was ook een manier om grip te krijgen op jezelf en de wereld om je heen. Het is in Jaguarman mooi en rustig beschreven.

Zoals al vermeld, het boek zit vol informatie over Suriname. Zoals het verhaal van het ontstaan van het Brokopondomeer. Deze geschiedenis wordt verteld vanaf de eerste bauxietwinning in de jaren twintig van de vorige eeuw tot de sluiting van de stuwdam in 1964 die vervolgens veel dorpen van marrons onder water zette. Het zijn maar een paar pagina's. Maar ze leggen bijvoorbeeld uit hoe belangrijk Surinaams bauxiet was voor de Verenigde Staten. De stuwdam moest de benodigde energie opwekken. Het resultaat was dat miljoenen dieren en bomen verdronken in het kunstmatige meer. Het is pijnlijk beeldend opgeschreven in het boek. De bewoners werden verhuisd naar nette hutjes aan de rand van het water. Dit deed wat zwepen, geweren en de bijbel de eeuwen ervoor niet voor elkaar hadden kunnen krijgen. De mensen met die lange geschiedenis van overleven en verzet, werden armoedige bewoners van een periferie die voor inkomen mee moesten werken aan een economisch model dat de vernieling van hun oude bestaan had veroorzaakt.

In het meer is een eilandje boven water gebleven, Tonka Eiland. Daarop is een leerinstituut waar Frits van Troon probeert de vroegere cultuur en kennis van het woud over te dragen, met weinig succes. Liever verkoopt men kennis aan de farmaceutische industrie dan de eigen kennis van het woud te vergroten. Frits kent de argumenten waarom het regenwoud belangrijk is: klimaat, economie, en gezondheid. Er is echter ook een wat poëtischer argument: het bos geeft misschien ook gewoon geluk. Zelfs een verbitterd man als Van Troon verzacht erdoor.


Het heeft zin
“om een eilandje te zijn in de apocalyps.” Uiteindelijk kan dat nieuwe initiatieven opleveren die tot een betere wereld leiden. Dat is de les van de Jaguarman. De Jong haalt in dit verband woorden van R. Dobru aan die de 'totale bevrijding' voor zich ziet.* Woorden die in de context van Suriname veel betekenis hebben, maar waarvan de boodschap dat land ook overstijgt. Het is een hart onder de riem voor een ieder die zich hiervoor in wil zetten.

Veel mensen die in de tekst worden genoemd, bekende Surinamers, onbekende schrijvers, al lang overleden familieleden en mensen die De Jong spreekt en ontmoet zijn in het boek afgebeeld in wit, grijs en zwart. Ze zijn eschilderd in waterverf door de auteur zelf. Er zit veel leven in de ruim twintig paginagrote en wat kleinere portretten. Ze zijn bovendien een aanvulling op het boek.


Noot:
* In het boek staat een lijst met 52 eindnoten, maar in de tekst van de 8e druk ontbreekt de verwijzende nummering. De woorden van Dobru die De Jong gebruikt komen uit het laatste hoofdstuk van Wan monki fri (1969) (een mondje vrijheid). Die tekst is te vinden is op de website van
De Nederlandse Bibliotheek (pdf)