maandag 6 november 2023

Het gehucht



Het gehucht is een boekenweekgeschenk uit 1958, geschreven door A. Defresne voor de  novelle-prijsvraag onder Nederlandse schrijvers en schrijfsters gehouden in 1956 . Het eerste dat opvalt is de tekening op de kaft ervan. Die boeienkoning is getekend door Hans Peter Doebele, net als de tien prenten in de novelle zelf.

De boeienkoning op de kermis in het gehucht wordt geïntroduceerd met
“Op een nagemaakt tijgervel na was de boeienkoning naakt. Hij was een grote, bollige vleeskolom met dikke armen en zware dijen (…) Hij had een wipneus.”

Het verhaal zelf zit meer in de Nederlandse rivierklei dan de illustraties. Het speelt in een hoek waar de dijken van twee bij elkaar komende rivieren elkaar raken. Het gehucht is klein: wat armetierige huizen, zandpaden, sloten en een kerk en met een bevolking waar zij die wat in hun mars hebben uit is weggetrokken en wat rest door inteelt er niet op is vooruitgegaan, maar simpel is en vol woestheid, roddel en achterklap.

De kermis loopt uit op een ramp voor het gehucht. Vrijwel alles gaat in vlammen op. Alleen het beeld van Jezus blijft nog staan op het plein, met zijn ene arm omhoog, twee vingers geheven, en de hand van het andere arm tegen de borst.

De tekening mag markant zijn. Dat is zeker ook het verhaal. Je waant je in een uithoek van Nederland en wordt getuige van de domheid en gemeenheid van het volk. Als de boel  fout
loopt dan zijn er altijd mensen die een verklaring zoeken. Vaak is die voor een deel al bepaald door de positie of visie van de analist. Hier ziet de pastoor een groter plan van God opdoemen achter de vernietiging van het gehucht. Mocht het al toeval zijn dan is dat door de almachtige gestuurd. De fanatieke kapelaan gaat daarin mee.

De schoolmeester stelt dat er zoveel dingen toevallig op een dag gebeuren dat er altijd wel een samenhang is te schilderen met een graai in de grabbelton vol lukrake voorvallen. De drie reconstrueren de gebeurtenissen, maar wel met een andere invalshoek.

Intussen heb ik wel een zeer Nederlands verhaal van tussen de rivieren gelezen. Met veel plezier.

Wie was Defresne?

De schrijver August Defresne is vooral bekend van zijn toneelwerk. Al in 1929 – een jaar nadat het stuk verscheen – bracht hij als eerste de driestuiver opera van Bertold Brecht in Nederland op de planken, vertaald door Defresne zelf. In 1941 schreef hij Het onbewoonde eiland, een toneelstuk dat ook in het buitenland (België, de VS, Duitsland, Finland, Noorwegen en Schotland) werd opgevoerd. Krantendatabase Delpher heeft 197 krantenartikelen met informatie over het stuk en het werk van Defresne. Ze zijn gepubliceerd van 1941 tot 1984 (hier een In Memoriam uit De Waarheid van 4 april 1961, een van de vele IM's). Volgens wiki is zijn boek Het eethuis (1929 tijdschrift Groot-Nederland, en 1931 boekvorm) een meesterwerk met verfijnde psychologie in de karakterschetsen.


bron wiki

De novelle staat op de website van de Nederlandse Bibliotheek.


Geen opmerkingen: