Thomas Boender, is ogenschijnlijk 'n wat domme Noord-Groningse jonge man. Hij groeit op in een extreem stug gezin. Zodra het kan vertrekt hij dan ook met € 500 aan spaargeld en komt via Amsterdam, Parijs, en Dover terecht in Sheerness. Onderweg houdt hij zich staande, of net niet, en ziet een wereld die groter is dan die hij kende. Zo zou een zeer beknopte samenvatting van het boekenweekgeschenk van 2008 kunnen luiden. De pianoman* is geschreven door Bernlef.
De jongeman leert van zijn lerares Jenny op de lagere school piano spelen en dat is de grootste schat die hij in zijn jeugd verwerft. Woorden heeft hij nauwelijks meegekregen en vaak vindt hij dat er teveel van zijn. Hij praat niet graag. Muziek wordt door hem tegen taal afgezet en wint het ervan. De wereld van noten “die zoveel mooier waren dan woorden, die meteen aan de wereld vastplakten. Muziek maakte zich daarvan los (...) en verdween weer geruisloos zonder een spoor achter te laten.”** Verder heeft hij door het uitgebreid bestuderen van de atlas veel topografische kennis. De afwezigheid van sociale vaardigheden maakt hem kwetsbaar.
Het is een luchtig vluchtig verhaal en ik vraag me af of het gaat om de noodzakelijkheid van ontwikkeling voor een goed leven. Die ontplooiing begint al in de thuissituatie na de geboorte. De start wordt vaak op school vervolgd. Geen eer aan te behalen, denkt de onderwijzer dan bij een jongen als Thomas. Hij wordt in een bank aan de zijkant gezet. Je moet er immers zo min mogelijk last van hebben. De kansen in het leven worden al vroeg bepaald. Al kan de juiste mens op de juiste plek op het juiste moment, nog wel een verschil maken, zoals hier juf Jenny.
De norse stugge Groninger, drinkt eerst koffie voor hij aan een moeilijk gesprek begint; dat haalt al wat spanning uit de lucht. Het is een van de weinige positieve noten over het leven daar in het Noorden. Het is de vraag of de karikaturen bedoeld zijn om te bedenken waarom die afwijzende geslotenheid bestaat? Is het misschien een reactie op het leven waarin alles veranderd zonder dat er enige invloed op mogelijk is? Geslotenheid als stug verzet? Dat denkt het nieuwe lief van Jenny, ook een leraar, niet zoals zij import van buiten, maar getogen in het gebied. Het is een actuele visie, maar of hij klopt, het is de vraag. De naam Mansholt bijvoorbeeld is ook met het gebied verbonden. En de Mansholts hebben zich door de veranderende wereld niet tegen laten houden. En andersom leeft tegenwoordig in de Randstad een vergelijkbare wrokkige weerstand, al heeft die in de stad net een andere vorm dan buiten.
Het thema lijkt echter om gesproken taal te draaien. Die kan gebruikt worden om de ander in een richting te manipuleren. Die kan angst oproepen. Een geriater in het verhaal zegt: “Soms zijn woorden bedreigend.” Verzwegen woorden kunnen de situatie ook zwaar maken. Of andersom, licht als wel gepraat wordt. Uiteindelijk is het zelfs in een stugge omgeving beter wel te spreken; te zeggen wat op het hart ligt. Thomas besefte dit. Hij begon. Hij vertelde. Verstandige boodschap, maar De pianoman heeft toch vooral de sfeer van een makkelijk verhaal om te vermaken en het is wat geforceerd zoeken naar diepere lagen.
Zijstraat:
* Ik noemde het geschenk al eerder in een blog op Zandkastelen.
** Iets dergelijks zegt ook Eric Dolphy op het album Last date tijdens een interview met Michiel de Ruyter: “When you hear music, after it's over, it's gone in the air. You can never capture it again.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten