Het boekenweekgeschenk voor 1963 is een apart boekje. Het is geschreven door de bekende historicus prof. dr. j. presser en behandelt, zoals de titel al aangeeft, europa in een boek*. Aan de hand van afbeeldingen wordt de geschiedenis van het werelddeel uit de doeken gedaan.
“KINDEREN WETEN PRECIES, wat met Europa bedoeld wordt (…),” met die woorden opent het boekje. Het zijn grenzen op een kaart, maar al snel wordt duidelijk dat het werelddeel minder vastomlijnd is en het is daarnaast al snel onduidelijk wat met Europa precies bedoeld wordt: “dan heeft kennis plaats gemaakt voor inzicht,” constateert Presser daarbij. Naast deze overdenking staat een Ionische vaas met het bekende beeld waar Europa op de rug van Zeus (de Griekse oppergod) zit die de gestalte van een stier heeft aangenomen.
De professor komt niet veel later met de opmerking dat Europa geen hoofdstad heeft. Dat is inderdaad zo. De Unie heeft alleen de-facto een hoofdstad in Brussel, niet formeel. Het bouwen voor 'Europa' was er in 1963 al wel ruimschoots begonnen. Presser meent dat Jeruzalem eeuwen lang als excentrische – buiten 'ons' werelddeel – hoofdstad is gezien. Een houtsnede met een gezicht op Jeruzalem door Erhard Reuwich met in het midden de tempel illustreert deze overdenking. Presser noemt nog andere kandidaatsteden: Venetië, Praag, of Amsterdam. Maar hoewel het rommelig verliep was Brussel in 1963 al de keuze en werd toen al praktisch gezien steeds meer de hoofdstad van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en dat is daarna niet veranderd tot aan de huidige Europese Unie toe. Nu is Europa geen synoniem voor EU of EG, maar breder dan dat en het denken over een hoofdstad alleen al toont het diffuse karakter van het begrip Europa aan.
Jeruzalem wordt door Presser hier nog de stad van Joden en Christenen genoemd. Wie hij daarmee vergat is zes decennia later overduidelijk. Overigens komt de rol van de Arabische wereld en Islam later in het boekje uitdrukkelijk aan de orde:
“Wat Europa in stoffelijk en geestelijk opzicht verder aan de Arabieren dankt, vergt zelfs in de kortste samenvatting meer ruimte, dan wij hier ter beschikking hebben. Om nog te zwijgen over de levenskracht van de Islam in onze eigen tijd, een verschijnsel dat mogelijk meer aandacht verdient dan het Europa van deze jaren zestig er voor lijkt te koesteren.”In de tekst over Voltaire merkt hij dan weer op: “De historicus Voltaire: hoofdwerk Essai sur les mœurs et l'esprit des nations, de eerste grote cultuurgeschiedenis, die zonder, veelal op onkunde berustende, zelfgenoegzaamheid ook buiten-europese beschavingen, de Indische en Chinese, aandacht schonk.” Hij heeft zeker oog voor het eurocentrisme en de kwalijke gevolgen ervan. In dit licht citeert hij een recente uitspraak van de Italiaanse hoogleraar Umberto Campagnolo: “Europa heeft de wereld ontdekt, geëxploreerd en opgemeten, er grond en ondergrond van onderzocht, de fauna en flora van geclassificeerd, het heeft zich meester gemaakt van haar rijkdommen en energieën, soms heeft het er zelfs het landschap veranderd, het heeft de zeden van haar volken, hun beschaving en geschiedenis bestudeerd; vrijwel overal heeft het een beslissende invloed uitgeoefend door zijn handel, zijn techniek, zijn opvattingen, zijn wetten; in vele streken heeft het zich neergezet met uitsluiting van anderen en met onderwerping of uitroeiing van de inheemsen'.”
De structuur van het boek is een plaatje, veelal op de linkerpagina, en daarbij een korte beschouwing, mening of uitleg op de rechter. Via een brons van Rodin springt Presser terug naar de bronstijd en stelt daarbij de vraag of er een verband is tussen de mensen van toen en die van nu. Maar ook Herodotus en Plato uit de Griekse oudheid komen voorbij. Bij deze wijsgeren neemt hij de ruimte om op te merken dat een zo dun boekje natuurlijk nooit de Europese geschiedenis kan bevatten, alleen hier en daar aanstippen, want als het bijvoorbeeld gaat om Griekse wijsgeren is er gemakkelijk nog een dozijn vooraanstaande namen te noemen. En daar blijft het niet bij. Ook Romeinse grootheden passeren, zoals Marcus Aurelius, maar ook de onbekende Anthonius Pius. Bij deze laatste is de bespiegeling dat hij zijn onbekendheid aan zichzelf te wijten heeft. Deze keizer stond bekend om zijn deugden en voerde nauwelijks oorlogen. Karel de Vijfde komt een paar keer langs. Een maal als de man die Gelre onder zijn gezag bracht en die daarmee aan de oorsprong van de eenheid der Nederlanden stond.
Op de achterkaft staat dat het boek in klein bestek wetenswaardigheden bijeen brengt; een aantal voorvallen, mensen en zaken die binnen deze geschiedenis een plaats verdienen. Overigens is het even interessant te bedenken wie daarin missen en of daar iemand plaats voor had moeten maken. Zelf stelt hij de vraag wie missen onder een foto met de betrokken bij München 1938, waarop Chamberlain, Daladier, Hitler en Mussolini staan, maar Stalin en Roosevelt ontbreken.
Dante en Shakespeare, Rembrandt en Goya, Erasmus en Voltaire, Leonardo da Vinci en Michelangelo, Zetkin en Lenin worden genoemd en nog een groot aantal anderen al is het bij velen maar doordat ze terloops in de tekst aangestipt worden. Er zijn de eerste Christenen, maar ook uitvinders van de de boekdrukkunst (Coster of Guthenberg, Haarlem of Mainz, of “vier eeuwen daarvoor ergens in China” (door Bì Shēng)), de uitvinder van de door stoom aangedreven spinmachine Richard Arkwright en de de industriële revolutie die door stoom werd ingeleid en de positie van Europa in de wereld versterkte. Verder zijn er: het belang van volksverhuizingen; een correctie op het beeld van de onbehouwen Germaanse volken door het bespreken van en afdrukken van een pagina uit de Codex Argenteus uit de zesde eeuw, waarop een vertaling van het Onze Vader die de Germaan Wulfila in de vierde eeuw maakte; en de constatering dat er geen geschiedenis is zonder boeman.
De Nederlander in Presser constateert met spijt dat deze Codex in de 17e eeuw in Nederland was, maar dat het voor een bedrag kleiner dan wat nodig is voor een vakantie naar Zweden is verkocht. Dat de Nederlandse stadhouder Willem III in 1688 de Engelse troon besteeg na de Glorius Revolution verleidt hem tot een hij “lekker wel” waar anderen faalden. Er zijn ook woorden die een algemene waarheden in de geschiedenis willen omvatten, zoals: veel winst bevat tevens verlies en veel verlies winst. Of er worden woorden van een toerist opgevoerd over een vrouwenbeeld in de Dom van Straatsburg: “de mooiste meid van Frankrijk.” Opmerkingen als deze houden de tekst luchtig, prettig leesbaar, en maken hem soms ook wat melig.
Niet alleen namen ook periodes als Hellenisme, middeleeuwen, renaissance, verlichting en romantiek komen aan bod als etiketten op tijdperken, al dan niet inhoudelijk ingevuld. Soms zijn de geleerden het niet eens wanneer zo'n periode startte en eindigde. Presser lijkt ervan te genieten te benoemen hoe vaag de afbakening van periodes soms blijft. Het past in de humor die hij door de teksten in dit werkje strooit. Anderzijds legt hij ook een verband tussen het Europa binnenkomende goud van het Perzische rijk in de vierde eeuw en dat vanuit de Amerika's in de zestiende eeuw. Beide met grote invloed op de economie. Het is een levendige introductie op Europa met gewogen flarden uit die uitgebreide geschiedenis en dus minder hapsnap dan het soms lijkt.
Het boekenweekgeschenk sluit af met Spinoza in de woorden van de dichter Verwey uit Het Kouter (tijdschrift voor Religie en Cultuur):
“Door alle latere woelingen heen, terwijl de enen hem huldigden, de anderen hem smaadden, bleef zijn gestalte zichtbaar, en als in afwachting. Als men alle wegen heeft afgelopen, zullen zij misschien hun gemeenschappelijk kruispunt blijken te vinden rondom zijn stille verschijning.Het zijn woorden die uitnodigen te denken welke wegen voor Europa nu open liggen, begaanbaar zijn, en wat wenselijk is. Zo is ook dit boekje, hoewel anders dan de roman De hoofdstad, een aanzet tot denken over ons werelddeel. Het was een bijzondere inhoudelijke keuze van het CPNB om te gaan voor wetenswardigheden over Europa door een gerenomeerd historicus en schrijver.
Noot:
* 'europa in een boek' is op de website van de Nederlandse Bibliotheek te vinden als pdf, txt, scan, of als epub. Hier zijn ook alle illustraties te vinden. Zowel voor de naam van de schrijver als de titel zijn bij deze uitgave geen kapitalen gebruikt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten