vrijdag 20 december 2024

Empusion


Een tijdlang heeft het boekenweekgeschenk een kaart achterin gehad waarop je als lezer de ongenoemde schrijver ervan kon invullen en het antwoord inzenden. Het was een wedstrijd met geldprijzen voor de aankoop van boeken.

Het boek Empusion; een natuurgeneeskundig griezelverhaal van Olga Tokarczuk had er niet in gepast. Niet omdat de schrijfster Poolse is, maar omdat ze zo herkenbaar schrijft over thema's die weliswaar spelen door heel Europa en in verschillende tijden, maar te vangen zijn onder vreemde varianten op de rationaliteit met hier en daar een hersenschim. Vrijwel iedereen zou daarom raden wie de schrijfster was en dan zou er geen lol meer aan zo'n wedstrijd zijn.

Hier reist de hoofdpersoon in september 1913 naar een kuuroord voor longpatiënten in de bergen bij Görbersdorf, destijds gelegen in het Duitse deel van Silezië. Inmiddels heet de plaats Sokołowsko en het kuuroord is in verval. Tokarczuk is er zelf opgegroeid en woont er nog steeds, zo meldt een recensent. Ze was niet de eerste die een kuuroord in de bergen gebruikte om daar roman personages vanuit verschillende levensbeschouwelijke stromingen te laten discussiëren over grotere vraagstukken. Thomas Mann deed dit eveneens, maar in Davos, in zijn De Toverberg. Empusion is er een feministische reactie op.

September is de maand dat de herfst begint. Niet alleen liggen er dan bladeren van de esdoorn (“de meester van het kameleontische gebladerte”), maar ook van de beuk. Die boom wordt neergezet als een plant waarvan “de verspreiding precies samenvalt met de onalledaagse ruimte die Europa heet en zou eigenlijk een plaats moeten krijgen in haar eventuele wapen.” Helemaal precies is het niet, maar veel scheelt dat niet. Een fraaie observatie, als extraatje bij het toch al goed gevulde verhaal.

Het lijstje personen voorin bevat niet alleen namen, maar ook hun functie die veelal levensbeschouwelijk van aard is. Hoewel de hoofdpersoon, Mieczysław Wojnicz, heel aards is: student water- en rioleringstechniek uit Lemberg. In een lijst met plaatsnamen heet Lemberg dan weer in het Pools Lwów, maar tegenwoordig is het beter bekend als het Oekraïense Lviv. Zo geeft de geschiedenis van een plaatsnaam nog een extra laag aan het boek.

Niet alleen de lijstjes vallen op; het boek heeft een motto ontleend aan Fernando Pessoa dat samen met een foto van Görbersdorf twee pagina's beslaat. Pessoa beweert hier dat er elke dag onbegrijpelijke dingen gebeuren in de wereld. Dat onbekende loert vanuit de schaduw. De woorden beloven een roman die de onverklaarbare verschijnselen rondom een TBC-kolonie zal beschrijven. Het begint vrijwel onmiddellijk met de dood van Klara, de vrouw van Wilhelm Opitz, de beheerder van het Pension voor Heren. Hoe ze om het leven kwam? Het wordt beweerd dat het om zelfmoord ging. Maar is dat te geloven?

In Göbersdorf kuren ernstig zieke longpatiënten en het komt dan ook regelmatig voor dat er iemand sterft. Toch is er geen begraafplaats en moeten lijken overgebracht worden naar Langwaltersdorf of Friedland. (inderdaad ook dit gehucht en dorp liggen tegenwoordig in Polen en hebben een andere naam). Zo kan in Görbersdorf juist het leven gevierd worden en de dood op afstand gehouden. De aanblik van de dood zou het moreel van de strijders voor gezondheid immers kunnen schaden. Klara stierf en hield zich niet aan die regel en moest verdwijnen. Kuuroord patiënt, socialist, humanist en klassiek filoloog August August zegt over de doden “wij interesseren ons niet langer voor hen. Wij negeren de dood.” Dat is vanzelfsprekend onmogelijk en verwijst juist daardoor des te krachtiger naar de dood.

Om dat streven naar vergeten dichterbij te brengen zijn er de kaalkopjes die in de dagelijks gedronken likeur Schärmerei gaan. De drank brengt vergetelheid en verslaving. Wojnicz besluit na verloop van tijd om te stoppen met het drinken ervan.

Toch zijn er steeds meer aanwijzingen dat het gevaar, zelfs de dood, een grotere rol speelt dan voor de goede sfeer wenselijk is. Dat loopt van een stoel op zolder met riemen om de persoon die er inzit vast te binden, tot de uitspraak van de doodzieke Thilo von Hahn – kunstenaar en kenner van het landschap – dat de natuurlijke omgeving in de streek rond het kuuroord doodt, of het knikje in zijn richting van beheerder Opitz bedoeld voor de ruige in het bos levende kolenbranders dat niet veel goeds voorspelt.

Veel gesprekken tussen de mannelijke patiënten gaan over vrouwen. Ze komen er eigenlijk nooit goed vanaf. Ze zouden evolutionaire lanterfanten zijn. Terwijl de man zich verder ontwikkelt staat die van haar stil. “Ze kunnen het zelf niet redden en moeten altijd steun zoeken bij de man.” Verleiden en manipuleren dat is wat ze kunnen. En meer van dergelijke visies in tal van varianten totdat het je als lezer gaat vervelen en tegenstaan. Ook voor de bronnen van de vrouwonvriendelijke opmerkingen is onder 'Aantekeningen van de auteur' weer een lijstje – of liever een lijst – opgenomen.Volgens een bespreking van Rosan Hollak in NRC-Handelsblad zijn de misogyne opmerkingen die de denkende mannen in het boek delibereren voor de huidige lezer alleen nog bespottelijk. Het lijkt een optimistische visie in een tijd dat waarden snel verschuiven.

Wojnicz merkte op dat elke discussie, waarover dan ook, uiteindelijk werd teruggebracht op vrouwen. In dezelfde trend worden ook de Slavische bevolking en de moderne kunst belachelijk gemaakt. De traditionele katholiek en leraar op een gymnasium Longin Lukas neemt hier vaak het voortouw bij en wat antisemitisme en racisme is hem ook niet vreemd als hij de verhulde jood, de raciaal lager staande vrouw, of zwarte, op de korrel neemt. Hij is voor een sterke staat, met krachtige normen, gebaseerd op religieuze en culturele eenheid en dan moeten die vervrouwelijkte zwakkelingen geen gelijke rechten krijgen.
Intussen weet hij, mocht daar behoefte aan zijn, tegen beloning ook wel wat propere, welgevormde meisjes te vinden, zeg maar, voor de gezonde natuur. Normen je moet ze als man immers ook niet overdrijven. Want naast conformisme is hypocrisie de andere pijler waarop de samenleving draait, volgens de arts Semperweiß.

Zijn vader had van zoon Wojnicz een militair willen maken. De jonge man merkt op dat Polen land noch leger heeft en dat had betekent dat hij de Duitse keizer had moeten dienen om het fraaie uniform te dragen. Thilo gaat niet helmaal mee in dit idee van de man in uniform. Hij maakt de lintjes die militairen dragen bespottelijk. “Wat doen die mannen toch in hun uniformen? Ze doden. Waar gaan ze prat op? Op geweld.” En vervolgens vraag hij zich af of vrouwen zich ook niet in uniformen zouden moeten kleden, getooid met lintjes voor het aantal bereide warme maaltijden, gebaarde kinderen en verzorgde zieken.



Thilo ligt dan op sterven, maar geeft kracht aan zijn omgeving. Hij heeft bij zijn ouders het schilderij van Herri met de Bles ontvreemd dat het offeren van Isaac door zijn vader verbeeld en meegenomen naar het kuuroord. Het is een schilderij waarop meer te zien is als je anders wilt kijken. Wat zit er bijvoorbeeld in de grot en hoe beweegt het mes. Wojnicz zal bij het overlijden het schilderij krijgen zo wordt hem beloofd nadat Thilo hem een kus op de mond heeft gedrukt die hij niet wist te beantwoorden, maar gewoon accepteerde.

Lukas komt met een kritiek op de democratie. Zijn woorden zijn vrijwel dezelfde als die in de roman van Ilja Leonard Pfeiffer Alkibiades. Blijkbaar zijn er meer schrijvers die zich zorgen maken over de opkomst van de rechtse ondemocratische krachten. In Empusion staat dat de democratie een schijnsysteem is, “altoos vormt ze een zeker theater en in haar wezen neigt ze tot het voortbrengen van een sterke leider, die er naar zal streven een alleenheerschappij op te bouwen.” In Pfeijffers boek zijn het de teksten van een Griekse filosoof en Perzische gouverneur die deze waarschuwende woorden uitspreken. Hier wordt Gods orde als doorslaggevend argument tegen de democratie gebruikt en het afwijzen van een hiërarchische orde wordt afgeserveerd met verontwaardig uithaal 'Socialist!'. Als dat als argument niet voldoende is dan kan je altijd nog het emotionele matriarchaat als afschrikwekkend beeld aanhalen bij ideeën dat mensen gelijk zijn.

“Weet je dat ze mensen zoals jij in zee verdronken,” werpt August op basis van de woorden van de Romeinse politicus en filosoof Cicero Wojnicz voor de voeten. De ingenieur in opleiding met gladde borst, grote tepels en een liefde voor vrouwen kleren wordt daarmee op zijn plek gezet. De arts van het oord, de psychoanalyticus Semperweiß heeft het niet zo met het zwart-witdenken. “Omdat we onzeker zijn over onszelf bedenken we een uiterst stabiel, stram systeem dat ons rechtop moet houden, dat de in onze ogen nodige complicatie zou moeten vereenvoudigen. (…) Het brein stelt voor zichzelf een verzameling op van scherpe tegenstellingen: wit-zwart, dag-nacht, boven-onder-vrouw-man, en die determineren onze volledige perceptie. Daartussenin zit niets.” Dat maakt het wel eenvoudiger, “maar als iemand denkt dat de wereld een verzameling heldere tegenstelling is, dan is hij ziek,” voegt hij toe. En hoe is die wereld dan, vraagt Wojnicz de arts. “Vervaagd, onscherp, flakkerend, nu eens zus, dan weer anders, afhankelijk van het gezichtspunt,” antwoord die. Voor de jonge man is het antwoord te gecompliceerd. Terwijl juist hij in die wereld leeft tussen het zwart en wit in.

Het feminisme van Tokarczuk gaat verder dan inkomensgelijkheid, het geeft ruimte aan meer vormen van persoonlijkheden dan die door het conformisme gewenst worden. Al trek je als man vrouwenkleren aan, als ze je passen: waarom niet. Er zijn strijden die nog gestreden moet worden op vele vlakken. Er zijn schrijfsters die zich keren tegen die grijze kanten aan de identiteit, zoals
Zij-die-niet-genoemd-zal-worden. Dat is pas griezelig. Er zijn mensen die leven, die drinken, om dat niet te zien. Maar hier stormt het natuurgeweld de heuvel af, door het bos, het is zichtbaar voor wie net even anders durft te kijken. Wie door de conformistische beperkingen getroffen wordt, van welke aard dan ook, kan ze misschien als lachwekkend zien, maar het zijn onmiskenbaar ook bedreigende beknottingen.

Empuse, waaraan de titel van het boek is ontleend, staat volgens de verklarende woordenlijst (ja inderdaad: weer een lijstje), in de Griekse mythologie
voor een monster dat kan veranderen in een bloeddorstig vrouwmens dat mannen verslindt.

Die Empuse spreekt hier over zichzelf in meervoud.
Dat magische zogenaamd monsterlijke leven in het bos weet Wojnicz wel op waarde te schatten en het gaat daarom aan hem voorbij. Het lijkt erop alsof zij de mens die hen geen kwaad wil doen op hun beurt ook geen kwaad willen berokkenen. Anderen komen er slechter af. Of de meervoudige vrouwelijke stemmen die door het hele boek klinken samenvallen met de Empuse is niet helemaal duidelijk, maar het heeft er alle schijn van. Als dat zo is dan moet je het daar mee doen, want dan is de Empuse het leven dat er is en dat blijft, aldus de afsluitende woorden van de roman.

Als dit een feministisch griezelverhaal is, dan is het feminisme van Tokarczuk misschien magisch getint, maar daarbij ook holistisch zonder naar een geforceerd zwart-witmens te streven. Daarin wordt een weliswaar griezelig, maar toch optimistisch wereldbeeld getekend zonder de verschrikkingen onbenoemd te laten.

Een lezer constateerde dat de allereerste eerste woorden van het boek sleutelwoorden zijn als het gaat om kijken met een open blik: “‘het uitzicht wordt belemmerd door de stoomwolken uit de locomotief, die op dit moment over het perron drijven. Je moet eronder vandaan kijken om alles goed te kunnen zien, je even laten verblinden door de grijze mist, totdat de blik na deze poging scherp, doordringend en allesziend is geworden.’ Een zienswijze kan niet altijd scherp blijven, soms wordt het vaag om daarna duidelijker en ruimer te worden.”

Een volgende keer als ik in een bos ben en gezichten op de stammen van de bomen zie – dat gebeurd me regelmatig – dan zie ik daar een kracht die wil omarmen, wil insluiten in plaats van afstoten, ook als het niet spoort met de dominante mores en de roes van de snoeischaar die momenteel rondwaart.

Geen opmerkingen: