Het titelgedicht is van de zanger, koperblazer en gitarist van de band, Ferry Heijne. Het is geïnspireerd op Thirteen van Johnny Cash, zo stelt de folder. Maar het is wel met een heel vrije geest herdicht. De sfeer gaat van het Amerikaanse platteland bij Cash naar de klaagkras van een kraai die Heijne opvoert. De eerste woorden op het album komen van deze zwarte vogel: “Het is een lange lijst ellende waarover ik vertel.” Naast de tekst zit die kraai op de achterkanten van een aantal getekende ansichtkaarten.
Verrassend is het een gedicht van Marion Bloem tegen te komen. Haar gedicht Kalverliefde in liefde is soms lastig, liefste uit 2011 is het begin van een pagina waar ook August Strindberg (Inferno) en Bonumil Hrabal (De toverfluit) een strofe krijgen. Samen vormen ze het gedicht Dageraad.
Ik veeg de straten
aan met tranen
't zand uit mijn ogen
ligt in zee
ze zeggen dat
ik heb verloren
maar het zat alleen
wat tegen
nu zit het
alweer mee
De regels zijn gecentreerd afgedrukt. Mooi is dat niet en of het zo bedoeld is door Bloem of door de ontwerpers van de verpakking bedacht, weet ik niet, maar het doet zo aan als de lijst gerechten op een menukaart. Ach er moet iets te klagen zijn. De tekening ernaast is sprookjesachtig en dat sluit dan weer naadloos aan op de teksten.
Ook in Kompanen worden teksten van verschillende schrijvers samengevoegd. Roberto Arlt, Herta Müller, M.I. Tsvetajeva en Armando leveren ieder in een eigen kleur een tekst. Müller vraagt zich af of de wereld geen genoeg krijgt van ons, mocht je denken dat het andersom was: jij genoeg van haar.
Door naar Alec Kopyt van de Amsterdam Klezmer band. Hij schreef: Omhels me zacht, de nacht is goed/Ik vergeet je niet. Daarnaast een getekende Adam en Eva en de boom met een rode appel.
Mooi heet het volgende gedicht eenvoudigweg. Het is samengesteld uit twee delen. Eén van Werner Schwab en het ander uit de Edda, vertaald uit het IJslands door Marcel Otten. “Mooi is het hier, mooi...” is de terugkerende regel. De boom die er ernaast geschilderd is, staat volop in waterige en toch helle kleuren achter het net van een doel, samen een klein landschap.
Vogels, vlinders, bomen ze maken de wereld, wereld,/nee liever niet creperen, om de woorden uit een ander energiek gezongen lied te gebruiken. Samen volop zingen over ribbelend zand. Mooi, inderdaad.
De volgende acht gedichten staan in de andere folder, weer met evenveel tekeningen. In Trompetboom valt meteen al de regel op “Mooi... is het hier”. Hier komt hij een tikkie anders dan eerder van Sylvia Plath uit Zie, de duisternis lekt uit de scheuren. Ook in de trompetboom wordt een nieuw gedicht geknutseld met verschillende stemmen. Ook die van Roberto Juarroz, Armando en André Breton. De eerste schreef:
Nooit tekent zij een deur, nooit.
Zij wil niet naar binnen en niet naar buiten.
Dan zijn er nog Pablo Neruda en Boris Vian die de aarde niet kwijt willen. De Witte Vlinder die kenden we al; die werd eerder op een single bezongen. Wel zocht ik er het verkeerde gedicht van Iosif Brodski bij. Het was dit in 1987 door Charles B. Timmer naar het Nederlands vertaalde gedicht en hier opgenomen als Witte Vlinder.
Speel me een wals zolang er nog tijd is
Een wals die de tijd overbrugt
Speel me een wals voor de dag die voorbij is
Een wals voor de meeuw in de lucht
Speel me een wals voor de tijd die gaat komen
Voor het vuur dat nooit wordt gedoofd
Speel me een wals voor breekbare dromen
Voor de dromen waarin niemand gelooft
Tussen
de twee strofen in stond 'n zestal regels van Maria Tänase over het
blijvende van de wereld. De twee bovenstaande coupletten zijn van
Nico van Apeldoorn. De persoon aan wie ik ze voorlas stuurde meteen andere woorden van deze dichter naar mijn mobiel: Wij
zijn de kinderen van hoop /.../Wij zijn het die verloren slagen
strijden/Wij zijn het die zullen vechten tot de wereld vergaat en
nog wat regels. Ze kende ze uit haar hoofd. Op de tekening van Wim van der Weele danst ernaast een
traditioneel deftig gekleed koppel onderwater in een fles met kroonkurk een wals.
Hoe kan het ook anders. Het dertiende gedicht heet Ansicht.
Het begint met
Ik had me willen voelenHet zijn woorden van Eugenio Montale uit het gedicht Middellandse Zee. Ze worden gevolgd door een tekst van Pablo Neruda (uit: Er is geen vergeten). Door het gebruik van verschillende kleuren tekst zie je direct wie voor welk deel van het samengesteld lied stond. Neruda's deel begint opgewekt met viooltjes en zwaluwen om te eindigen met zoveel dingen die ik vergeten wil. Een paar gedichten heb ik niet genoemd (Lied Van Mijn gramschap, Volgens en het ook al eerder dit jaar als singel verschenen Rode Maan). Zo mistte ik ook wat dichters (Henri Michaux, Cormac McCarthy, en Carl Sandburg).
als de keien die jij om en om keert,
aangevreten door het zout,
een scherf buiten de tijd
Al met al bevat Niemandsland een wonderlijke collectie waaruit het droeve, maar toch ook het dansen zonder tranen opwelt. Je moet immers wel.
En als je 'de verpakking' uit hebt, dan kan je gaan luisteren naar de muziek en (samen)zang. De Kift wordt vaak geïntroduceerd als melancholische fanfare punkband, maar het woordje literaire zou daar nog voor kunnen staan om het gezelschap dat woont en oefent tussen de geuren van de cacao nog ongrijpbaarder te maken. De verpakking, het album, de teksten, ze ademen anders dan anderen, elusief, zou je met een woord dat om een gedicht vraagt, kunnen schrijven en het is zeker nóg meer dan muziek alleen.
2 opmerkingen:
Mooi als een album niet bij de randen van de cd blijft steken maar elders gaat.
Er is een probleem (-:. De 'hoesjes' passen doorgaans niet in het rekje.
Een reactie posten