maandag 30 december 2024

Palmwijn

Palmwijn van Adriaan van Dis is het boekenweekgeschenk voor 1996 en opent met een overlijdensbericht van een vrouw die leefde op een eiland voor de Afrikaanse kust en zichzelf in leven hield met tekeningen die ze opdringerig aan toeristen verkocht. In het In Memoriam wordt ze opgehemeld: internationale erkenning voor haar werk, verlies voor het eiland en een opmerkelijke verschijning. “Je las zo dat die journalist zich wat op de mouw had laten spelden.” Het is het begin van een duik in het leven van Susan Courtland.

Daarvoor komen we eerst nog langs ene William, een Brit die op hetzelfde eiland het Ecologisch Centrum bestuurt dat hij zelf opzette. Het is een zwartkijker. Er is alleen maar vuiligheid:
“Schadelijke verdelgingsmiddelen, giftige drijfgassen, inferieure machines, alle rommel die het Westen voor eigen gebruik had afgekeurd, werd zonder gêne naar de derde wereld geëxporteerd.” Om Afrika zuiver te houden heeft William een hele lijst regeltjes opgesteld waar zijn gasten zich aan moeten houden; een lijst die maar blijft groeien. Een van die regeltjes is: Drink geen palmwijn, het is slecht voor de bomen. Als iedereen het zou drinken gaan alle bomen dood.

Susan maakte op de eerste dag dat ze het eiland aandeed al kennis met de wijn. Het bracht haar in andere werelden, letterlijk en figuurlijk. Ze gaat al snel helemaal onder in de door water omringde wereld met optreden aan de haven tot een bezoek aan een vluchtelingen dorp. De wijn blijft tijdens haar leven op het eiland, ze heeft een hallucinerende werking en het maakt verdoofde emoties wakker. Ze zegt dat het ook haar doden levend houdt, zoals haar door de oorlog verminkte zoon, die zichzelf met een kogel doodde.

Susan wil helpen, ook op het eiland, maar doet het schijnbaar zonder positief resultaat. Dat is een belangrijk thema in Palmwijn: kan je wel helpen, of moet je wachten tot de bewoners het zelf op- en aanpakken. Susan moet constateren dat de mensen helpen niet haar kwaliteit is. Of ze het per ongeluk toch goed heeft gedaan, – tegen hoge kosten aan menselijk verlies –, blijft in het midden. Wat wel als een paal boven water staat, is dat het zonder kennis van de lokale omstandigheden zeker niet gaat.

Je kan palmwijn bijvoorbeeld verbieden om te voorkomen dat het tappen van het vocht de bomen uitmergelt, maar dan zoeken bewoners illegaal naar afgelegen exemplaren die nadat ze sterven niet worden vervangen. Een kwestie van een stap voorwaarts en twee terug. Of zoals een vriendje van Susan zegt:
“dat soort hulp maakt de boel alleen maar kapot. (…) omdat de blanken er geleerde theorieën op na houden en over moderne technologie beschikken en bulken van het geld denken zij dat zij het beter weten.”

Een van de mooiste zinnetjes uit het boek is: “Ik ben geen jullie.” Van Dis neemt je mee zijn kijk op de wereld in en dat is een wereld waar het niet altijd makkelijk is, maar wel waar zaken voorbijkomen die er voor mensen echt toe doen.

Commerciële uitgave. De cover geeft
een ander beeld dan zich in mijn
hoofd ontwikkelde tijdens het lezen.

Ongemakkelijk is bijvoorbeeld de constatering dat slachtoffers van misdaden uit het verleden (slavernij, uitbuiting en racisme) een eigen verantwoordelijkheid in het heden hebben, naast recht op de hulp bij opruimen van vuiligheid van eerder door de veroorzakers ervan, de verantwoordelijken ervoor. Zoals hier de olie-industrie deed, gedwongen door milieuactivisten. Maar je hoeft niet passief te blijven omdat je geleden hebt. De meeste mensen doen dat ook niet; ze vallen, staan op en gaan weer door. De verteller raakte op het eiland de illusie kwijt dat hij anderen moest redden. De novelle doet je denken over de verschillen tussen de woorden redden, helpen, betrokkenheid en samenwerken.

Palmwijn is een echte Van Dis; geschreven door een heer, met observaties van een afstand, maar tegelijkertijd prettig gewoon geschreven en dichtbij mensen.

Geen opmerkingen: