vrijdag 31 januari 2025

Het zwaard, de zee en het valse hart



Het zwaard, de zee en het valse hart* door
Teun de Vries
verscheen in 1966. Het is de derde keer dat ik hem tegenkom in het boekenweekgeschenk. De eerste twee keren door een verhaal (1941 en 1953). Nu heeft hij een volledig en voor een geschenk lijvig werk geschreven van 158 pagina's en met 39 hoofdstukken.

Het is een sage over de vestiging van de Friezen in Engeland in de vijfde eeuw. Ze worden door Koning Vortigern uitgenodigd om zijn rijk te verdedigen tegen de Pikten en Skoten. Samen met Saksen, Angelen/Engelen en Jutten bestrijden ze hen als ze de muur over komen. Als de strijd geleverd is gaan de genodigde Friezen niet meer weg, maar vestigen zich in Kantelberg (Canterbury) en later stichten ze het koninkrijk Kent.

De titel vertelt het verhaal al. Het zwaard komt, veroverd, vernietigd, en het brandschat; de zee voert nieuwe mensen naar Engeland en zorgt voor een verandering van de bevolkingssamenstelling; en het valse hart van Reonix (Rowena) zorgt voor verraad, pijnlijke romantiek en gewelddadige afgunst.

In het boek komt de Friese priester Ulbran Ulensneb met zijn dunne en krom gespitste neus met de spreuk dat men het onvermijdelijke rechtopstaand ontvangt als een mes in de strot. In het verhaal is het een pleidooi voor dapper incasseren van iets waar niets aan te doen is. Je kan het ook beschouwen als en pleidooi om je uit te spreken, je in te zetten, zonder terughoudendheid. “Spreuken zijn er om over na te denken,” zegt de priester later in het verhaal.

Als de verteller, Liafbarn, uit het gevolg van Hertog Hengist op latere leeftijd weer de oorlog ingaat dan kijkt hij over zijn erf:

“Ik zag de vrede van deze plek, het bouwland en de spelende kinderen. (…) Ik riep een van mijn mannen toe mijn paard te halen, nam mijn zwaard van de balk en hing het om. Ik keerde nog in dat uur met mijn twee Friezen naar Kantelberg terug en vervoegde mij bij hertog Hengist.
     Toen wij door de stad reden zag ik wat ik vroeger niet opgemerkt had: hoeveel weerbare mannen er liepen met één arm, één oog of één oor; sommigen hinkten, anderen vertoonden een gezicht vol littekens. Ik dacht aan de veldtochten, de hinderlagen, de veroveringen die wij en zij met hun bloed en levende ledematen betaald hadden.”
Zo wordt in de krijgszuchtige sage ook de andere kant van de oorlog verwerkt.

De Vries heeft veel over de Friese geschiedenis geschreven. Sterker nog hij debuteerde in 1925 met een bundel Friese Sagen. Het zou het begin van een grote stroom publicaties worden.

In het geschenk begint hij met een opdracht aan een zeven jaar oudere schrijver, “Jack Lindsay die het kreupelhout open hakte.” Lindsay schreef ook enorm veel en ook over geschiedenis. Ook hij was communist. De Jong vertaalde een roman van Solzjenitsyn. Lindsay looft de Russische dissident in zijn autobiografie als socialistisch schrijver over vrijheid. Lindsay bleef critisch partijlid tot zijn dood in 1990. De Vries brak in 1971 met de CPN. Samen hebben ze een boekenkast vol geschreven.

Vortigern en Reonix/Rowena.
Door William Hamilton, 1793.Bron

Het zwaard zou voor een gecombineerde les Engels, Nederlands en geschiedenis (en misschien zelfs maatschappijleer) een prachtig uitgangspunt zijn. Het is een meeslepend verhaal over een oud deel van de Europese geschiedenis met toen al grote volksverhuizingen.

Noot:
* 'Het zwaard, de zee en het Valse hart' is op de website van de Nederlandse Bibliotheek te vinden als pdf, txt of als epub. Voor een aantal van de historische personages -- Vortigern, Reonix, Hengist (en zijn broer Horsa) -- heb ik een link aangebracht in de tekst.



Geen opmerkingen: