zaterdag 18 april 2020

Op die fiets


Vorige week werd ik bij de Hakkelaarsbrug bijna van de fiets gereden door een man met een enorme aanhanger die in moest halen toen het al niet meer kon. Ik de berm in. Ergens op het internet beloofde ik nog even terug te komen op die brug. “Hij of zij is al bij de Hakkelaarsbrug” was een Amsterdams-Joods gezegde om aan te duiden dat iemand ernstig ziek was (doden werden per trekschuit naar de Joodse begraafplaats in Muiderberg gebracht), zo vertelt wiki.


Het zijn niet alleen de bollen die bloeien. Op het basalt langs het Ketelmeer drie grote paarse vlekken. De eerste rijd ik hard voorbij (eindelijk de wind niet meer tegen). Bij de derde stop ik. Pas als ik afstap zie ik dat het muurleeuwenbekjes zijn die een thuis hebben gevonden op het harde steen van de dijk. Volgende week (het voordeel van steeds min-of-meer hetzelfde coronarondje) een foto die de hele vlek laat zien en niet alleen een detail.


Een wielrenner in een wereldkampioenenshirt stopt voor een close-up foto van een koolzaadbloem. Dat deed ik vorige week, maar die werd niet door iedereen herkend, daarom nu een foto van een strook koolzaad langs de weg. Als ik een andere wielrenner bij Almere vertel wat ik ga fietsen, komt eruit: “Op die fiets?” Zonder de juiste kledij, klikschoentjes, en dure fiets kan je ook best ver komen. De benen die moeten het doen, ook als je niet het beste en hardste wilt.